Ezelsoren en wolfstanden
€ 24,90
Elke dag worden er miljoenen boeken gedrukt en verkocht. In de middeleeuwen was het anders. Boeken waren kostbaar, niet bedoeld om slordig mee om te springen of ezelsoren in te maken.
Een boek maken duurde lang en er kwamen heel wat vaklui aan te pas, zoals de perkamentmaker die dierenhuiden schrijfklaar maakte, de kopiist die geduldig letter voor letter overschreef en de miniaturist die met een fijn penseel illustraties schilderde. En waarom had een miniaturist wolfstanden nodig?
Met de introductie van de boekdrukkunst waren boeken veel sneller klaar. Maar ook hier kwam een heel team in actie: de papiermaker, de lettersnijder, de letterzetter en de drukker. Gedrukt met honderden exemplaren tegelijk werd het boek toegankelijker voor iedereen. In Ezelsoren en wolfstanden ontdekken we wie er allemaal meewerkten aan de productie van een boek, en voor wie ze bestemd waren. Een boeiend kijk- en leesboek met mooie illustraties.
Katharina Smeyers, kunsthistorica en conservator bij Bijzondere Collecties van KU Leuven, en Joris Snaet, doctor in de kunstwetenschappen, illustrator en cartoonist, vertellen de fascinerende geschiedenis van het boek.
Gerelateerde boeken
-
-
-
God, de staat en andere vormen van dictatuur
€ 22,50Schud jezelf wakker uit je religieuze en kapitalistische sluimer!
« Als God bestond, zou men hem moeten afschaffen,» schrijft de Russische filosoof Michail Bakoenin in zijn essay ‘God en de Staat’. Bakoenin pleit voor een samenleving zonder God, zonder meester, zonder dictator, zonder wetenschappelijke genootschappen die ons van alles voorschrijven, zelfs zonder staat. Zijn belangrijkste teksten over vrijheid en dictatuur zijn hier opgenomen met een inleiding door Paul van Dijk.
Michail Bakoenin (1814–1876) was een Russische anarchistische filosoof. Tegenover het communistische ideaal van een sterke staat plaatste hij het idee van federale gemeenschappen met zelfbestuur. In 1848 was hij betrokken bij de opstanden in Parijs en Praag.
-
Prinsentuin Leeuwarden
€ 17,90In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.





