Ludo ten Cate

Genealoog tot de dood
Annette Evertzen

 23,50

Ludo ten Cate, genealoog tot de dood werpt een scherp licht op het leven van de genealoog Ludo ten Cate. Als hoofd van de Centrale Dienst voor Sibbekunde tijdens de Tweede Wereldoorlog was Ten Cate de autoriteit op het gebied van afstammingsonderzoek. Bovendien was hij een fanatieke SS’er die zijn expertise met betrekking tot stambomen gebruikte om de raszuiverheid van NSB’ers en SS’ers na te gaan en om Joodse mensen die probeerden hun Joods-zijn te ontkennen, op onjuistheden te betrappen.

Ten Cate’s vakkundigheid en expertise werden een wapen in de handen van de vijand; door Ten Cate’s onderzoeken hebben vele Joden niet aan deportatie kunnen ontsnappen. Met zijn maandblad Sibbe en met radiopraatjes probeerde Ten Cate mensen warm te krijgen voor genealogisch onderzoek en voor het belang van raszuiverheid. Voor de NSB schreef hij ook in hun tijdschriften en hij kwam met een handleiding voor afstammingsonderzoek.

In Ludo ten Cate, genealoog tot de dood onthult Annette Evertzen het complexe karakter van Ludo ten Cate en onderzoekt zij de vraag hoe deze man tot zijn keuzes is gekomen. In hoeverre heeft zijn eigen afstamming daar een rol in gespeeld? En hoe kon hij na de oorlog weer doorgaan met stamboomonderzoek en daar zelfs over publiceren?

Annette Evertzen raadpleegde archieven met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog, maar vond ook in plaatselijke archieven eigen exemplaren van zijn boeken, met aantekeningen, knipsels en brieven.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Koninklijke Van Gorcum b.v.
Aantal pagina's:
120
Druk:
1
Uitgiftedatum:
01-12-2023
Gewicht:
275 gram
Afmeting:
240x167x9 mm
ISBN:
9789023259930

Gerelateerde boeken

  • Lege plekken

    Lege plekken

    Groningen en zijn Joodse stadjers in en na de oorlog
    Stefan van der Poel
     25,00

    Lege plekken

    Van de grote Joodse gemeenschap die Groningen kende, keerde na de oorlog vrijwel niemand terug. De voormalige Joodse buurt in en rond de Folkingestraat was uitgestorven, de synagoge bood veel meer ruimte dan de kleine gemeenschap kon vullen en benadrukte zo de afwezigheid van velen. De titel ‘Lege plekken’ verwijst naar deze afwezigen, maar ook naar de leegte die zij achterlieten in bredere zin: in het straatbeeld en de herinnering.

    In dit boek wordt de plaats van de Joodse gemeenschap in de niet-Joodse omgeving geanalyseerd; in het bijzonder de relatie tussen de gemeente Groningen en haar Joodse stadjers. Op welke wijze is er in en na de oorlog met Joods vastgoed omgesprongen en was daarbij sprake van rechtsherstel? Ook de rol die de Groningse politie had bij het arresteren en deporteren van Joden wordt belicht, evenals de criteria waarmee de naoorlogse zuivering binnen het politieapparaat plaatvond. En hoe verliep de terugkeer en opvang van Joodse repatrianten na de oorlog? Daarbij wordt nagegaan wie hen onderdak verleenden of hen voorzagen van de benodigde kleding en voeding. Het afsluitende hoofdstuk analyseert de ontwikkelingen in de naoorlogse herinneringscultuur. Aan de orde komen de monumenten en de verschillende wijzen waarop deze de ontstane leegte vertolken. Zo trachten verscheidene historici in dit boek de ontstane leegte te markeren en te duiden.

    Stefan van der Poel is universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de Joodse en Midden-Europese geschiedenis. In 2004 promoveerde hij op Joodse stadjers. De joodse gemeenschap in de stad Groningen, 1796-1945.

