Geschiedenis van Drenthe

Een archeologisch perspectief

 39,50

Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.

Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.

Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Koninklijke Van Gorcum b.v.
Aantal pagina's:
352
Druk:
1
Uitgiftedatum:
17-04-2018
Gewicht:
1925 gram
Afmeting:
327x247x25 mm
ISBN:
9789023255642
Bekijk meer informatie over de auteur(s) van deze titel:

Gerelateerde boeken

  • Van Neanderthaler tot Rendierjager

    Van Neanderthaler tot Rendierjager

    Marcel Niekus, Yuri van Koeveringe
     17,50

    Van Neanderthaler tot Rendierjager

    ‘Van neanderthaler tot rendierjager’ is het eerste deel in een toegankelijk en rijk geïllustreerde reeks over de archeologie van Drenthe. Meer dan 115.000 jaar geleden liet een neanderthaler zijn vuurstenen werktuig achter in wat wij nu Drenthe noemen. Voor zover we weten was hij of zij de allereerste mens in deze contreien. In de daaropvolgende 85.000 jaar zou deze nu uitgestorven menssoort met tussenpozen in Drenthe verblijven. Van hun aanwezigheid zijn echter niet veel sporen achtergebleven. Alleen hun stenen werktuigen herinneren ons aan deze lang vervlogen tijden. Archeologen kunnen echter veel afleiden aan deze oeroude artefacten. Waar zijn ze voor gebruikt? Hoe zijn ze gemaakt en wat vertellen ze ons over het leven van de neanderthaler in Drenthe?

    Zo’n 40.000 jaar geleden stierf de neanderthaler uit en bleef de nieuwkomer Homo sapiens alleen achter. Omdat het noorden van Europa gevangen was in de ijskoude greep van de ijstijd leefden onze verre voorouders in eerste instantie alleen in meer zuidelijkere regio’s. Maar toen de temperatuur steeg, trokken ook deze jagers op den duur naar Drenthe. Omdat zij voornamelijk leefden van de jacht op rendieren, noemen wij hen ‘rendierjagers’. In een tijd van zeer snelle klimaatwisselingen aan het einde van de laatste ijstijd volgden verschillende rendierjagersculturen elkaar snel op. Ook van deze mensen zijn de meeste sporen volledig verdwenen, maar dankzij resten van hun kampementen, haardplaatsen en wederom stenen werktuigen vangen we een glimp op van hun dagelijks leven.

    In ’Van neanderthaler tot rendierjager’ vertellen wij het verhaal van deze prehistorische mensen die leefden in wat archeologen de Oude Steentijd noemen. In een voor ons onherkenbaar Drenthe, volkomen afhankelijk van het klimaat en van wat de natuur hen bood, hadden zij allen hun eigen manier om hier een bestaan op te bouwen. Maar of dit altijd even succesvol was….

    De reeks ‘Archeologie in Drenthe’ is een samenwerking van Stichting Het Drentse Landschap, Het Hunebedcentrum, Stichting Stone en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum.

     17,50
  • Nieuwe Drentse Volksalmanak 2022

    De Nieuwe Drents(ch)e Volksalmanak, opvolger van de Drentsche Volksalmanak (1837-1851), verschijnt sinds 1883. In de loop van de jaren is de almanak uitgegroeid tot historisch en archeologisch jaarboek van Drenthe. Het is hét podium voor zowel professionele onderzoekers als amateurhistorici en -archeologen die de resultaten van hun onderzoek op wetenschappelijk verantwoorde wijze aan een breed publiek willen presenteren.

    In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 2022 staan de volgende bijdragen:

    • Autochromen (kleurenfoto’s begin 20ste eeuw), Mark Goslinga
    • Een grensconflict tussen Coevorden en Dalen, Fred Sieders
    • Rechtsherstel van onroerend goed van Joden in Coevorden, Maarten Duijvendak
    • Herinneringscentrum Westerbork deel 3, Dirk Mulder
    • In Memoriam Johannes Diderik van der Waals (1925-2022), Wijnand van der Sanden
    • Jagers in een waterberging ─ Een Ahrensburg-site in de Asser wijk Kloosterveen, Jan van Rijn, Jaap R. Beuker, Ronald Popken en Bernard Versloot
    • Keutels in een berkenbroek ─ De vondst van uitwerpselen van een edelhert bij Kloosterveen, gemeente Assen, Bas van Geel, Jaap Beuker, Gert van Oortmerssen en Jan van Rijn
    • Mens en moeras 4 ─ Enkele laatste aanvullingen, Wijnand van der Sanden
    • Gedoopt of niet-gedoopt, dat is de kwestie ─ Kinderbegraafplaatsen uit de 11de eeuw onder de kerken van Vries en Norg, Pieter den Hengst
    • Klooster Dickninge en het grondbezit in Noord-Nederland (incl. geofysisch onderzoek), IJsbrand Boonstra en Theo Spek,
    • Coevorder kost – Een overzicht van archeobotanisch onderzoek in een Drentse vesting(stad) (13de-18de eeuw), Morvenna van Rijn en Welmoed Out
    • Van Eelde tot Havelte – Een definitieve kaart van de Drentse vondsten van G.H. Voerman, Jan van Rijn

