Eindstrijd Delfzijl

De laatste Duitse weerstand op Nederlandse bodem
Franz Lenselink, Henk Jan Dodde

 24,90

Delfzijl, een strategisch gelegen havenplaats in de provincie Groningen, was zwaar versterkt door de Duitsers en vormde een belangrijk bolwerk voor de verdediging van de noordelijke kustlijn. Begin 1945 maken de soldaten van de Duitse Marine Flak Abteilung 256 zich gereed voor de eindstrijd als de geallieerden naderen. Vanaf 21 april beginnen de Canadezen een grootschalig offensief. Er barst een tien dagen lange strijd los, waarin hevig gevochten wordt door beide partijen, tot Delfzijl op 2 mei 1945 als laatste stukje Nederland wordt bevrijd van de bezetter.

De Slag om Delfzijl staat symbool voor de verbetenheid van de Duitse verdediging, zelfs in de laatste dagen van de oorlog. Soldaten en burgers komen om, boerderijen gaan in vlammen op, woonhuizen veranderen in ruïnes. Waarom vochten de Duitse soldaten een bij voorbaat verloren strijd? Wie waren zij en wat was de invloed van de kadervorming van het nationaalsocialisme bij de Kriegsmarine? En waarom vielen de Canadezen eigenlijk nog aan? Dit rijk geïllustreerde boek vertelt het verhaal over de laatste slag zoals de soldaten van de Marine Flak Abteilung die hebben beleefd.

Henk Jan Dodde (1964) is strategisch adviseur en redacteur en heeft van jongs af aan een passie voor krijgsgeschiedenis.

Franz Lenselink (1964-2021) studeerde geschiedenis en was in het dagelijks leven senior beleidsadviseur. Vanuit een grote interesse in de tweede wereldoorlog heeft hij veel onderzoek gedaan naar krijgshandelingen in met name Noord Groningen. Hierover verschenen diverse publicaties van zijn hand.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Noordboek - Van Gorcum
Aantal pagina's:
216
Druk:
1
ISBN:
9789464712902
Gewicht:
738 gram
Afmeting:
248x180x21 mm
Uitgiftedatum:
12-03-2025

Gerelateerde boeken

  • Sprekende stenen

    Sprekende stenen

    Stolpersteine in Zwolle
    Anneke van der Wurff, Piet den Otter
     34,90
  • Spitten voor de vijand

    Spitten voor de vijand

    Het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe
    Erik Dijkstra
     21,95

    Spitten voor de vijand

    Meer dan honderdduizend mannen werden vanaf september 1944 opgeroepen om te werken aan Duitse verdedigingswerken in Nederland. In de nog bezette provincies werden de arbeiders gedwongen tewerkgesteld aan de bouw van tankgrachten, loopgraven en schuttersputjes, vaak onder slechte omstandigheden. Voor de Duitsers was het belang groot om de geallieerden zo lang mogelijk tegen te houden. Er werd dan ook hard opgetreden tegen weigeraars.

    Voor velen waren de principiële bezwaren te groot, zij besloten onder te duiken. Anderen hadden die mogelijkheid niet. Zij probeerden zich aan te passen aan de omstandigheden en saboteerden waar ze maar konden. Een groot deel van deze zogenoemde spitters zag kans om te vluchten of keerde niet terug van verlof. Zij waren daarna veroordeeld tot een leven als onderduiker. Zij die als onderduikers tijdens de vele razzia’s, of door verraad, werden gepakt, kwamen na een verblijf in een gevangenis in een strafkamp in Duitsland of Drenthe terecht.

    Eén van die mannen was Eelke Dijkstra. Samen met dertig anderen werd hij in november 1944 vanuit het Huis van Bewaring in Leeuwarden overgebracht naar Yde, een klein Drents dorpje onder de rook van Groningen. Zijn oorlogsdagboek was voor zijn kleinzoon en auteur Erik Dijkstra aanleiding om onderzoek te doen naar het vergeten strafkamp in Yde. Wat volgde was een reis door de geschiedenis waarin bijzondere ontdekkingen werden gedaan en veel betrokkenen voor het eerst hun verhaal vertelden. Door intensief archiefonderzoek kwamen schokkende feiten boven water over vier gefusilleerde dwangarbeiders in november 1944. De vele brieven, dagboeken en getuigenissen vertellen samen het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe.

    Erik Dijkstra is schrijver/journalist en doet al jaren onderzoek naar de tewerkstelling in Drenthe.

     21,95
  • Rentmeester van nature

    Rentmeester van nature

    Pieter G. van Tienhoven (1875-1953)
    Frank J.A. Saris
     39,90

    Rentmeester van nature

    Dankzij natuurbeschermers van het eerste uur zijn de belangrijkste natuurgebieden in Nederland behouden gebleven. Naast mensen als Heimans en Thijsse speelde ook Van Tienhoven, een van de eerste voorzitters van de Vereniging Natuurmonumenten, een cruciale rol. In Rentmeester van nature beschrijft Frank Saris hoe de ontplooiing van deze nieuwe rijke parallel liep met belangrijke ontwikkelingen binnen de natuurbescherming enerzijds en het (aristocratisch) al dan niet zelf verworven landgoederenbezit anderzijds.
    De natuurbeschermingselite koos onder leiding van Van Tienhoven lange tijd voor een weg via de hoogste gezagsdragers, ten voordele van het eigen grootgrondbezit. De Tweede Wereldoorlog vormde voor hem een hoogtepunt en succesverhaal van deze neocorporatistische praktijk van ‘polderen van bovenaf’. De gevolgde strategie veranderde in de bezettingstijd niet wezenlijk; de machtspositie van de gesprekspartners wel, en daarmee de uitkomst. Van Tienhoven zat midden in de oorlog op het toppunt van zijn invloed en macht, iets dat hijzelf steeds nastreefde en dat hij met steun en in de geest van de bezetter sneller vorm kon geven.

    Frank J.A. Saris (1952) is natuurbeschermer, vogelonderzoeker en natuurontwikkelaar en werkte bij zelfstandige onderzoeksorganisaties. In 2018 verscheen zijn biografie Natuurbescherming als hartstocht, over Victor Westhoff (natuurbeschermer periode 1945-2000).

     39,90