Heksenjacht
€ 34,90
Heksen maken mensen, dieren en planten onvruchtbaar. Ze veroorzaken stormen, vliegen op bezems en beroven mannen van hun penissen. Dat is althans waarvan ze werden beschuldigd. De grote heksenvervolging kwam op in de zestiende en zeventiende eeuw, niet toevallig tijdens de Kleine IJstijd. De hoger gelegen gebieden in de Alpen werden door de kou onvruchtbaar en in heel Europa begon het meer te regenen. Vooral daarvan kregen oudere vrouwen, die niets meer konden bijdragen aan de lokale economie, de schuld. Ze werden beschuldigd van hekserij.
Ruud Vermeer beschrijft hoe de heksenjacht zich over Amerika en Europa verspreidde. De vervolgingen bereikten ook de Lage landen. Er vonden heksenprocessen plaats in onder meer het Vlaamse Nieuwpoort en de Nederlandse plaatsen Schiedam, Roermond, Amersfoort en Almen en het hoogveengebied De Peel.
Ruud Vermeer (1953) is schrijver, dichter, historicus en neerlandicus. Over magie publiceerde hij eerder het boek Aleister Crowley, De levensloop van een der grootste magiërs die ooit leefde. Hij was hoofdredacteur van Pandora, tijdschrift voor kunst & literatuur. Bij Noordboek verscheen eerder Meesters van de magie. Een geschiedenis van het westerse occultisme.
Gerelateerde boeken
-
God, de staat en andere vormen van dictatuur
Schud jezelf wakker uit je religieuze en kapitalistische sluimer!
« Als God bestond, zou men hem moeten afschaffen,» schrijft de Russische filosoof Michail Bakoenin in zijn essay ‘God en de Staat’. Bakoenin pleit voor een samenleving zonder God, zonder meester, zonder dictator, zonder wetenschappelijke genootschappen die ons van alles voorschrijven, zelfs zonder staat. Zijn belangrijkste teksten over vrijheid en dictatuur zijn hier opgenomen met een inleiding door Paul van Dijk.
Michail Bakoenin (1814–1876) was een Russische anarchistische filosoof. Tegenover het communistische ideaal van een sterke staat plaatste hij het idee van federale gemeenschappen met zelfbestuur. In 1848 was hij betrokken bij de opstanden in Parijs en Praag.
-
Cache-sexe
This book asks why humans through history have covered their genitals and worn a cache-sexe. Does the cache-sexe merely provide protection, or is it an instrument to draw attention? Can the cache-sexe be used to stimulate certain thoughts? Why does not wearing a cache-sexe provoke shame one society but not in another? Are nudity and nakedness the same?
On his quest to answer these questions, the author takes the reader on a review of the anatomy of the female and male genitals and reflects on how this part of the human body has been perceived over time and in various cultures. The different types of male and female cache-sex are discussed with reference to comprehensive illustrations based on unique and sometimes previously unpublished examples of cache-sexes and photographic documentation. The book also pays attention to the covering of the ‘backside’. Following this 360° exploration of the use of the cache-sexe, the place of the cache-sexe in art and fashion is uncovered.
Philip Van Kerrebroeck is an urologist and professor emeritus of Urology at the University of Maastricht. Born in Leuven (Belgium), he trained in Surgery and Urology in Brussels, Utrecht, Nijmegen and San Francisco. Over the years, he has also developed an interest in the history of urology and cultural anthropology. He is currently chairman of the History Office of the European Association of Urology (EAU).
-
Op reis met de Klipfontein
In 1946 monsterde Toine de Meijer als scheepsarts aan op de Klipfontein, een vrachtschip met passagiersaccommodatie. Zijn eerste reis was naar Nederlands-Indië, waar ze onder andere militairen naartoe brachten en repatrianten ophaalden. Vervolgens voer hij langs de kusten van Afrika en ten slotte naar West-Indië. Bijna dagelijks schreef hij brieven aan zijn ouders en vertelde daarin over de plaatsen die hij bezocht, het leven aan boord en over de mensen die hij ontmoette. Toine was een humoristische en vaak vileine observator. De welgestelde elite met wie hij dineerde aan de officierstafels, de bemanning, de dekpassagiers met hun levende have, de mensen aan de wal: ze komen tot leven in zijn beschrijvingen én in zijn potloodtekeningen. Ook geven de brieven een inkijk in de koloniale wereld waarin Europa destijds nog volop verkeerde, met de grote verschillen tussen de westerse passagiers en de inheemse bevolking.
Tijdens de eerste reis met de Klipfontein ontsproot de liefde tussen Toine en Steventje Ligtelijn. Ze trouwden in 1948 en uiteindelijk besloot Toine zijn varende bestaan op te geven en huisarts aan wal te worden. Hun oudste dochter, Mirjam de Meijer, kreeg pas na de dood van haar ouders de brieven in handen. Ze besloot deze brieven te bundelen in dit boek. Een uniek stuk familiegeschiedenis wordt hiermee blootgelegd, maar ook een reisverhaal dat een interessant tijdsbeeld geeft, met als rode draad het reilen en zeilen van een scheepsarts.
-
De papegaai is niet dood
Geheim agenten Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters-Gent 1944€ 27,50De papegaai is niet dood
Gent 1944
Marc Verschooris, geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA, haalt drie geheim agenten voor het voetlicht: Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters. Op basis van tal van tot nu toe onbekende archiefstukken, ook familie-archieven, reconstrueert hij hun verzetsdaden. Vele nooit eerder gepubliceerde foto’s tonen de onverschrokken helden van toen.
Geheim agent Albert Mélot wordt geparachuteerd op 11 april 1944 en krijgt Gent als werkterrein. In de donkere nacht van de ‘nieuwe maan van mei’ springt ook zijn marconist, Albert Wouters, uit het vliegtuig. Een week na D-Day is het over en uit voor Mélot: de Duitsers brengen hem naar de Gentse gevangenis waar nog een ander geheim agent gevangenzit: Albert Deweer.
Het verzet wil beiden koste wat kost bevrijden. Op 15 juli 1944 wordt Mélot bevrijd uit een Duitse gevangeniswagen in de Gentse Papegaaistraat. De gevolgen van deze daad zijn dramatisch. Ongeveer 100 mensen, onder wie de familie Mélot, worden opgepakt. Een groot deel wordt in concentratiekampen vastgezet. De dodentol bedraagt ongeveer zestig personen.
Albert Deweer komt vrij door omkoping. Het geld wordt ter beschikking gesteld door een economische collaborateur die op een toekomstige clementie rekent. In oktober 1945 zal Deweer zijn ‘redder’, ter dood veroordeeld, op een spectaculaire manier uit dezelfde gevangenis halen en naar Frankrijk brengen waar hij als uitvinder geschiedenis zal schrijven.
Albert Wouters heeft minder geluk. In de eerste bevrijdingsmaand en met de radio op pad, treft hij de allerlaatste Duitsers, die hem genadeloos doden.
Met meer dan 100 foto’s, vaak niet eerder gepubliceerd