    Wie geïnteresseerd is in het lange en rijkgeschakeerde verleden van Drenthe – van vuistbijl tot veenkolonie – mag de Nieuwe Drentse Volksalmanak niet missen.

     18,00
  • De Koloniën van Weldadigheid

    De Koloniën van Weldadigheid

    Een uitzonderlijk experiment
    Fleur Albers, Kathleen de Clercq, Marcel-Armand van Nieuwpoort, Marja van den Broek
     14,90

    De Koloniën van Weldadigheid

    De Koloniën van Weldadigheid, dat zijn zeven indrukwekkende culturele landschappen in Nederland en België. Zij vertellen een verhaal dat 200 jaar geleden is begonnen. Het is een verhaal van grootse ambities: armoede uitroeien, mensen een beter bestaan geven, arme grond bewerken… De schaal waarop dit gebeurde was ongekend. Twee eeuwen later beginnen de Koloniën aan een nieuwe toekomst. Ze zij wereldwijd uniek als getuigen van een Verlicht, utopisch experiment en van wat daarop volgde. Maak kennis met de Koloniën en hun fascinerende verhaal. Een verhaal van mensen.

    Kun je mensen door werk, opleiding en disciplinering weer de draad van hun leven doen oppakken? Hen uit de armoede halen? En daar een nationale ambitie en een privaat-publieke samenwerking van maken? Ja, wist de Maatschappij van Weldadigheid in 1818, toen ze haar eerste van zeven Koloniën van Weldadigheid oprichtte. Het werden er in zeven jaar vijf in het noorden van Nederland, en twee in België (in de Antwerpse Kempen).

    De proloog van het verhaal is er een van utopisch en verlicht denken. De mens en het landschap waren maakbaar, was de overtuiging. Uit de volgende hoofdstukken van het verhaal blijkt dat de werkelijkheid iets complexer in elkaar zat en zit. Zoals dat met verhalen vaker het geval is komen er ook donkere bladzijden in voor. Van maakbaar naar laakbaar, soms.

    De Koloniën evolueerden in twee eeuwen naar wat ze vandaag de dag zijn. Indrukwekkende landschappen met fraaie rechte lanen, ‘gewone’ dorpen, zorg- en penitentiaire instellingen en buitengewoon veel getuigen van wat er zich tweehonderd jaar lang heeft afgespeeld. Hier kreeg het levensverhaal van duizenden mensen en hun families mee vorm. Daar waren niet zelden ongemakkelijke gevoelens mee verbonden.

    Het ongemak heeft sinds enige tijd plaatsgemaakt voor trots, respect en waardering. De trots van families die zich sociaal en maatschappelijk hebben opgewerkt. Respect voor het natuurlijke en gebouwde erfgoed. En waardering die zich uit in de bescherming van het Kolonielandschap,
    dat zich ook verder ontwikkelt.

    De Koloniën van Weldadigheid, dat is een verhaal met veel hoofdstukken en vooral heel veel betrokken mensen. Dat is vandaag de dag niet anders. De toekomst ziet er alvast veelbelovend uit. Dit boek helpt om te begrijpen waar die toekomst vandaan komt en toont het bijzondere karakter van deze landschappen. Aan de hand van een verkorte geschiedenis laten we de verscheidenheid en uniciteit van de zeven Koloniën – vrije en onvrije – zien in tekst en beeld.

     14,90
  • Zul oes Sunterklaos wel kommen

    Zul oes Sunterklaos wel kommen

    Sinterklaasviering in Drenthe door de eeuwen heen
    Abel Darwinkel
     20,00

    Zul oes Sunterklaos wel kommen

    De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.

    Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.

    In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.

    “Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter

    “Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel

     20,00