Het beschavingsfront
€ 19,90
In de loop der eeuwen zijn we gevoeliger geworden voor het leed van de ander. Opmerkelijk genoeg zijn het juist rampen die dit sensibiliseringsproces aanjagen. Oorlogen, hongersnoden, rampen en pandemieën maken het leed van de ander zichtbaar en zetten ons zo op het spoor van meer empathie en meer beschaving.
Socioloog Frank Hermans laat zien hoe dit wereldwijde beschavingsproces zich heeft voltrokken en hoe gezondheidszorg nu aan de frontlinie ligt van de oprukkende menselijkheid. Daar melden zich de slachtoffers van een chronische overbelasting van mens en milieu. Empathie met hen zal leiden tot een volgende stap in het beschavingsproces.
Een nieuwe beschavingstheorie in de traditie van Norbert Elias en Johan Goudsblom.
Frank Hermans is socioloog. Hij promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam op het onderwerp trauma en beschaving. Hij publiceerde eerder onder meer Het mondiale beschavingsproces en De evolutie van het medeleven.
Gerelateerde boeken
-
39-45. De Tweede Wereldoorlog
Onmisbaar basiswerk. Unieke foto’s, vaak nog niet eerder gepubliceerd, laten de harde werkelijkheid zien. 50 kaarten die speciaal voor deze publicatie werden ontwikkeld, tonen stap voor stap de militaire zetten.
Met de inval in Polen wierp Hitler de lont in het kruitvat. De wereld raakte verwikkeld in de meest destructieve oorlog uit de geschiedenis: de Tweede Wereldoorlog. Luc De Vos en Dave Warnier focussen eerst op de oorzaken van deze wereldbrand. Ze doorgronden de diepe wrok van het Duitse volk na het onzalige verdrag van Versailles: 300.000 hongerdoden in Duitsland, een totaal geknakte economie, annexaties van grondgebied. Het is dé voedingsbodem voor het nationaal-socialisme.
39-45. De Tweede Wereldoorlog stelt het militaire verhaal centraal: aanvallen te land, te lucht en te water, verdedigingsstrategieën, afleidingsmanoeuvres, sleutelpersonen- en momenten, miljoenen slachtoffers… Speciale aandacht gaat naar België: het belang van de Antwerpse haven, de opstelling achter het Albertkanaal, de artilleriestelling op het fort Eben Emael, de strijd om de Ardennen, de KW-linie aan de Schelde, de ultieme slag aan de Leie en, na een lange bezetting, de bevrijding.
Luc De Vos is professor emeritus aan K.U.Leuven. Hij is dé expert militaire geschiedenis van de Lage Landen.
Dave Warnier is kapitein-commandant in het Belgisch Leger. Hij is militair repetitor in de leerstoel geschiedenis aan de Koninklijke Militaire School in Brussel.
-
Lege plekken
Van de grote Joodse gemeenschap die Groningen kende, keerde na de oorlog vrijwel niemand terug. De voormalige Joodse buurt in en rond de Folkingestraat was uitgestorven, de synagoge bood veel meer ruimte dan de kleine gemeenschap kon vullen en benadrukte zo de afwezigheid van velen. De titel ‘Lege plekken’ verwijst naar deze afwezigen, maar ook naar de leegte die zij achterlieten in bredere zin: in het straatbeeld en de herinnering.
In dit boek wordt de plaats van de Joodse gemeenschap in de niet-Joodse omgeving geanalyseerd; in het bijzonder de relatie tussen de gemeente Groningen en haar Joodse stadjers. Op welke wijze is er in en na de oorlog met Joods vastgoed omgesprongen en was daarbij sprake van rechtsherstel? Ook de rol die de Groningse politie had bij het arresteren en deporteren van Joden wordt belicht, evenals de criteria waarmee de naoorlogse zuivering binnen het politieapparaat plaatvond. En hoe verliep de terugkeer en opvang van Joodse repatrianten na de oorlog? Daarbij wordt nagegaan wie hen onderdak verleenden of hen voorzagen van de benodigde kleding en voeding. Het afsluitende hoofdstuk analyseert de ontwikkelingen in de naoorlogse herinneringscultuur. Aan de orde komen de monumenten en de verschillende wijzen waarop deze de ontstane leegte vertolken. Zo trachten verscheidene historici in dit boek de ontstane leegte te markeren en te duiden.
Stefan van der Poel is universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de Joodse en Midden-Europese geschiedenis. In 2004 promoveerde hij op Joodse stadjers. De joodse gemeenschap in de stad Groningen, 1796-1945.
-
Spitten voor de vijand
Meer dan honderdduizend mannen werden vanaf september 1944 opgeroepen om te werken aan Duitse verdedigingswerken in Nederland. In de nog bezette provincies werden de arbeiders gedwongen tewerkgesteld aan de bouw van tankgrachten, loopgraven en schuttersputjes, vaak onder slechte omstandigheden. Voor de Duitsers was het belang groot om de geallieerden zo lang mogelijk tegen te houden. Er werd dan ook hard opgetreden tegen weigeraars.
Voor velen waren de principiële bezwaren te groot, zij besloten onder te duiken. Anderen hadden die mogelijkheid niet. Zij probeerden zich aan te passen aan de omstandigheden en saboteerden waar ze maar konden. Een groot deel van deze zogenoemde spitters zag kans om te vluchten of keerde niet terug van verlof. Zij waren daarna veroordeeld tot een leven als onderduiker. Zij die als onderduikers tijdens de vele razzia’s, of door verraad, werden gepakt, kwamen na een verblijf in een gevangenis in een strafkamp in Duitsland of Drenthe terecht.
Eén van die mannen was Eelke Dijkstra. Samen met dertig anderen werd hij in november 1944 vanuit het Huis van Bewaring in Leeuwarden overgebracht naar Yde, een klein Drents dorpje onder de rook van Groningen. Zijn oorlogsdagboek was voor zijn kleinzoon en auteur Erik Dijkstra aanleiding om onderzoek te doen naar het vergeten strafkamp in Yde. Wat volgde was een reis door de geschiedenis waarin bijzondere ontdekkingen werden gedaan en veel betrokkenen voor het eerst hun verhaal vertelden. Door intensief archiefonderzoek kwamen schokkende feiten boven water over vier gefusilleerde dwangarbeiders in november 1944. De vele brieven, dagboeken en getuigenissen vertellen samen het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe.
Erik Dijkstra is schrijver/journalist en doet al jaren onderzoek naar de tewerkstelling in Drenthe.
-
De Wonsstelling
Met veel te weinig manschappen, militair materieel en slechts met geïmproviseerde versterkingen verdedigde het Nederlandse leger in mei 1940 de Friese Wonsstelling tegen de Duitse aanval. Dit met unieke foto’s en kaarten geïllustreerde boek geeft een uitputtend verslag van de voorbereidingen en de gevechtshandelingen, gebaseerd op nooit eerder gepubliceerde verslagen en persoonlijke aantekeningen van militairen en burgers. De strijd, die aan Nederlandse zijde 18 doden kostte, werd altijd terloops beschreven als voorspel van de aanval op Kornwerderzand. Voor het eerst krijgen de militairen die in de Wonsstelling hebben gediend een waardig eerbetoon in dit naslagwerk.
Adjudant b.d. Jacob Topper (75) is plaatsvervangend conservator van het Kazemattenmuseum Kornwerderzand en werkt al ruim dertig jaar als vrijwilliger voor dit museum.