Het Heilige Roomse Rijk en de Friese vrijheid
€ 27,90
In het laatmiddeleeuwse Friesland, tussen Zuiderzee en Wezer, was geen plaats voor graven, hertogen of bisschoppen, maar ontwikkelde zich een reeks van ‘republiekjes’, waar óf gekozen rechters óf plaatselijke machthebbers een zwakke vorm van gezag uitoefenden. Dit staat bekend onder het begrip ‘Friese vrijheid’. Friesland was gelegen aan de rand van het Heilige Roomse Rijk, waaronder het ressorteerde. Dit boek laat zien dat dit Rijk in de vijftiende eeuw serieuze pogingen in het werk stelde om de Friese landen in de Rijksstructuur te integreren. Dit gebeurde door de Friese vrijheid te bevestigen en tegelijk de Friese landen nauwer aan het Rijk te binden. Dit uitermate interessante experiment liep uit op een grandioze mislukking. Hiervan wist uiteindelijk een Duitse vorst, hertog Albrecht van Saksen, te profiteren en zo verloor Friesland in 1498 zijn onafhankelijke status.
Het begrip Friese vrijheid klinkt nog steeds door in het hedendaagse Fryslân.
Oebele Vries is historicus. Hij promoveerde op dit proefschrift en is verder de auteur van verscheidene publicaties op het gebied van de middeleeuwse geschiedenis van Friesland, de Oudfriese filologie en de bezettingstijd.
Gerelateerde boeken
-
Helmen vol verhalen
Helmen Vol Verhalen is een landelijk project waarin veteranen worden gekoppeld aan kunstenaars, die het persoonlijke missieverhaal van de veteraan vertalen in een kunstwerk waarin de ‘helm’ als metafoor voor het militaire beroep is verwerkt. In het boek Helmen Vol Verhalen worden de verhalen van de veteranen opgenomen en ook het verhaal van de kunstenaar achter het werk. Het vertelt waarom en hoe het kunstwerk tot stand is gekomen. Op de voorgrond staat het verhaal van de veteraan, over ‘op missie gaan’. Veel Nederlanders kunnen zich daar niets bij voorstellen. Deze verhalen geven een indrukwekkend inzicht in de werkelijkheid en de impact dat het heeft op de veteranen en hun thuisfront.
Als oud-matroos en veteraan leidt Amy van Son het project Helmen vol verhalen. ‘In vroegere tijden rukte het hele dorp uit om haar krijgers binnen te halen na een veldslag. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Zeker niet als het ‘jonge’ veteranen betreft. Om weer meer begrip en erkenning voor veteranen te krijgen, moeten burgers weten wat het betekent om naar een oorlog gestuurd te worden. Maar veel veteranen vinden het moeilijk hun ervaringen onder woorden te brengen. Daarom laten we veteranen hun verhaal vertellen aan een kunstenaar. Die vertaalt dat naar een kunstwerk. Het proces, het eindresultaat en de band die daaruit ontstaan, zijn helend.’
Ook voor Amy zelf. ‘De onthulling van elk kunstwerk – tweeëntwintig tot nu toe – emotioneert me telkens weer. Want door iets te betekenen voor anderen, erken ik ook mezelf.’Amy van Son brengt met Helmen vol verhalen een eerbetoon aan degenen die hun leven gewijd hebben aan de bescherming van vrijheid en vrede. Dit boek is een diepgaande en aangrijpende ervaring die je kijk op oorlog, moed en menselijkheid zal veranderen.
-
Hannekemaaiers en Kiepkerels
Vanaf de Gouden Eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog kwamen elk voorjaar duizenden seizoenarbeiders vanuit Duitsland naar Nederland om de boeren te helpen bij de hooioogst. Ze werden hannekemaaiers, mieren of poepen genoemd. Individueel of in groepjes boden ze zich aan. Boeren in het noorden hadden gemiddeld twee tot vier hannekemaaiers aan het werk. Sommigen kwamen jaar na jaar terug bij dezelfde boer. Anderen handelden in linnenwaren. Deze ‘lapkepoepen’ vormden de basis van talloze winkels en bedrijven in kleding en textiel die nu nog steeds in Nederland aanwezig zijn.
In Hannekemaaiers en Kiepkerels beschreef Kornelis Mulder (1916-1978) de geschiedenis, de herkomst en de invloed van deze seizoenarbeiders. -
-
Moed en tegenspoed
Vergeten vrouwengeschiedenissen
De Bourgondische tijd was in alle opzichten voorspoedig maar niet voor de positie van de edelvrouw. In deze overgangstijd van middeleeuwen naar renaissance pikten mannen het niet langer dat vrouwen in eigen naam bestuurden. De vrouwen verzetten zich, soms met de moed der wanhoop, tegen deze evolutie. De eerste vrouw die alarm sloeg was Christine de Pisan (†1430), maar ook later bestreden vele edelvrouwen de teloorgang van hun waardigheid. Tien edelvrouwen passeren de revue: Margaretha van Brabant, Margaretha van Male, Christine de Pisan, Jeanne d’Arc, Isabella van Portugal, Guigone de Salins, Jacoba van Beieren, Maria van Bourgondië, Johanna de Waanzinnige, Margaretha van Oostenrijk. Ze waren vaak moedig maar steeds meer machteloos. De Maesschalck brengt deze vrouwen voor het voetlicht en laat hen opnieuw schitteren. Tussendoor gaat aandacht naar fenomenen als bastaards, nonnen, begijnen, zieneressen, politiek actieve vrouwen en vermeende heksen, vrouwenkleren en juwelen, en bovenal naar liefde, seks en ongepaste mannengrappen.
Edward De Maesschalck publiceerde spraakmakende boeken over de Bourgondische vorsten, de graven van Vlaanderen en de Habsburgers.