Geertje Lycklama à Nijeholt (1938-2014)
€ 29,90
Geertje Lycklama à Nijeholt, van eenvoudige Friese komaf, was zich al jong bewust van de invloed van armoede en gender op ontwikkelingskansen van mensen. Na haar studie in Amsterdam, zeven jaar ontwikkelingswerk in Pakistan en een verblijf van drie jaar in de Verenigde Staten, werd zij in Nederland een pionier op het terrein van internationale vrouwenrechten en ontwikkelingsvraagstukken. Dat was zij niet op, maar achter de barricaden.
Als eerste coördinator Internationale Vrouwenzaken op het ministerie van Buitenlandse Zaken, als eerste hoogleraar Vrouwenemancipatie, in Wageningen, en als eerste vrouwelijke rector van een onderwijsinstelling, het Institute of Social Studies in Den Haag, bouwde zij een indrukwekkend internationaal vrouwennetwerk op. In 1992 kreeg zij daarvoor de Aletta Jacobsprijs. Aan het einde van haar loopbaan was zij lid van de Eerste Kamer en voorzitter van de PvdA-fractie, en bleef ze zich inzetten voor een wereld met gelijke rechten en kansen voor iedereen.
Johanneke Liemburg (1952) schreef haar levensverhaal. Zij promoveerde eerder op een biografie van de Friese dichter, onderwijzer, journalist en politicus Fedde Schurer.
Gerelateerde boeken
-
-
Tussen Aduard en Auschwitz
De kampervaringen en de doorwerking daarvan in het leven van Elie Aron Cohen (1909-1993) staan in deze biografie centraal. De oorlog vormde voor hem niet alleen een breuk tussen twee werelden – gesymboliseerd door Aduard en Auschwitz – maar ook tussen Joden en niet-Joden. En zelfs binnen de naoorlogse Joodse gemeenschap trok Elie scheidslijnen. Scheidslijnen die een duidelijke hiërarchie in leed aangaven, maar waarmee hij ook zijn eigen naoorlogse exclusiviteit als kampoverlevende strikt afbakende.
Elie was naast kampoverlevende tevens arts en schrijver, aspecten die in zijn leven nauw met elkaar verbonden bleven. Het arts-zijn was, zoals hij het zelf cynisch omschreef, ‘het beroep voor de kampen’ en hielp hem te overleven. In zijn publicaties keerde Elie steeds opnieuw terug naar het kamp om zo te getuigen van wat er in de kampen gebeurd was en zijn eigen handelen als ‘prominent’ kritisch te bezien.
Deze biografie is grotendeels gebaseerd op uniek bronnenmateriaal; met name Elie’s naoorlogse correspondentie vormt de ruggengraat van deze biografie. De vele persoonlijke brieven werpen een helder licht op zijn leven en persoonlijkheid.
-
Joden van Leeuwarden
“Hartog Beem heeft de geschiedenis van de Joodse gemeenten buiten de Randstad op de kaart gezet. Daarvan is dit boek over Leeuwarden een onovertroffen hoogtepunt.” – Rabbijn Edward van Voolen
In 1974 verscheen de eerste editie van ‘Joden van Leeuwarden – Geschiedenis van een Joods Cultuurcentrum’. Als kenner van de joodse bronnen en jarenlang bestuurslid van de gemeente was Hartog Beem (1892 – 1987) als geen ander in staat Joods Leeuwarden van binnenuit te beschrijven, vanaf het prille begin in de zeventiende eeuw tot de jaren zeventig van de vorige eeuw. Hij was al in 1940 gevraagd maar het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leidde tot uitstel van de plannen. Architectuurhistoricus J.F. van Agt (1922-2013) voegde een hoofdstuk toe over de Friese synagogen, de meeste inmiddels verdwenen.
Voor deze herziene editie schreef Chaim Caran, genealoog van de Friese Joden, een hoofdstuk met nieuwe gegevens over de oudste en de meer recente geschiedenis van de Joden in de Friese hoofdstad, terwijl Edward van Voolen Hartog Beem aan de huidige lezers voorstelt. Ook is het nu voorzien van een namenindex.
De bewogen geschiedenis van de Joden van Leeuwarden krijgt een bijzonder perspectief door de vele citaten uit de notulen van de gemeente, eerst in het Jiddisch en later in het Nederlands. Het tragische lot van de joden in Leeuwarden en het moeizame naoorlogse herstel beschrijft Beem als ooggetuige met ingehouden emotie.
-