Friezen op zee
€ 39,90
Tijdens de zeventiende en achttiende eeuw komt de Friese koopvaardij tot een ongekende bloeiperiode die vrijwel overal in Friesland welvaart brengt. Deze Friese Gouden eeuw is onlosmakelijk verbonden met de Gouden Eeuw van Amsterdam. Het zijn vooral de Friezen die via de Oostzee de Amsterdammers voorzien van graan en van het hout dat nodig is om de stad op te bouwen. Dit ontwikkelt zich met name vanuit de doopsgezinde netwerken. Friezen op zee vertelt hoe tienduizenden schepen vanuit Friesland door de Sont op weg gaan naar de Oostzee, hoe boerenzoons schepen bouwen en Waddeneilanders de walvisvaart opbouwen, hoe marktplaatsen uitgroeien tot internationale havens, hoe men vanuit veengebieden turf naar Amsterdam verscheept en ten slotte hoe de koopvaardij ten onder gaat.
De wetenschappelijke belangstelling van Emeritus-hoogleraar Jan Auke Walburg gaat uit naar de omstandigheden waaronder gemeenschappen tot bloei en ontwikkeling komen. Hij maakte een diepgaande studie naar de ontwikkeling van een 25-tal Friese steden en dorpen die vooral dankzij de scheepvaart tot welvaart kwamen. Hij is voorzitter van de Wurkgroep Maritime Skiednis van de Keninklijke Fryske Akademie.
Gerelateerde boeken
-
Soldaat van Napoleon (1806-1815)
500.000 soldaten trekken in 1812 in het leger van Napoleon naar Rusland. Van hen zullen honderdduizenden nooit meer thuis komen. Joseph Abbeel overleeft de verschrikkingen van de veldtocht wel. Hij lijdt honger en dorst, plundert om aan eten te komen, ontsnapt ternauwernood aan kozakken, zit onder het ongedierte, raakt gewond in een veldslag, ziet Moskou branden – en dan moet de terugtocht nog beginnen! De dood is nooit ver weg – en soms verlangt Abbeel er zelfs naar! – maar op miraculeuze wijze ontglipt hij telkens dat lot. Wanneer hij op de terugweg Hamburg bereikt en denkt dat zijn ellende bijna voorbij is, wordt hij krijgsgevangen genomen. Dan begint een tocht naar de Wolga, nog achthonderd kilometer verder dan Moskou.
Na thuiskomst in Vlaanderen zet Abbeel zijn herinneringen op papier. Hij doet dat beeldend, met humor en oog voor detail, zodat de lezer zijn avonturen letterlijk meebeleeft. Geen andere soldaat van Napoleon schrijft zo’n belangwekkend ooggetuigenverslag van de Russische veldtocht.
Dr. Joost Welten is onderzoeker aan het instituut voor Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Zijn dissertatie over de invoering van de dienstplicht onder Napoleon werd bekroond door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
-
24 uur in het oude Athene
Welkom in het Athene van 416 v. Chr. De stad heeft op dat moment ongeveer 30.000 inwoners, met meer genieën per vierkante meter dan ooit in de geschiedenis van de mensheid. Terwijl de stad op de rand van de rampzalige oorlog zweeft die het einde van haar gouden tijdperk zal betekenen, brengen wij vierentwintig uur met gewone Atheners door. Aan het woord komen
onder andere een tempelbewaker, een slavin, een dokter en een priesteres. Hun verhalen scheppen een levendig beeld van hoe het was om in die tijd te leven. De kaderteksten met citaten uit de klassieke literatuur en aanvullende informatie schetsen een beeld van een tijd die nog altijd enorm tot de verbeelding spreekt.Philip Matsyzak studeerde geschiedenis en is docent aan het Madingley Hall, Cambridge. Hij heeft een groot aantal boeken
op zijn naam, waaronder het vorig jaar verschenen 24 uur in het oude Rome. -
De ziel van zwart Amerika
Er zijn maar weinig boeken die geschiedenis schrijven. Dit is zo’n boek. The Souls of Black Folk, hier vertaald als De ziel van zwart Amerika, staat aan de basis van de zwarte vrijheidsstrijd in de twintigste eeuw. De literaire begaafde W.E.B. Du Bois beschrijft hoe raciale vooroordelen doorwerken in het alledaagse leven van zwarte mensen. Anders dan witte mensen, worden zij gedwongen tot een ‘dubbel bewustzijn’, waarbij ze zichzelf ook steeds door de ogen van de witte mens zien.
Met dit boek gaf Du Bois de aanzet tot een hernieuwd zwart zelfbewustzijn. Zo voedde hij de latere strijd voor toegang tot het hoger onderwijs. Inmiddels geldt het boek, waarin het ideaal van het panafrikanisme centraal staat, als een mijlpaal in de Afro-Amerikaanse literatuur.
De inleiding is van de hand van Stephan Sanders. Babah Tarawally laat in het nawoord zien dat Du Bois’ meesterwerk weinig aan actualiteit heeft ingeboet.
William Edward Burghardt Du Bois (1868–1963) promoveerde in de filosofie. Als vooraanstaand Amerikaanse mensenrechtenactivist richtte hij de National Association for the Advancement of Colored People op. Dit is, opmerkelijk genoeg, de eerste vertaling van zijn meesterwerk.
-