Landschapsbiografie Drents-Friese grensstreek
€ 30,00
Ontdek de fascinerende geschiedenis en adembenemende schoonheid van de Drents-Friese Grensstreek met deze uitgebreide landschapsbiografie. Verken de prachtige natuurreservaten van het Drents-Friese Wold, het Dwingelderveld en het Holtingerveld, en laat je meevoeren door de verhalen die deze landschappen te vertellen hebben.
De Drents-Friese Grensstreek is een gebied doordrenkt van geschiedenis, gevormd door eeuwen van menselijke activiteit en de wisselwerking met de natuur. Deze landschapsbiografie neemt je mee op een reis door de tijd, van de vroege nederzettingen en het ontstaan van de agrarische cultuur tot de moderne natuurbeschermingsinspanningen.
In het Drents-Friese Wold ontdek je een uitgestrekt bosgebied dat zich uitstrekt over de provinciegrenzen heen. Hier ervaar je de serene rust van de natuur, terwijl je wandelt over kronkelende paden en langs schilderachtige vennetjes. Leer over de invloed van de mens op dit gebied, van de ontginningen in de Middeleeuwen tot de huidige inspanningen om de biodiversiteit te behouden.
Het Dwingelderveld, een nationaal park en het grootste aaneengesloten natte heidegebied van West-Europa, biedt een spectaculaire weergave van de oeroude Drentse landschappen. Wandel over de uitgestrekte heidevelden, bewonder de zeldzame planten en dieren die hier gedijen en ontdek de sporen van menselijke bewoning die teruggaan tot de prehistorie.
Het Holtingerveld, gelegen aan de zuidelijke rand van het Drents-Friese Wold, verrast met zijn unieke combinatie van bossen, heide en stuifzand. Hier vind je een rijkdom aan archeologische overblijfselen, waaronder hunebedden en grafheuvels, die getuigen van de langdurige menselijke aanwezigheid in dit gebied.
Deze landschapsbiografie neemt je mee op ontdekkingsreis door de Drents-Friese Grensstreek en biedt diepgaande inzichten in de geologische processen, ecologische systemen en historische ontwikkelingen die dit gebied hebben gevormd. Aan de hand van levendige beschrijvingen, prachtige foto’s en boeiende verhalen wordt de rijke geschiedenis van deze regio tot leven gebracht.
De Landschapsbiografie Drents-Friese Grensstreek is een wetenschappelijk verantwoord, toegankelijk geschreven verhaal over de ontstaansgeschiedenis, kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het landschap in deze regio. De biografie is rijk geïllustreerd met landschapsfoto’s, kaarten en landschapsreconstructies die de verschillende levensfasen van deze streek weerspiegelen.
Gerelateerde boeken
-
De redding van het laatste grote natte heideveld van Nederland
Nederland heeft nog maar weinig natuur. Tenminste, volgens Europese begrippen. En toch – ons land had nog veel natuurarmer kunnen zijn. Rond 1900 maakte een groep landgenoten zich druk om de vele duizenden hectaren natuur, die jaarlijks werden ontgonnen en gecultiveerd voor economische activiteiten. Karakteristieke en cultuurhistorisch belangrijke landschappen gingen verloren, en de toen nog rijke flora en fauna kreeg klap na klap. Onder invloed van de honger naar grond voor onder meer landbouw en stadsuitbreiding ging Nederland op de schop, en veranderde onherkenbaar.
Dit boek beschrijft hoe de kaalslag van natuur, landschap en erfgoed voor een deel is voorkomen. Het is een eerbetoon aan de enorme inzet van natuurbeschermers zoals de in Nederland beroemde onderwijzer, schrijver en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse en vele gelijkgestemden. Dankzij hen telt Nederland nog enkele honderdduizenden hectaren natuur, karakteristiek landschap en erfgoed, voor altijd bewaakt en beheerd door diverse natuurbeschermingsorganisaties.
In dit boek wordt stilgestaan bij de moeite die het de natuurbeschermers kostte om te redden wat er te redden viel, in het hele land. Zo ook in Drenthe. Daar lukte het ruim 90 jaar geleden om – met grote moeite – heidegronden in het huidige Nationaal Park Dwingelderveld in Zuidwest-Drenthe te redden van ontginning. Zo werd het grootste aaneengesloten natte heideveld van Nederland gered, een karakteristiek landschap dat bijna verloren was gegaan
-
Gedwongen reis
In Gedwongen reis, mijn vader dominee S. Metiarij vertelt Mellie Metiarij over het leven van haar vader en wat het betekende om op te groeien als de dochter van dominee Metiarij.
In 1951 kwamen bijna 4000 – vooral Zuid-Molukse – KNIL-militairen met hun familie (in totaal ongeveer 12.500 personen) naar Nederland voor wat bedoeld was als een tijdelijk verblijf. Daartoe behoorde ook de tweede luitenant en legerpredikant Semuel Metiarij, die met zijn vrouw en vier kinderen op 7 maart 1951 vanuit de haven van Tandjung Priok vertrok en op 8 april aankwam in Rotterdam.
Door de grote woningnood in Nederland en omdat het om tijdelijke vestiging van een half jaar zou gaan, werden deze families ondergebracht in woonoorden zoals de voormalige concentratiekampen Vught en Westerbork. In dit laatste kamp, dat verderging als woonoord Schattenberg, was dominee Metiarij predikant. Dominee Metiarij werd landelijk bekend toen hij als bemiddelaar optrad bij de bezetting van de woning van de Indonesische ambassadeur in Wassenaar (1970) en bij de treinkapingen bij Wijster (1975) en De Punt (1977).
