Groningen verandert
€ 27,50
De stad Groningen verandert voortdurend. Oude gebouwen worden vervangen door nieuwe en plekken die qua inrichting niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen gaan op de schop.
Henk Tiggelaar legde de veranderingen van de afgelopen vijfendertig jaar zowel in de binnenstad als in de omliggende stadswijken op foto vast. Hij fotografeerde op cruciale momenten de open plekken en de locaties waar
gesloopt zou worden, en later vanaf precies hetzelfde punt de nieuwe situatie. Dat resulteerde in 2006 in zijn eerste fotoboek Groningen verandert, gevolgd door een tweede uitgave in 2009.
Een nieuwe fotoselectie vindt u in dit derde deel van Groningen verandert, waarin ook de inhoud van de twee vorige boeken is opgenomen. Het laat zien dat in Groningen, ook in de crisisperiode na 2008, volop gebouwd is. Een
prachtige uitgave die de beweging vastlegt in een stad die nooit af is. Een feest van herkenning!
Gerelateerde boeken
-
Het huisgeld en de penningen van de Maatschappij van Weldadigheid en de Rijksgestichten 1821-1871
In 1818 wordt onder de bezielende leiding van Johannes van den Bosch de Maatschappij van Weldadigheid opgericht. In Drenthe sticht hij verschillende koloniën, waar arme landgenoten de kans wordt geboden om door landarbeid een beter bestaan op te bouwen. De kolonisten worden er verplicht om in de koloniewinkels met eigen papieren en metalen huismunten te betalen. Inmiddels zijn de Koloniën van Weldadigheid Unesco Werelderfgoed.
Op meeslepende wijze vertelt Wiebe Nijlunsing hoe het stelsel van huismunten ontstaat en functioneert, waarbij hij de gebruikte munten beschrijft én verschillende situaties waarin deze gebruikt zijn. Daarmee geeft het boek een geheel nieuwe inkijk in de wijze van bestuur en in het dagelijks reilen en zeilen in de koloniën. Een beredeneerde catalogus geeft een helder overzicht van alle op dit moment bekende huismunten.
Dit boek wordt uitgegeven onder auspiciën van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Munt- en Penningkunde. www.koninklijkgenootschap.nl
-
Oranjekoek
Zoveel Friese bakkers, zoveel oranjekoeken. Een Fries feest is niet compleet zonder oranjekoek. Het zoete banket kent een lange historie en is uitgegroeid tot een feestelijk symbool. Maar zoals ‘dé Fries’ niet bestaat, heeft ook dé oranjekoek vele verschijningsvormen. In een tot fotostudio
omgebouwd busje is beeldend kunstenaar Tryntsje Nauta op bezoek geweest bij alle drieënnegentig Friese bakkers om hun oranjekoek te documenteren.Safolle bakkers, safolle oranjekoeken. In Frysk feest is net kompleet sûnder oranjekoeke. It swiete banket hat in lange histoarje en is útgroeid ta in feestlik symboal. Mar sa as ‘dè Fries’ net bestiet, hat ek dè oranjekoeke in soad ferskiningsfoarmen. Yn in ta fotostudio omboud buske gie keunstner Tryntsje Nauta op besite by alle trijeennjoggentich bakkers om harren oranjekoeke te fotografearjen.
There are as many oranjekoeken as there are bakeries. A Frisian party is not complete without oranjekoek. This sweet pastry has a long history and has gradually developed into a festive Frisian icon. But just as there is no stereotypical Frisian, likewise oranjekoek comes in many forms. In a minibus converted into a photographic studio photographer Tryntsje Nauta visited all the ninety-three bakeries to photograph their oranjekoek.
-
De rebel
Andreas Pum hat oan de ein fan de oarloch net folle oer. Hy hat noch ien skonk, in fergunning foar in draaioargel en in medalje op it boarst. Mar hy hat ek syn leauwe: yn minsken, yn alles dat boppe him stiet, yn it regear, yn God. Lykwols sil er dat geandewei allegear noch kwytreitsje, sadat er úteinlik net iens mear nei de himel ta wol.
Joseph Roth (1894-1939) skreau omtrint hûndert jier lyn dizze ynkringende roman oer in inerlike en uterlike omkear. Ek mei dit wurk lit Roth sjen dat er in skerp waarnimmer is fan persoanlike en maatskiplike ûntjouwingen dy’t fan alle tiden binne.
-
Fokje Pasma (1865-1956)
De doopsgezinde Friese boerendochter Fokje Pasma (1865-1956) was een zelfbewuste, dienstbare vrouw die haar eigen weg zocht. Ze was de muze van Pieter Jelles Troelstra, bevrijdde zich van een gewelddadige echtgenoot en verschafte zich economische onafhankelijkheid door als alleenstaande moeder alsnog een opleiding te volgen. Ze vestigde zich als vroedvrouw in Oostburg en Vlissingen, waar ze in 1914 het Moederhuis oprichtte. Ook was ze de stuwende kracht achter de oprichting van een Vereniging tot Kraamverzorging en Zuigelingenbescherming in Vlissingen.
Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra.