Groningen verandert
€ 27,50
De stad Groningen verandert voortdurend. Oude gebouwen worden vervangen door nieuwe en plekken die qua inrichting niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen gaan op de schop.
Henk Tiggelaar legde de veranderingen van de afgelopen vijfendertig jaar zowel in de binnenstad als in de omliggende stadswijken op foto vast. Hij fotografeerde op cruciale momenten de open plekken en de locaties waar
gesloopt zou worden, en later vanaf precies hetzelfde punt de nieuwe situatie. Dat resulteerde in 2006 in zijn eerste fotoboek Groningen verandert, gevolgd door een tweede uitgave in 2009.
Een nieuwe fotoselectie vindt u in dit derde deel van Groningen verandert, waarin ook de inhoud van de twee vorige boeken is opgenomen. Het laat zien dat in Groningen, ook in de crisisperiode na 2008, volop gebouwd is. Een
prachtige uitgave die de beweging vastlegt in een stad die nooit af is. Een feest van herkenning!
Gerelateerde boeken
-
nijntje in ut franekers
midden in un groate tún
stôn un leuk wit hús
dêr woanden twee kenyntsys in
menear en mefrou plús -
Soa het ut weest
Leeuwarden heeft een historische stadskern om zuinig op te zijn. In de eerste naoorlogse jaren leefde dat besef nog niet zo: het motto was ‘bouwen, bouwen, bouwen’ om de woningnood te lenigen. Vervolgens werd de auto als heilige koe omarmd en dreigden grachten gedempt en terpen geslecht te worden: rijden, rijden, rijden… Tot de babyboomers in opstand kwamen: niet alles hoeft plat.
Babyboomer en oud-redacteur van de Leeuwarder Courant Pieter de Groot (1946) besloot in 1997 deze en andere gebeurtenissen uit het stadsverleden in herinnering te roepen in de zaterdagkrant, met als kapstok vaak een actueel onderwerp. Van de inmiddels meer dan duizend columns liet hij er voor zijn 75ste verjaardag 75 uitzoeken. Na ruim 25 jaar blijkt niets zo vluchtig als de actualiteit en niets zo moeilijk als het voorspellen van de toekomst. -
-
De redding van het laatste grote natte heideveld van Nederland
Nederland heeft nog maar weinig natuur. Tenminste, volgens Europese begrippen. En toch – ons land had nog veel natuurarmer kunnen zijn. Rond 1900 maakte een groep landgenoten zich druk om de vele duizenden hectaren natuur, die jaarlijks werden ontgonnen en gecultiveerd voor economische activiteiten. Karakteristieke en cultuurhistorisch belangrijke landschappen gingen verloren, en de toen nog rijke flora en fauna kreeg klap na klap. Onder invloed van de honger naar grond voor onder meer landbouw en stadsuitbreiding ging Nederland op de schop, en veranderde onherkenbaar.
Dit boek beschrijft hoe de kaalslag van natuur, landschap en erfgoed voor een deel is voorkomen. Het is een eerbetoon aan de enorme inzet van natuurbeschermers zoals de in Nederland beroemde onderwijzer, schrijver en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse en vele gelijkgestemden. Dankzij hen telt Nederland nog enkele honderdduizenden hectaren natuur, karakteristiek landschap en erfgoed, voor altijd bewaakt en beheerd door diverse natuurbeschermingsorganisaties.
In dit boek wordt stilgestaan bij de moeite die het de natuurbeschermers kostte om te redden wat er te redden viel, in het hele land. Zo ook in Drenthe. Daar lukte het ruim 90 jaar geleden om – met grote moeite – heidegronden in het huidige Nationaal Park Dwingelderveld in Zuidwest-Drenthe te redden van ontginning. Zo werd het grootste aaneengesloten natte heideveld van Nederland gered, een karakteristiek landschap dat bijna verloren was gegaan