Als voorzitter van de Badan Persatuan (BP; de Molukse Eenheidspartij) onderhandelde Metiarij in de jaren 1980 met de Nederlandse overheid. Op 21 april 1986 resulteerde dat in de Gezamenlijke Verklaring van de Nederlandse regering en het Hoofdbestuur van de Badan Persatuan. De afspraken behelsden onder andere een uitkering voor de eerste generatie Molukkers in Nederland, hulp bij werkgelegenheid en huisvesting en de oprichting van een Moluks museum. De BP bleef lange tijd de gesprekspartner van de Nederlandse regering.
Mellie Metiarij heeft voor het boek vele gesprekken gevoerd met mensen die haar vader gekend hebben zodat een compleet beeld ontstaat van dominee Metiarij. Aangevuld met foto’s uit de privécollectie van de familie Metiarij zorgt dit voor een uniek portret van een bijzonder mens. Metiarij bouwde bruggen in roerige tijden en werd een boegbeeld van de Molukse gemeenschap.
-
Spitten voor de vijand
Meer dan honderdduizend mannen werden vanaf september 1944 opgeroepen om te werken aan Duitse verdedigingswerken in Nederland. In de nog bezette provincies werden de arbeiders gedwongen tewerkgesteld aan de bouw van tankgrachten, loopgraven en schuttersputjes, vaak onder slechte omstandigheden. Voor de Duitsers was het belang groot om de geallieerden zo lang mogelijk tegen te houden. Er werd dan ook hard opgetreden tegen weigeraars.
Voor velen waren de principiële bezwaren te groot, zij besloten onder te duiken. Anderen hadden die mogelijkheid niet. Zij probeerden zich aan te passen aan de omstandigheden en saboteerden waar ze maar konden. Een groot deel van deze zogenoemde spitters zag kans om te vluchten of keerde niet terug van verlof. Zij waren daarna veroordeeld tot een leven als onderduiker. Zij die als onderduikers tijdens de vele razzia’s, of door verraad, werden gepakt, kwamen na een verblijf in een gevangenis in een strafkamp in Duitsland of Drenthe terecht.
Eén van die mannen was Eelke Dijkstra. Samen met dertig anderen werd hij in november 1944 vanuit het Huis van Bewaring in Leeuwarden overgebracht naar Yde, een klein Drents dorpje onder de rook van Groningen. Zijn oorlogsdagboek was voor zijn kleinzoon en auteur Erik Dijkstra aanleiding om onderzoek te doen naar het vergeten strafkamp in Yde. Wat volgde was een reis door de geschiedenis waarin bijzondere ontdekkingen werden gedaan en veel betrokkenen voor het eerst hun verhaal vertelden. Door intensief archiefonderzoek kwamen schokkende feiten boven water over vier gefusilleerde dwangarbeiders in november 1944. De vele brieven, dagboeken en getuigenissen vertellen samen het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe.
Erik Dijkstra is schrijver/journalist en doet al jaren onderzoek naar de tewerkstelling in Drenthe.
-
Valsheid in Gesteente
Waarom zijn de vuistbijlen van Tjerk Vermaning vals en wie zit er achter?€ 29,95Valsheid in Gesteente
De vuistbijlen van Tjerk Vermaning binnenstebuiten gekeerd. Wie zit(ten) achter deze en andere grootschalige vervalsingen?
Tjerk Vermaning en zijn omstreden vuistbijlen staan nog altijd in de belangstelling. En dat ruim 50 jaar na zijn eerste spraakmakende ontdekking: een mammoetjagerskampement bij Hoogersmilde (Dr.) dat uit de Neanderthalertijd zou stammen, zo’n 60.000 jaar geleden. De hernieuwde focus op Tjerk Vermaning begon enkele jaren geleden met de roman ‘Tjerk’ en in 2018/2019 was in het Drents Museum een drukbezochte tentoonstelling te zien over het bewogen leven van deze beroemde Drentse amateurarcheoloog.
Echter, tot nu toe is het steeds vooral gegaan over de menselijke kant van wat de ‘affaire Vermaning’ is gaan heten. Over de meest fundamentele vraag – en vooral de gedegen beantwoording ervan – ging het nooit; een diepgaand wetenschappelijk onderzoek naar de aard van de vuistbijlen van Tjerk Vermaning – echt of vals – was er tot nu toe niet.
Daar komt in de eerste helft van 2022 verandering in als het boek Valsheid in gesteente bij Uitgeverij Van Gorcum verschijnt. Het omvat een diepgravende analyse van de Vermaning-artefacten door negen onderzoekers, elk met hun eigen specialisme, en met inzet van moderne onderzoekstechnieken.
Opvallend veel beeldmateriaal, waaronder vele hoge resolutie microscoopfoto’s, neemt de lezer mee in de boeiende zoektocht naar de waarheid over de vondsten van Vermaning. Mede dankzij een aanzienlijke toename in de archeologische kennis sinds het eind jaren ’70 van de vorige eeuw, toen de rechtszaken tegen Tjerk Vermaning speelden, komen de onderzoekers tot de slotsom dat het om niets anders dan vervalsingen gaat.
Maar wie was de regisseur achter deze grootschalige vervalsingen? En waren en meer personen bij betrokken? Door een nieuwe aanpak, waarbij de auteurs nieuwe vervalsingen op het spoor kwamen – die los staan van de Vermaning-‘vondsten’ – is het voor het eerst mogelijk om de dader(s) te identificeren.