Kaas = NL? Melk, koe, ras, kolonie, taal, kunst, mest en meer
Kaas en Nederland worden vaak in een adem genoemd. Bovendien worden kaas en Nederland verbonden met een nostalgische idealisering van het platteland. Dit boek zoekt de werkelijkheid achter de mythe van ‘kaas als typisch voor Nederland’. Het resultaat toont een kleurrijk palet waarbij kaas en alles wat met kaas te maken heeft op de studietafel wordt gelegd. De auteurs nemen u mee naar koeienstallen en ultrarechtse social media, naar kaasletters, vroegmoderne diplomatie en emigratieliteratuur, naar koeienrassen, koeientaal, Texelse groene kaas en achttiende-eeuwse poëzie over de winsten uit vette melkkoeien, naar kunst over kaas en de uitspraak van kaas, naar de (mede)klinkers die een koe uitspreekt, naar raciale theorieën over witte melk … Een geschiedenis van het kaasmaken, van alle woorden voor kaas die het Nederlands gekend heeft en een analyse van de koe in de Nederlandse landbouwpolitiek kunnen natuurlijk niet ontbreken. Hoe maakt kaas Nederland?
Leonie Cornips, Marieke Hendriksen en Geertje Mak zochten een groep auteurs bijeen, die elk vanuit hun eigen discipline zoals etnografie, agrarische geschiedenis en mens-dier studies, taalkunde, genderstudies, koloniale geschiedenis, moderne kunst, literatuur- en religiewetenschappen …, het antwoord op deze vraag uitzochten.
Gerelateerde boeken
-
Fokje Pasma (1865-1956)
De doopsgezinde Friese boerendochter Fokje Pasma (1865-1956) was een zelfbewuste, dienstbare vrouw die haar eigen weg zocht. Ze was de muze van Pieter Jelles Troelstra, bevrijdde zich van een gewelddadige echtgenoot en verschafte zich economische onafhankelijkheid door als alleenstaande moeder alsnog een opleiding te volgen. Ze vestigde zich als vroedvrouw in Oostburg en Vlissingen, waar ze in 1914 het Moederhuis oprichtte. Ook was ze de stuwende kracht achter de oprichting van een Vereniging tot Kraamverzorging en Zuigelingenbescherming in Vlissingen.
Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra.
-
De fictie van de buitenplaats
In 2022 verblijft Arnon Grunberg op uitnodiging van de Rijksuniversiteit Groningen en Het Drentse Landschap een week op Landgoed Overcingel in Drenthe. Vlak voor dit stadspaleis zal worden omgebouwd tot woning en B&B mag Grunberg nog even de geuren van het verleden opsnuiven, samen met de laatste bewoner van Overcingel, kat Marcus.
Omgang met het aristocratische verleden is omgang met klassenverschillen, met onvermijdelijke mythologisering, met morele vraagstukken; vanuit het heden lijkt het verleden al snel één grote wandaad.
Dat menige buitenplaats tegenwoordig een luxehotel is, borduurt voort op de traditie dat de buitenplaats een ideaal decor is voor escapisme. En escapisme mag wat kosten, hoe rijker de mens hoe uitbundiger het escapisme. Na de uitspatting de weemoed.
Moet je schuldig en minder schuldig verleden levend houden en zo ja, hoe?
In deze bundel reflecteren Grunberg en anderen over een tijd dat de Voorzienigheid nog de scepter zwaaide over de mensen. Zoals de worm gedoemd is om te kruipen en de vogel om te vliegen, zo leken ooit ongelijkheid en onrechtvaardigheid de vanzelfsprekende doem van de mensheid.
-
-
Glans op het wad
Dick Hoekstra schetst op toegankelijke wijze de geheel eigen geschiedenis van de vijf Nederlandse Waddeneilanden en
hun bewoners. Op zoek naar een ‘eilandidentiteit’ onderzocht hij de geografische, politieke en sociale ontwikkelingen op de eilanden, die een roeriger geschiedenis achter de rug hebben dan menig toerist (en bewoner!) vermoedt. Hij besteedt, ondersteund door honderden prachtige foto’s, veel aandacht aan de historische bebouwing, markante bewoners door de eeuwen heen en het belang van zeevaart en kloosters.