Klooster Trimunt
€ 35,00
Klooster Trimunt – De arme dochter van Aduard is een meeslepend boek dat de verborgen geschiedenis van het middeleeuwse cisterciënzer nonnenklooster ‘In Tribus Montibus’ in het Groningse dorpje Trimunt onthult. Dit boek brengt de lezer terug naar de middeleeuwen, waar het klooster een belangrijke rol speelde in zowel contemplatieve als economische activiteiten. Hoewel weinig fysieke overblijfselen bewaard zijn gebleven, bieden kaarten en geschreven bronnen inzicht in het kloosterleven, de economische activiteiten en de relaties met andere kloosters en instellingen. De invloed van het geslacht Van Ewsum op de regio werpt een licht op de machtsdynamiek van die tijd.
Dit diepgaande onderzoek is gebaseerd op archiefonderzoek, literatuur, vergelijkende kloosterbezoeken en taalanalyse, waarbij het Middel Nederduits en de standaardisatie ervan voor communicatie binnen de Hanze worden belicht. Het boek is gestructureerd in informatieve hoofdstukken die de geschiedenis van het klooster, zijn economische en sociale betrokkenheid, en zijn uiteindelijke ondergang belichten. Praktische bijlagen, waaronder lijsten van personen en functies, literatuur- en bronnenlijsten, registers en een handige woordenlijst, maken dit boek tot een waardevolle en toegankelijke bron van kennis.
Klooster Trimunt – De arme dochter van Aduard onthult een vergeten hoofdstuk uit de middeleeuwse samenleving en biedt een intrigerende inkijk in het leven en de activiteiten van het klooster. Het klooster zelf mag dan verdwenen zijn, maar de herinnering aan zijn bestaan leeft voort in straatnamen, een camping en een prachtig bosgebied. Auteur Gunter Brandorff nodigt u uit om de rijke geschiedenis van dit kleine nonnenklooster en het landschap waarin het floreerde te herbeleven.
Gerelateerde boeken
-
Dekema State Jelsum
De rijke geschiedenis van het slot Dekema State, dat in het oude Friese terpdorp Jelsum staat, gaat terug tot de late middeleeuwen. Geruime tijd bestaat er een band tussen de state en het Stadhouderlijk Hof in Leeuwarden. In het begin van de negentiende eeuw krijgt het huis de functie van buitenplaats. Vervolgens revitaliseren twee generaties van opvolgende landheren het complex weer tot landgoed. In deze ‘geschiedenis van de lange duur’ weerspiegelt zich de voor Friesland kenmerkende band tussen voornaam buitenleven en grootgrondbezit. Al meer dan honderd jaar ontneemt een hoge muur het zicht vanuit het dorp op tuin en huis. In dit boek kijken de auteurs op verschillende manieren achter die muur: ze brengen de geportretteerden tot leven, verhalen de band tussen state en dorp en belichten de waarde van dit bijzondere landgoed als Fries historisch erfgoed.
-
Landgoed De Braak
Vlakbij de stad Groningen, op de provinciegrens met Drenthe, ligt het landgoed De Braak. In de zeventiende eeuw stichtte de Groningse elite een buiten, gelokt door het aantrekkelijke landschap zo dicht bij de stad. Eerst waren het de welgestelde burgers die hier hun buitenverblijf hadden, later zou De Braak een geliefd wandeloord worden voor de Stadjers.
In 1827 kocht ondernemer Abraham Hesselink het landgoed en hij gaf de bekende tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) de opdracht om de strakke lanen te transformeren naar een landschappelijke aanleg met schitterende waterpartijen. De erven Hesselink hebben in 1888 De Braak verkocht aan de bekende Groningse industrieel Jan Evert Scholten. Hij transformeerde De Braak in enkele jaren tot een aantrekkelijk en succesvol openbaar wandelpark , voorzien van de nodige attracties.In 1920 kocht het jonge Natuurmonumenten de Braak, waarmee het voor deze vereniging de eerste aankoop van een compleet landgoed was. De publieksfunctie van dit wandelpark werd daarmee voor de stad en de streek voor de verdere toekomst gegarandeerd. In de afgelopen honderd jaar zocht Natuurmonumenten naar een evenwicht tussen het aantrekkelijke wandelpark en hoge natuur- en cultuurwaarden. Het verhaal van de eigenaren en het beheer op het oude landgoed van de afgelopen tweehonderd jaar is nog altijd beleefbaar voor de wandelaars uit Groningen en Drenthe en ver daarbuiten.
-
De taal van recht en vrijheid
In de middeleeuwen besloeg Friesland een veel groter gebied dan tegenwoordig.Langs een groot deel van de
huidige Nederlandse en Duitse Noordzeekust werd Fries gesproken en geschreven. Middeleeuws Friesland
was echter geen bestuurlijke eenheid, maar eerder een verzameling losse ‘republiekjes’, onderling verbonden door het idee van een Friese ‘vrijheid’. Daarmee vormde dit gebied een uniek geval in middeleeuws West-Europa.De historicus en oudfrisist Oebele Vries is een van de belangrijkste autoriteiten op het gebied van de Friese
middeleeuwen. Voor dit boek zijn, ter gelegenheid van Vries’ 65ste verjaardag,achttien van zijn artikelen geselecteerd die van blijvende invloed op de Friese historiografie zijn. Deze stukken zijn ingedeeld aan de hand van
wat als hoofdthema’s binnen Vries’ oeuvre gelden: politieke geschiedenis, vetewezen, en recht en de Oudfriese rechtsterminologie van middeleeuws Friesland. Het boek opent met een uitgebreid interview met de auteur.Fries – Nederlands – Duits