Hans Boelens (1717-1779)
€ 29,90
Hans Boelens (1717-1779), een Sneker vroedsman en handelaar, wijdde zijn leven aan zijn stad en haar minderbedeelden. Geboren in een tijd van economische bloei, bouwde hij een fortuin op als schipper en hoepmaker. Bij zijn dood liet hij, als kinderloze weduwnaar, zijn vermogen na aan de armen van Sneek, wat leidde tot de oprichting van het Hans Boelens Fonds.
Amateurhistoricus en stadsgids Gerben van Snits duikt in de geschiedenis van dit fonds, een weinig bekend eeuwenoud liefdadigheidsfonds dat diep verweven is met de stad Sneek en maar amper in de openbaarheid treedt. Wie was Hans Boelens, aan wie dit fonds zijn naam ontleent, en wat dreef deze mecenas om een fonds op te richten dat de tand des tijds heeft doorstaan? Van Snits onderzoekt hoe de oorspronkelijke doelstellingen van dit fonds in de loop der eeuwen zijn gerealiseerd en geeft een helder beeld van de impact die het fonds heeft gehad op het dagelijks leven in Sneek.
Gerelateerde boeken
-
Simon Stevin (1548-1620)
Volgens Stevin is een natuurverschijnsel een wonder zolang het niet wordt doorgrond. Zodra men het natuurverschijnsel door theoretische beschouwingen of uitgevoerde of bedachte experimenten kan verklaren, is het geen wonder. Deze aanpak is de start voor een nieuwe manier om wetenschap te bedrijven. Stevin leefde in een eeuw van omwentelingen: de boekdrukkunst, de scheiding van de Nederlanden, de humanistische inzichten van Vesalius, Mercator, Dodoens … In die context ontpopte Stevin zich als een multidisciplinaire wetenschapper die bewust publiceerde in de volkstaal, het Nederduyts, om vooral de middenklasse van zijn tijd te bereiken. Hij boog zich over wiskundige problemen, maar dacht ook na over logica, legerorganisatie, omgangsvormen … Stevin publiceerde rentetabellen en verdedigde de theorie van Copernicus. Hij introduceerde in onze taal woorden zoals onder meer evenaar, omtrek, middellijn, scheikunde, evenwijdige
lijnen … -
Gestolen herinneringen
De teruggave van bezittingen van Nederlandse gevangenen van concentratiekamp Neuengamme€ 29,90Gestolen herinneringen
In het voorjaar van 1945 naderen de geallieerden het Duitse Rijk. De nationaalsocialisten proberen wanhopig alle sporen van hun gruweldaden uit te wissen. Te midden van deze chaos wordt in april 1945 het concentratiekamp Neuengamme ontruimd. De gevangenen worden op dodenmarsen gestuurd en de kampadministratie wordt verbrand.
De persoonlijke bezittingen van de gevangenen; portemonnees, horloges en sieraden die bij binnenkomst in beslag waren genomen, worden door SS-Oberscharführer Franz Wulf opgeslagen in zijn woonplaats Lunden. Na de Duitse overgave worden de circa 7.800 enveloppen door de Britse bezettingsmacht ontdekt en opgeslagen in een bank in Husum.
In de jaren 50 wordt een groot deel van de bezittingen teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren. Vanaf 1962 worden ongeveer 4.700 overgebleven enveloppen met bezittingen overgedragen aan Arolsen Archives, het grootste archief voor slachtoffers en overlevenden van de Tweede Wereldoorlog. De #StolenMemory-campagne in 2015 van Arolsen Archives markeert het begin van een hernieuwde zoektocht naar de rechtmatige eigenaren van ongeveer 2.500 enveloppen met bezittingen.
Door de toewijding van Arolsen Archives en met hulp van talloze vrijwilligers zijn vele bezittingen in de loop der jaren herenigd met de rechtmatige eigenaren, vaak familieleden van de slachtoffers. Deze emotionele reünie brengt niet alleen verloren voorwerpen terug, maar doet ook de herinneringen aan de slachtoffers herleven.
‘Gestolen Herinneringen’ vertelt over de reis die de bezittingen en hun eigenaren hebben gemaakt en illustreert hoe betekenisvol het is om de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te blijven herinneren.
-
24 uur in het oude Athene
Welkom in het Athene van 416 v. Chr. De stad heeft op dat moment ongeveer 30.000 inwoners, met meer genieën per vierkante meter dan ooit in de geschiedenis van de mensheid. Terwijl de stad op de rand van de rampzalige oorlog zweeft die het einde van haar gouden tijdperk zal betekenen, brengen wij vierentwintig uur met gewone Atheners door. Aan het woord komen
onder andere een tempelbewaker, een slavin, een dokter en een priesteres. Hun verhalen scheppen een levendig beeld van hoe het was om in die tijd te leven. De kaderteksten met citaten uit de klassieke literatuur en aanvullende informatie schetsen een beeld van een tijd die nog altijd enorm tot de verbeelding spreekt.Philip Matsyzak studeerde geschiedenis en is docent aan het Madingley Hall, Cambridge. Hij heeft een groot aantal boeken
op zijn naam, waaronder het vorig jaar verschenen 24 uur in het oude Rome. -
Niet meer blaffen naar de maan
Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?
Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.
Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.
‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen