En toch zal ik
€ 14,90
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij, en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.
Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.
Gerelateerde boeken
-
Appelscha
Appelscha door de eeuwen heen
Appelscha. Een plaats met een lang en rijk verleden. Hoewel we de naam Appelscha voor het eerst halverwege de dertiende eeuw tegenkomen, was het gebied al lange tijd daarvoor, ver voor het begin van onze jaartelling, bewoond. Eeuwenlang vormden akkerbouw en veeteelt de belangrijkste bronnen van bestaan en bestond het dorp uit boeren en landarbeiders. Dit veranderde met de grootschalige afgraving van het noordoostelijk van de plaats gelegen hoogveengebied. Veenbazen en veenarbeiders van buiten vestigden zich aan de rand van het hoogveen. Naast het oorspronkelijke boerendorp vormde zich een veenkolonie. Tegelijkertijd verplaatste het centrum zich van het ‘oude’ naar het ‘nieuwe’ Appelscha.
Het hoogveen verdween en de betekenis van de landbouw nam in de loop van de tijd af. Nieuwe middelen van bestaan werden gevonden in het toerisme, de industrie en dienstverlening.
Deze sociaaleconomische ontwikkelingen worden in het boek beschreven. Daarnaast is er aandacht voor demografische en landschappelijke veranderingen, voor verenigingen (toneel, zang, muziek en sport), de gezondheidszorg, het kerkelijk leven, het lager onderwijs, de wegverbindingen, vaart en tramlijn.Rinze Lenstra (Appelscha 1945) studeerde economische en sociale geschiedenis. Hij werkte in het middelbaar beroepsonderwijs. Was medeauteur van Geschiedenis van Emmen en Zuidoost-Drenthe (1989) en schreef onder meer Anarchisme en syndicalisme in Spanje (2007).
-
Al Andalus 711-1494
In de achtste eeuw veroveren de moslims het Iberisch schiereiland Spanje. Al-Andalus (Arabisch Spanje) groeit uit tot een zelfstandig kalifaat met een grote welvaart. Drie eeuwen later heroveren de christenen het gebied in een strijd die bekend staat als de ‘reconquista’. Toledo, Cordoba en Sevilla worden één voor één ingenomen. Na ca. achthonderd jaar valt in 1492 het doek definitief voor Al-Andalus als de katholieke koningen Ferdinand en Isabella het emiraat Granada inlijven bij de rest van Spanje.
Tijdens die acht eeuwen leefden moslims, joden en christenen samen. Vreedzaam en tolerant, zoals sommigen graag geloven. Maar klopt dit met de historische werkelijkheid? Luk Corluy sloopt in dit boek deze mythe. Er was een constante spanning door wederzijdse achterdocht, burgeroorlogen tussen rivaliserende islamitische clans en achterstelling van joden en christenen. Na de herovering van Al-Andalus door de christenen gedoogden de christelijke vorsten de achtergebleven moslims en de islam, maar onder christelijk gezag. Dat was voor de meeste moslims onaanvaardbaar. Moslims en joden kregen de keuze: zich bekeren of het land verlaten. De tolerantie en vreedzaamheid verdampten.
Luk Corluy studeerde filosofie, sociologie en economie en was verbonden aan het departement Economie van de KU Leuven.
-
-
Nieuwe Drentse Volksalmanak 2023
De Nieuwe Drents(ch)e Volksalmanak, opvolger van de Drentsche Volksalmanak (1837-1851), verschijnt sinds 1883. In de loop van de jaren is de almanak uitgegroeid tot historisch en archeologisch jaarboek van Drenthe. Het is hét podium voor zowel professionele onderzoekers als amateurhistorici en -archeologen die de resultaten van hun onderzoek op wetenschappelijk verantwoorde wijze aan een breed publiek willen presenteren.
In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 2023 staan de volgende bijdragen:
Geschiedenis in Drenthe
Onder redactie van Mark Goslinga, Fred Sieders, Gerben de Vries, Ellen de Vries-Heijboer, Joke Wolff en Jan van ZijverdenFeminisme in Drenthe in de jaren ‘70 en ‘80
Maarten C. Hoff en Henriette Meppelink
Familie Hiddingh
Sybrand van Haersma Buma
Promotie van de Maatschappij van Weldadigheid
Alfred Geerts
Fotografie meets Van Gogh
Mark Goslinga
Islamitische Molukkers in Kamp Schattenberg
Ghani van den BergArcheologie in Drenthe
Onder redactie van Floor Huisman, Mans Schepers, Jelke Take, Vincent van Vilsteren en
Karen de VriesPotkleibossen in Noord- en Oost-Drenthe ─ ondergrond, cultuurgeschiedenis en ecologie
Theo Spek, Nanda Berben en Mike Jaroch
Artefacten van Lanaye-vuursteen ofwel vuursteen van het type Rijckholt uit Drenthe
Jaap R. Beuker, Erik Drenth en Hans de Kruyk
Rituelen bij het Zwegler Veen ─ Drie vuurstenen bijlen en hun relatie met andere sporen van de Trechterbekercultuur bij Hooghalen
Jaap R. Beuker
Karolingische muntschatten in Drenthe I ─ ‘Assen vóór 1818’, ‘Ter Apel 1822’ en ‘Balloo 1855’
Wijnand A.B. van der Sanden
Een hefboom des belangs ─ Geschiedenis van de Oudheidkamer ‘De Hondsrug’ te Emmen
Hans van Westing
Hendrikus van der Laan, dienstweigeraar, strijder voor een betere tewerkstelling van gewetensbezwaarden en opgraver van twee steentijdvindplaatsen
Dion L. Stoop en Wietske PrummelWie geïnteresseerd is in het lange en rijkgeschakeerde verleden van Drenthe – van vuistbijl tot veenkolonie – mag de Nieuwe Drentse Volksalmanak niet missen.