Het voorjaar gaat door
€ 29,90
Op zijn tachtigste zocht David Hockney voor het eerst de rust op van het platteland, waar hij de zon kon zien ondergaan en de wisseling van de seizoenen kon bekijken, en waar hij de gekte van de wereld op afstand kon houden. In La Grande Cour, de eeuwenoude Normandische boerderij, wachtte Hockney op de komst van de lente. Hockney gaat volledig op in zijn anderhalve hectare grond in Noord-Frankrijk en de onderwerpen die hem al jaren¬lang fascineren: licht, kleur, ruimte, waarneming, water, bomen. We kunnen veel van hem leren, over hoe we moeten kijken… maar ook over hoe we moeten leven.
Het voorjaar gaat door is de neerslag van de intense gesprekken tussen kunstrecensent Martin Gayford en Hockney. Hun gedachtewisseling is geïllustreerd met een selectie van Hockneys nieuwe, nog ongepubliceerde Normandische iPadtekeningen en schilderijen, en met werk van Monet, Van Gogh, Bruegel en anderen. Het resultaat is een opbeurend manifest dat laat zien hoe kunst ons kan optillen en inspireren.
Martin Gayford is kunstcriticus voor The Spectator en auteur van verschillende boeken over kunst en over Hockney.
Gerelateerde boeken
-
Dichter bij Vincent
Zijn hele carrière beeldde Vincent van Gogh alledaagse objecten uit in zijn tekeningen en schilderijen. Enkele van zijn materiële attributen zijn dankzij Vincents schoonzus Jo van Gogh-Bonger (1862-1925) bewaard gebleven, zoals een Franse aardewerken bloemenvaas, een Normandische koperen melkkruik en een Franse rieten stoel waarin een aantal van zijn Franse modellen poseerden. Veel van zijn befaamde bloemstillevens tonen ‘vazen’ die dit eigenlijk niet zijn. Vincent plaatste zijn boeketten in uiteenlopende objecten, zoals majolica apothekerspotten en aardewerken voorraadpotten. Sommige objecten bieden soms verrassende inzichten in de ontstaansgeschiedenis van zijn werk. Uit recent onderzoek van kunsthistorica Alexandra van Dongen blijkt dat een precieze identificatie van alledaagse objecten soms nieuw licht kan werpen op de mogelijke plaats van vervaardiging en de datering van zijn werk. Zo blijkt een doodeenvoudige aardewerken steelpan, afgebeeld op zijn Stilleven met aardappels, afkomstig te zijn uit het Zuid-Franse pottenbakkerscentrum Vallauris. Alexandra van Dongen richt onze ogen op kleine details, op voorwerpen waar we gewoonlijk geen acht op slaan, maar die wel bijzonder betekenisvol zijn om het werk van Van Gogh nog beter te doorgronden
-
Tames Oud
De op Ameland geboren Tames Oud (1895-1953) is een uitzonderlijke Friese kunstenaar uit de vorige eeuw. Zoals veel Amelander jongens was hij in de eerste plaats een zeeman. Vanaf 1918 werkte Tames Oud in een suikerfabriek, als glasblazer, huisschilder en -decorateur, sjouwer en kroegbaas. Niettemin werkte hij steevast aan zijn oeuvre. In 1920 vestigde Tames Oud zich in België en volgde hij de Academie voor Schone Kunsten in Brussel. Hij koos voor het vak ‘kunstschilder’ toen hij eind 1938 naar Den Haag verhuisde.
Ondanks dat zijn werk sterk werd beïnvloed door Vlaamse pointillisten en expressionisten, bleef het een eigen karakter behouden. Zowel in zijn schilderijen, grafiek als tekeningen zocht Oud naar krachtige, eenvoudige vormen en koos hij onderwerpen uit het dagelijkse bestaan van boeren en vissers. De herinneringen aan zijn eiland van herkomst bleven daarbij altijd een rol spelen.
Het boek verschijnt bij de gelijknamige overzichtstentoonstelling in Museum Belvédère en de Stichting Amelander Musea, te zien van 17 juni tot en met 24 september 2023.
-
De keunst as útwei
Wat makke dat Simke Kloosterman keas foar in bestean as skriuwster, en dan ek noch yn it Frysk? Wat feroarsake de mankelike toan, dy’t ek yn it wurk fan har heit Jan Ritskes werom te finen is? En hokker rol spile har ferloving en lettere freonskip mei Douwe Kalma? Philippus Breuker besiket yn dizze biografy har langsten en lotgefallen yn libben en wurk te ûntriedseljen.
Simke hat mei har keunst in útwei út de ellinde fan har jonge jierren fûn, mar sykte en twivel oan de wearde fan dy keunst hawwe har letter it betreklike fan har stribjen fiele litten. Dochs is de Fryske literatuer net sûnder har te tinken. Mannich boek fan har hat noch altyd syn leafhawwers.Philippus Breuker (1939) publisearret oer skiednis, taal en literatuer fan Fryslân. Earder ferskynde fan syn hân De Gouden Iuw yn Boazum en Fryslân yn de Gouden Iuw.