Maria-Theresia van Oostenrijk (1717-1780)
€ 27,90
Veertig jaar heerste Maria-Theresia van Oostenrijk (1717-1780) over het Heilige Roomse Rijk, waaronder ook de Oostenrijkse Nederlanden vielen. Aan de hand van haar teruggevonden privécorrespondentie maken we kennis met deze machtige vrouw. Ze heerste soeverein over een immens gebied, was moeder van zestien kinderen en getrouwd met een wispelturige echtgenoot.
Biografe Élisabeth Badinter laat zien hoe het haar lukte om deze drie levens met elkaar te verzoenen. ‘Ze was oneigentijds; iemand met een nieuwe kijk op soevereiniteit en moederschap. In veel opzichten lijkt ze op de 21e-eeuwse vrouw.’
De Franse filosofe Élisabeth Badinter is gespecialiseerd in de geschiedenis van het Verlichtingsdenken. Ze schreef meerdere boeken over de geschiedenis en de filosofie van de achttiende eeuw. Als feministe is ze wereldwijd bekend vanwege haar opvattingen over het moederschap en over de verhouding tussen de seksen.
Gerelateerde boeken
-
-
Verhandeling over de aanleg van vrouwen voor de wetenschap
De begaafde Anna Maria van Schurman kreeg als eerste vrouw in Nederland toestemming om colleges te volgen. De Universiteit van Utrecht bouwde voor de gelegenheid een hokje met een gordijntje voor haar. Van Schurman kon van daaruit de colleges van theoloog Voetius bijwonen, zonder daarbij de mannelijke studenten af te leiden.
In dit korte essay uit 1641 legt Van Schurman uit waarom het logisch is om meer vrouwen toegang tot de
universiteit te verlenen. Het argumentatieve geschrift inspireerde Margaret Cavendish en Mary Wollstonecraft en gaf de aanzet tot de eerste feministische beweging. Het zeer invloedrijke essay verschijnt in een geactualiseerde vertaling van Renée Ter Haar, met een voorwoord van Angela Roothaan. Jacob Bouwman zorgde voor de selectie van relevante brieven.“Wat een genot om zo’n erudiet pleidooi te lezen van een moedige vrouw. In zijn opdracht noemt tijdgenoot Johan van Beverwijck haar ‘onsterfelijk sieraad onder de vrouwen’. Met recht.” – Trouw
-
De grens getrokken
In “De grens getrokken” staat de betekenis van de grens tussen Noord-Nederland en Noord-Duitsland in het leven van de grensbewoners centraal. Lange tijd was deze grens voor de lokale bevolking helemaal niet zo duidelijk afgebakend; de ‘grens’ tussen religies was veel sterker aanwezig in het dagelijks leven dan de staatsgrens. Maar onder invloed van de wereldoorlogen en de daaruit voortvloeiende spanningen tussen Nederland en Duitsland veranderde het leven in dit gebied.
Het boek schetst een beeld van het leven van de noordelijke grensbewoners van Beerta tot en met Coevorden. Het gaat in op de overeenkomsten (en verschillen) en de dynamiek tussen de bevolkingsgroepen aan weerszijden van de grens in verschillende tijdsperioden: tot 1914, de Eerste Wereldoorlog, het interbellum, de Tweede Wereldoorlog, en de naoorlogse periode tot 1964. Er wordt ingegaan op de bevolkingssamenstelling, sociale verbanden, grensverkeer, grensarbeid en grenseconomie, en de politiek-ideologische overtuigingen van de bevolking.
Dirkje Mulder-Boers (Groningen, 1950) doet veel onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog en publiceert over de betekenis van deze oorlog voor de (Joodse) Drentse en Duitse grensbewoners. Met haar proefschrift “De grens getrokken” promoveerde zij bij de Radboud Universiteit in Nijmegen.