Inquisitie in de middeleeuwen
€ 29,90
1231. Paus Gregorius IX rekruteert dominicanen als de eerste inquisiteurs. Aanvankelijk richten ze hun pijlen op katharen en waldenzen, daarna op bekeerde joden, melaatsen, spirituele franciscanen, begijnen en tempeliers. Duizenden sterven op de brandstapel.
De auteur vertrekt van de getuigenissen van de middeleeuwse inquisiteurs en hun slachtoffers. Bisschop Jacques Fournier verhaalt in zijn inquisitieregisters hoe hij de bekeerde jood Baruch probeert te overtuigen van Jezus’ menselijke én goddelijke natuur. Paus Clemens v geeft de grootmeester van de tempeliers de pauselijke absolutie in het Perkament van Chinon (hoewel die grootmeester enkele jaren later toch op de brandstapel belandt). Dante Alighieri laat in zijn Divina Commedia de ketters jammeren en weeklagen vanuit gloeiendhete graftomben. En natuurlijk is er ook de Grootinquisiteur van Fjodor Dostojevski die uitlegt waarom hij niet van Jezus houdt.
Dit boek is de neerslag van de persoonlijke zoektocht van de auteur naar historische waarheid, langs middeleeuws procesrecht en dito bronnen, maar ook langs hedendaagse schrijvers. Een boek over boeken, gekruid met een flinke dosis onderzoeksjournalistiek en persoonlijke bemerkingen.
Bernadette Demeulenaere is doctor in de rechten en criminologe.
Gerelateerde boeken
-
Alle Middeleeuwse kerken in Friesland
De mooiste en gaafste middeleeuwse kerken van Europa staan onder andere in het vlakke land van Friesland. Ze behoren tot de vroegste getuigenissen van de christelijke cultuur in het Noorden. Architectuurkenner Peter Karstkarel brengt in dit ambitieuze boek een overzicht van deze juweeltjes. Hij bezocht 136 monumentale kerken in de provincie Friesland. Dit leverde uitvoerige beschrijvingen op, met adembenemende foto’s van exterieur en interieur.Het geheel wordt gecompleteerd met duidelijke kaarten die de lezer in staat stellen om zelf op ontdekkingstocht te gaan. Tekst en beeld zorgen ervoor dat het een spectaculair standaardwerk is over deze mooie middeleeuwse kerken. Wegens blijvende vraag naar dit boek is er nu deze herdruk.
-
Moed en tegenspoed
Vergeten vrouwengeschiedenissen
De Bourgondische tijd was in alle opzichten voorspoedig maar niet voor de positie van de edelvrouw. In deze overgangstijd van middeleeuwen naar renaissance pikten mannen het niet langer dat vrouwen in eigen naam bestuurden. De vrouwen verzetten zich, soms met de moed der wanhoop, tegen deze evolutie. De eerste vrouw die alarm sloeg was Christine de Pisan (†1430), maar ook later bestreden vele edelvrouwen de teloorgang van hun waardigheid. Tien edelvrouwen passeren de revue: Margaretha van Brabant, Margaretha van Male, Christine de Pisan, Jeanne d’Arc, Isabella van Portugal, Guigone de Salins, Jacoba van Beieren, Maria van Bourgondië, Johanna de Waanzinnige, Margaretha van Oostenrijk. Ze waren vaak moedig maar steeds meer machteloos. De Maesschalck brengt deze vrouwen voor het voetlicht en laat hen opnieuw schitteren. Tussendoor gaat aandacht naar fenomenen als bastaards, nonnen, begijnen, zieneressen, politiek actieve vrouwen en vermeende heksen, vrouwenkleren en juwelen, en bovenal naar liefde, seks en ongepaste mannengrappen.
Edward De Maesschalck publiceerde spraakmakende boeken over de Bourgondische vorsten, de graven van Vlaanderen en de Habsburgers.
-
Prinsentuin Leeuwarden
In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.