Het paard
€ 29,90
Wim Romijn ging op zoek naar het boerenpaard en de laatste boeren die nog met paarden werken. Gefascineerd door de bijzondere relatie tussen mens en dier, legde hij vast hoe deze samenwerking op het platteland langzaam verdwijnt. De kennis, tradities en diepe verbondenheid met hun dieren vormen een waardevol cultureel erfgoed dat dreigt verloren te gaan.
Het paard is een eerbetoon aan deze wereld. Het boek brengt herinneringen samen aan het boerenpaard en de agrarische tradities van vroeger, maar weerspiegelt ook Romijns eigen loopbaan als paardenschilder. Hij legt de unieke band tussen mens en paard vast – de wederzijdse afhankelijkheid, het vertrouwen en de eeuwenoude samenwerking. Met zijn kunst vangt hij niet alleen de kracht en schoonheid van het paard, maar ook de verhalen en emoties die ermee verweven zijn.
Wim Romijn publiceerde eerder al negen platenboeken. Tevens verzorgt hij als paardenschilder diverse rubrieken in kranten en tijdschriften.
Gerelateerde boeken
-
-
De Scharrelaar
Vogels en goed geschreven verhalen: een ideale combinatie! Vanaf november verschijnen weer de mooiste verhalen, essays, reportages en hedendaagse poëzie over vogels, in een mooie vormgeving.
In De Scharrelaar, hét halfjaarlijkse tijdschrift over vogels met verrassende fictie en nonfictie verhalen, lees je als eerste het nieuw werk van je favoriete Nederlandse en Vlaamse (natuur)schrijvers zoals Marja Vuijsje, Stefan Brijs, Remco Daalder, Luc Hoogenstijn, Rob Buiter, Nienke Beintema, Achilles Cools, Dik van der Meulen en vele anderen. Daarnaast worden in ieder nummer vogelillustraties afgebeeld van gerenommeerde kunstenaars, zoals Erik van Ommen, Sabine Liedtke en Roos Holleman. In het komende nummer staan vogeletsen van Han van Hagen centraal.De redactie bestaat uit uitgever Emile Brugman, Volkskrant-journalist Jean-Pierre Geelen, NRC-journalist Saskia van Loenen en schrijver Alexander Reeuwijk. Zij laten de schrijvers, dichters en kunstenaars schitteren onder het motto: vogels zijn onze cultuur!
-
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.