Filosofie voor de zwijnen
€ 29,90
Is het beter om een ontevreden mens te zijn dan een tevreden varken? Is het beter om een piekerende denker te zijn dan een losbandig beest? Deze vragen, ooit naar voren gebracht door de Engelse filosoof John Stuart Mill, staan centraal in dit boek.
Filosoof Klaas Rozemond zoekt een antwoord in de geschiedenis van de filosofie, vanaf de vroegste denkers tot de filosofen van nu. Het boek mondt uit in een wervelend pleidooi voor een nieuwe filosofie: het porcratisme. Bij elk van de 21 hoofdstukken onderzoeken dichter Co Woudsma en tekenaar Jet Nijkamp hoe het is om dier te zijn, en mens.
Dit boek, dat eerder de shortlist van de Socratesbeker haalde, laat zich op meerdere manieren lezen: als een filosofische verhandeling over het geluk van dieren en mensen, als een vermakelijke tekst met tekeningen en gedichten en als zelfhulpboek voor iedereen die gelukkig wil worden.
—
‘Een moderne klassieker, met prachtige gedichten en illustraties.’ – Trouw
Gerelateerde boeken
-
Wat zouden dieren zeggen als we ze de juiste vragen stelden?
€ 24,90Een must voor iedereen die met dieren werkt en een genot voor iedereen die al grinnikend wil begrijpen hoe dieren denken.
Staan koeien de hele dag te niksen? Maken vogels kunst? Kunnen apen werkelijk na-apen? Zien dieren zichzelf zoals wij hen zien? Kunnen ze in opstand komen? En — misschien een vreemde vraag — is het wel gepast om in hun bijzijn te plassen?
In dit boek beantwoordt de Belgische filosofe Vinciane Despret zesentwintig verrassende vragen die vastgeroeste ideeën over dieren op de proef stellen. Ze laat onderzoekers, filosofen en dierverzorgers aan het woord en laat zien hoe we anders over dieren kunnen denken.
Met een voorwoord van Bruno Latour en een nawoord van Michel Vandenbosch
Vinciane Despret is filosoof aan de Universiteit van Luik. Ze schreef meerdere boeken over dieren, waaronder Bêtes et hommes (Gallimard, 2007) en Penser comme un rat (Quae, 2009). -
Verhandeling over de aanleg van vrouwen voor de wetenschap
€ 17,90De begaafde Anna Maria van Schurman kreeg als eerste vrouw in Nederland toestemming om colleges te volgen. De Universiteit van Utrecht bouwde voor de gelegenheid een hokje met een gordijntje voor haar. Van Schurman kon van daaruit de colleges van theoloog Voetius bijwonen, zonder daarbij de mannelijke studenten af te leiden.
In dit korte essay uit 1641 legt Van Schurman uit waarom het logisch is om meer vrouwen toegang tot de
universiteit te verlenen. Het argumentatieve geschrift inspireerde Margaret Cavendish en Mary Wollstonecraft en gaf de aanzet tot de eerste feministische beweging. Het zeer invloedrijke essay verschijnt in een geactualiseerde vertaling van Renée Ter Haar, met een voorwoord van Angela Roothaan. Jacob Bouwman zorgde voor de selectie van relevante brieven.“Wat een genot om zo’n erudiet pleidooi te lezen van een moedige vrouw. In zijn opdracht noemt tijdgenoot Johan van Beverwijck haar ‘onsterfelijk sieraad onder de vrouwen’. Met recht.” – Trouw
-
-





