In staat van beleg
€ 19,90
Zo’n 2500 jaar geleden verscheen het eerste militaire handboek uit de Europese literatuur, een ‘doe-het-zelf-boek’ over oorlog. Ene Aeneas (Grieks: Αἰνείας, Aineias) componeerde In staat van beleg. Het leert hoe men de bevolking rustig houdt, een burgermilitie organiseert, en het behandelt de nieuwste technologieën van die tijd: hoe saboteert men een stadspoort, schrijft men geheimtaal, en bouwt men een brandbom? Deze leerzame instructies worden afgewisseld met revolutionaire listen. Wie zijn tegenstanders belegert, doet dat immers met behulp van verraders van binnenuit.
In staat van beleg van Aeneas Tacticus hoort thuis in het rijtje van boeken over strategie en tactiek van bijvoorbeeld Macchiavelli en Sun Tzu. Maar Aeneas’ werk biedt ook tientallen fascinerende anekdotes en een unieke inkijk in de dagelijkse realiteit in het Griekenland van de vierde eeuw voor Christus, waarin oorlog een vaststaand onderdeel was van het leven.
Henric R.J. Jansen is classicus aan de Universiteit Leiden, waar hij een promotieonderzoek verricht naar militaire innovatie in de Griekse en Romeinse oudheid.
Gerelateerde boeken
-
Geschiedenis van Drenthe
Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.
Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.
-
Kamp Westerbork gefilmd
In 1944 werden in kamp Westerbork op uitgebreide schaal filmopnamen gemaakt. Dit materiaal is uniek; het zijn voor zover bekend de enige filmbeelden uit de nazi-kampen in oorlogstijd. Wereldberoemd zijn de fragmenten geworden van het angstig uit een wagon kijkende meisje of van de vertrekkende deportatietrein. Hoewel velen deze beelden kennen, was er decennialang weinig bekend over de film. Onderzoekers Koert Broersma en Gerard Rossing beschrijven in Kamp Westerbork gefilmd de resultaten van hun diepgaande research naar de achtergronden van deze film, die in 2017 werd opgenomen in het Unesco Memory of the World Register. Hiermee zijn de film en het bestaande filmscript officieel erkend als documentair werelderfgoed.
In dit boek worden eerdere conclusies tegen het licht gehouden en zijn alle recente ontwikkelingen en uitkomsten verwerkt. Bij het nieuwe onderzoek kwamen vele opmerkelijke feiten naar voren. Zo werden bijvoorbeeld tot voor kort onbekende personen op de filmbeelden geïdentificeerd. De analyse van de onlangs gerestaureerde (en gedeeltelijk ingekleurde) beelden gaf ook andere geheimen prijs. Deze leveren een boeiende reconstructie op van het hoe en waarom van de Westerbork-film en voegen een nieuwe dimensie toe aan één van de belangrijkste visuele getuigenissen uit de Tweede Wereldoorlog.
Koert Broersma (1955) schreef tot dusverre diverse boeken over uiteenlopende onderwerpen. Als vrijwillig onderzoekmedewerker was hij enkele jaren verbonden aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork. In 1993 zag zijn biografie Buigen onder de storm, over de Amsterdamse journalist Philip Mechanicus het licht. In 2019 verscheen hiervan een herziene en aangevulde druk. In 1997 publiceerden Gerard Rossing en hij de eerste editie van Kamp Westerbork gefilmd, gebaseerd op het onderzoek dat zij naar deze film verrichtten. In 2016 publiceerde Broersma een interviewbundel over de Drentse bluesband Cuby & the Blizzards (Somebody will know someday), dat een jaar later de Publieksprijs van de Drentse Historische Vereniging won.
Gerard Rossing (1959) werkt als documentalist bij Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Hij hielp Broersma bij de herziene versie van de Mechanicus-biografie Buigen onder de storm en was in de jaren negentig van de vorige eeuw intensief betrokken bij het oorspronkelijke onderzoek naar de Westerbork-films. Voor deze nieuwe, herziene uitgave werkten Rossing en Broersma wederom samen.
-