Exoot
€ 39,90
Het herkennen van een exoot berust op het besef dat er een onderscheid bestaat tussen eigen en vreemd, inheems en uitheems. Dit boek onderzoekt hoe dit besef is ontstaan, specifiek ten aanzien van planten. In de eerste eeuwen van het natuurhistorisch onderzoek werd nauwelijks aandacht besteed aan de herkomst van wilde flora. Dit veranderde drastisch in de achttiende eeuw. Aan de hand van drie sleutelmomenten in de voorgeschiedenis van de invasie-ecologie vertelt botanisch filosoof Norbert Peeters een filosofisch historisch verhaal van de exoot.
Peeters neemt de lezer mee langs beroemde natuurgeleerden als Carolus Linnaeus en Charles Darwin, die het denken over exoten ingrijpend hebben beïnvloed. Ook worden verwilderde exoten in de negentiende eeuw voor het eerst bestempeld als onkruid. Maar wel een bijzonder soort onkruid, evenals alle andere ongewenste planten op de verkeerde plaats. Voor het eerst krijgt de natuur een eigen onkruidklasse: de invasieve exoot. Met de mens als wiedende rentmeester. Gezamenlijk tonen deze momenten de ontwikkeling van het plaatsbegrip binnen de plantengeografie en de vormende werking op de latere invasie-ecologie.
Norbert Peeters studeerde archeologie en filosofie aan de Universiteit Leiden. Hij specialiseerde zich onder leiding van Th.C.W. Oudemans tot botanisch filosoof. Hij publiceerde meerdere boeken en artikelen over dit onderwerp. Momenteel is hij als docent verbonden aan Wageningen University & Research.
Gerelateerde boeken
-
-
Een vlucht distelvlinders
€ 17,90De distelvlinder is de vlinder aller vlinders. Hij weegt anderhalve gram, heeft hersenen ter grootte van een speldenknop en vliegt elk najaar ruim 4000 kilometer van Europa naar de tropische Afrikaanse savanne. Waarom? Hoe weet hij de weg? Ontdekkingen van onderzoekers en kunstenaars door de eeuwen heen geven ons een inkijkje in het fascinerende leven van deze wereldreiziger.
-
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
€ 25,00In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.
-




