Ezelsoren en wolfstanden

De geschiedenis van het boek (800-1500)
Katharina Smeyers

 24,90

Elke dag worden er miljoenen boeken gedrukt en verkocht. In de middeleeuwen was het anders. Boeken waren kostbaar, niet bedoeld om slordig mee om te springen of ezelsoren in te maken.
Een boek maken duurde lang en er kwamen heel wat vaklui aan te pas, zoals de perkamentmaker die dierenhuiden schrijfklaar maakte, de kopiist die geduldig letter voor letter overschreef en de miniaturist die met een fijn penseel illustraties schilderde. En waarom had een miniaturist wolfstanden nodig?
Met de introductie van de boekdrukkunst waren boeken veel sneller klaar. Maar ook hier kwam een heel team in actie: de papiermaker, de lettersnijder, de letterzetter en de drukker. Gedrukt met honderden exemplaren tegelijk werd het boek toegankelijker voor iedereen. In Ezelsoren en wolfstanden ontdekken we wie er allemaal meewerkten aan de productie van een boek, en voor wie ze bestemd waren. Een boeiend kijk- en leesboek met mooie illustraties.

Katharina Smeyers, kunsthistorica en conservator bij Bijzondere Collecties van KU Leuven, en Joris Snaet, doctor in de kunstwetenschappen, illustrator en cartoonist, vertellen de fascinerende geschiedenis van het boek.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Aantal pagina's:
136
Druk:
1
ISBN:
9789464711127
Uitgiftedatum:
28-09-2023
Gewicht:
674 gram
Afmeting:
257x201x19 mm

Gerelateerde boeken

  • Geschiedenis van Drenthe

    Geschiedenis van Drenthe

    Een archeologisch perspectief
    Wijnand van der Sanden
     39,50

    Geschiedenis van Drenthe

    Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
    De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.

    Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.

    Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.

     39,50
  • Niet meer blaffen naar de maan

    Niet meer blaffen naar de maan

    Religie, wetenschap en magie in de vroege middeleeuwen
    Raoul Bauer
     25,00

    Niet meer blaffen naar de maan

    Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?

    Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.

    Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.

    ‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen

     25,00
  • Droom en Weldaad

    Droom en Weldaad

    200 jaar Maatschappij van Weldadigheid
    Angelie Sens, Jan Mensink, Wil Schackmann
     34,50

    Droom en Weldaad

    In 1818 zitten veel mensen zonder werk en zinken weg in ellende. Hét moment voor generaal Johannes van den Bosch om een ambitieus plan te presenteren: laat de armen de barre heide in Drenthe ontginnen. Mest zal de woeste grond vruchtbaar maken, discipline en onderwijs zullen de nutteloze armen beschaven tot werklustige mensen. Zijn idee wordt enthousiast ontvangen en hij richt de ‘Maatschappij van Weldadigheid’ op. Een half jaar later arriveren de eerste kolonisten op de plek die wij kennen als Frederiksoord.

    Hoe gaat het verder met de koloniën? Zowel de natuur als de mens blijken in niet zo ‘maakbaar’ als in het plan van de generaal. De onvrije koloniën Ommerschans en Veenhuizen kosten meer dan ze opbrengen en in 1859 dreigt een faillissement. De overheid grijpt in en neemt de onvrije koloniën over, de Maatschappij slaat gedwongen een nieuwe koers in. Ook in de twintigste en eenentwintigste eeuw past de Maatschappij zich aan. Wat blijft, is het bieden van ontwikkelingskansen aan mensen in een achterstandspositie.

    Ter gelegenheid van het 200-jarig jubileum vertelt oud-directeur Jan Mensink de bijzonder historie van de Maatschappij van Weldadigheid in dit rijk geïllustreerde boek, waaraan Wil Schackmann en Angelie Sens hebben bijgedragen. Interviews met bekende mensen uit het gebied en prachtige (lucht)foto’s van Albert Brunsting worden afgewisseld met gedetailleerde kaarten, oude reisverslagen en afbeeldingen die het verhaal compleet maken.

     34,50
  • Zul oes Sunterklaos wel kommen

    Zul oes Sunterklaos wel kommen

    Sinterklaasviering in Drenthe door de eeuwen heen
    Abel Darwinkel
     20,00

    Zul oes Sunterklaos wel kommen

    De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.

    Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.

    In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.

    “Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter

    “Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel

     20,00