Hans Boelens (1717-1779)
€ 29,90
Hans Boelens (1717-1779), een Sneker vroedsman en handelaar, wijdde zijn leven aan zijn stad en haar minderbedeelden. Geboren in een tijd van economische bloei, bouwde hij een fortuin op als schipper en hoepmaker. Bij zijn dood liet hij, als kinderloze weduwnaar, zijn vermogen na aan de armen van Sneek, wat leidde tot de oprichting van het Hans Boelens Fonds.
Amateurhistoricus en stadsgids Gerben van Snits duikt in de geschiedenis van dit fonds, een weinig bekend eeuwenoud liefdadigheidsfonds dat diep verweven is met de stad Sneek en maar amper in de openbaarheid treedt. Wie was Hans Boelens, aan wie dit fonds zijn naam ontleent, en wat dreef deze mecenas om een fonds op te richten dat de tand des tijds heeft doorstaan? Van Snits onderzoekt hoe de oorspronkelijke doelstellingen van dit fonds in de loop der eeuwen zijn gerealiseerd en geeft een helder beeld van de impact die het fonds heeft gehad op het dagelijks leven in Sneek.
Gerelateerde boeken
-
Zuivelfabrieken in Friesland
In Friesland zijn sinds het einde van de negentiende eeuw meer dan 160 zuivelfabrieken gebouwd. Ruim een derde van de dorpen en steden had zo’n fabriek. Net als de kerk werd de zuivelfabriek een sociaal referentiepunt, een plek die de mensen in en rondom dorp of stad verenigde in een gemeenschappelijke activiteit, namelijk het maken van boter en kaas.
Van al die oude zuivelfabrieken zijn nog slechts enkele in bedrijf, en meer dan honderd zijn er – soms gedeeltelijk – afgebroken. Zuivelfabrieken in Friesland geeft voor het eerst een compleet en rijk geïllustreerd overzicht van deze fabrieken en hun geschiedenis.
In Zuivelfabrieken in Friesland plaatst historicus Marijn Molema de komst en ontwikkeling van de Friese zuivelfabrieken in een bredere, maatschappelijke context. Architectuurkenner Peter Karstkarel behandelt in het tweede deel de zuivelfabrieken alfabetisch per plaats. Hij gaat daarbij in op ontstaan, geschiedenis en architectonische kenmerken van zowel de fabriek als de directeurswoning.
De basis voor dit standaardwerk is de collectie van Robert Visser, die al zo’n dertig jaar alles verzamelt wat ook maar enigszins te maken heeft met zuivelfabrieken en industriële processen die daarin plaatsvonden. Een unieke collectie die in dit boek is vastgelegd.
-
Cache-sexe
This book asks why humans through history have covered their genitals and worn a cache-sexe. Does the cache-sexe merely provide protection, or is it an instrument to draw attention? Can the cache-sexe be used to stimulate certain thoughts? Why does not wearing a cache-sexe provoke shame one society but not in another? Are nudity and nakedness the same?
On his quest to answer these questions, the author takes the reader on a review of the anatomy of the female and male genitals and reflects on how this part of the human body has been perceived over time and in various cultures. The different types of male and female cache-sex are discussed with reference to comprehensive illustrations based on unique and sometimes previously unpublished examples of cache-sexes and photographic documentation. The book also pays attention to the covering of the ‘backside’. Following this 360° exploration of the use of the cache-sexe, the place of the cache-sexe in art and fashion is uncovered.
Philip Van Kerrebroeck is an urologist and professor emeritus of Urology at the University of Maastricht. Born in Leuven (Belgium), he trained in Surgery and Urology in Brussels, Utrecht, Nijmegen and San Francisco. Over the years, he has also developed an interest in the history of urology and cultural anthropology. He is currently chairman of the History Office of the European Association of Urology (EAU).
-
Friese kerken
Friesland is rijk aan middeleeuwse kerken. Gelegen op een terp, bepalen ze het landschap. Het bekendst zijn de romaanse dorpskerken met hun zadeldaktorens, maar ook de (romano-)gotiek en stijlen uit latere tijden hebben hun sporen achtergelaten. Veel van deze kerken bevatten ook nog een boeiend interieur, met typerende elementen als rouwborden en fraai versierde preekstoelen en herenbanken.
Dit boek van twee deskundigen op het gebied van de kerkbouw, besteedt aandacht aan al deze aspecten. In aanvulling op de tekst wordt het verhaal van de kerken geïllustreerd aan de hand van ca. 140 zeer fraaie fotos in kleur, elk met een uitvoerig bijschrift. -
Een Schricklijck Jaer
April 1672: koning Lodewijk XIV van Frankrijk verklaart de oorlog aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een dag later volgt zijn bondgenoot koning Karel II van Engeland. De bisschoppen van Keulen en Münster gaan een maand later mee in het bondgenootschap en vallen begin juni de Republiek binnen. Een Schricklijck Jaer gaat over deze oorlog, de oorlog van 1672 in het noordoostelijk deel van de Republiek.
Na de bisschoppelijke triomftocht langs de Overijsselse vestingsteden – die als rijpe appels in handen van de bisschoppen vallen – volgt de aanval op Coevorden. Ook die ‘onneembare’ vesting in het noorden valt binnen tien dagen. Maar daarna keert het tij voor de bisschoppen. De stad Groningen houdt stand, ondanks de enorme bommenregen van de bisschop van Münster, die bij dat beleg zijn bijnaam ‘Bombenberend’ verdient. Aan het einde van het jaar 1672 volgt de herovering van Coevorden, een spannend verhaal dat de geschiedenis ingaat als ‘De verrassing van Coevorden’.
Maar daarmee is de oorlog in de noordelijke gebieden nog lang niet ten einde. De bisschop van Münster heeft meer pijlen op zijn boog, waardoor Coevorden in een bizarre situatie terechtkomt.
Als dan eindelijk alle vijandelijke legers zijn vertrokken, moet het land weer opgebouwd worden. Dan komen, als vanzelf, alle eerdere politieke tegenstellingen weer opzetten die een snelle en effi ciënte wederopbouw tegenhouden. Bovendien gaat de oorlog nog steeds door, in het buitenland weliswaar, maar de kosten worden verhaald op de inwoners van de Republiek, ook op de tot op het bot verarmde bevolking van de provincies Stad en Lande (nu provincie Groningen), de Landschap Drenthe en Overijssel. De gevolgen van de oorlog, vooral voor het dagelijks leven van de gewone inwoners in die provincies, vormen de afsluiting van het boek.