     25,00
  • Joods leven in Friesland

    Friesland kent al sinds de zeventiende eeuw een joodse gemeenschap. Net als overal hebben de joden in Friesland een eigen identiteit behouden. Desalniettemin ondergingen ook zij de invloed van hun omgeving. Buitenlandse joden die hier op bezoek kwamen verbaasden zich bijvoorbeeld over de Friese klederdracht (met oorijzer) die ook door joodse vrouwen werd gedragen.
    In de Tweede Wereldoorlog wist slechts een minderheid van de joden aan de deportaties te ontkomen. In 1941 bestond de joodse bevolking van Friesland uit ruim 800 personen. Van hen hebben ruim 200 de oorlog overleefd.
    In Joods leven in Friesland schetsen de auteurs een beeld van deze grotendeels verdwenen cultuur. Ze doen dat niet alleen aan de hand van een historisch overzicht, maar ook van een aantal portretten van bekende Friese joden en joodse bedrijven.
    Verrassend nieuw materiaal is gevonden in de verhalen van joodse onderduikers in Friesland, afkomstig uit de interviews die tussen 1995 en 1998 zijn vastgelegd door het USC Shoah Foundation Institute, geïnitieerd door Steven Spielberg.
    Verder bevat het boek beschrijvingen van Friese topstukken in joodse musea en archieven en biedt het een informatief en handzaam overzicht van wat er nu nog te vinden is van het joods erfgoed in Friesland.

     19,90
  • Rottumeroorlog

    Rottumeroorlog

    Ties Groenewold
     29,95

    Rottumeroorlog

    Op een kleine stukje natuurgebied met een oppervlakte van 2.5 km2 verwachtte men eind jaren 30 van de vorige eeuw weinig dreiging van de op handen zijnde oorlog. Maar omdat Rottumeroog vlak bij het Duitse eiland Borkum ligt, was al in april 1939 de Nederlandse marine gestationeerd op het eiland en voegden in september 1939 een aantal mannen van de infanterie zich bij deze groep. Op 10 mei 1940 was dan toch zover: vanuit het eiland Borkum werd Rottumeroog met een aantal bewapende boten ingelijfd door de Duitse bezetters. Zonder geweld werd het eiland overgegeven en de 30 Nederlandse militairen zonder problemen krijgsgevangen gemaakt en via Borkum naar een kamp in Wilhelmshaven, en later Lückenwalde overgebracht.

    Er werd door de Duitsers een zware luchtafweerbatterij gebouwd, ondersteund door zoeklichten en een luisterapparaat. Voor de ongeveer 100 Duitse soldaten werden barakken gebouwd op het eiland. De verveling was dodelijk en de barakken werden bedreigd door overstromingen. Na enkele maanden verhuisde men het geheel naar Schiermonnikoog en werden er verder naar het oosten toe andere stellingen gebouwd. Door de continue afkalving van het eiland moesten keer op keer de stellingen steeds verder naar het oosten verhuisd worden. Bovendien spoelden op het eiland regelmatig oorlogsslachtoffers aan en kwamen er veel vliegtuigen in de omgeving terecht.

    Waarom werd er door de Duitsers zoveel moeite gedaan om de verdediging op Rottumeroog in stand te houden en hoe zag die verdediging er precies uit? Hoe was het dagelijkse leven van de soldaten en hoe werd er omgegaan met de aangespoelde lijken en welke vliegtuigen crashten er? Hoe verging het met de eilandvoogd Toxopeus en zijn familie? Door intensief onderzoek en gebruik te maken van uniek bronnenmateriaal wist auteur Ties Groenewold de geheimen van Rottumeroog te ontrafelen.

    Het rijk geïllustreerde boek belicht de geschiedenis van Rottumeroog van zowel de Nederlandse als Duitse zijde, zowel militair als civiel. Het boek is voorzien van uniek beeldmateriaal o.a. afkomstig uit persoonlijke fotoalbums van de Duitse soldaten en is daarnaast voorzien van uniek kaartmateriaal. Het verhaal wordt geschreven vanuit betrouwbare bronnen, zoals Duitse oorlogsrapporten en het journaal van de toenmalige eilandvoogd Jan Toxopeus en is interessant voor een breed publiek.

    Ties Groenewold (1992) uit Middelstum, thans woonachtig in Delfzijl, is werkzaam als hovenier. De uren buiten werktijd worden besteed aan de Tweede Wereldoorlog. Ties is eigenaar van het Oorlogsmuseum Middelstum waar hij allerhande zaken uit de oorlog tentoonstelt, vooral gericht op Noord-Nederland en Ostfriesland. Verder verricht hij onderzoek naar de oorlog in de provincie Groningen en de Eems-Dollard regio en publiceert hierover in tijdschriften van verschillende verenigingen. In 2019 verscheen zijn eerste boek Flugwache Warffum.

     29,95