Wat is recht?
€ 39,90
In de middeleeuwen maakten ook de Groninger Ommelanden deel uit van het Friese rechtsgebied, dat zich uitstrekte van het Vlie (nu het IJsselmeer) tot aan de Wezer in Duitsland. Vanaf de 12e eeuw is het recht daarvan op schrift gesteld, oorspronkelijk in het Oudfries. Vanaf het begin van de 15e eeuw was de schrijftaal in de Ommelanden het Nederduits (Nedersaksisch), met als gevolg dat de rechtsbronnen vertaald moesten worden. Deze vertalingen zijn in talrijke handschriften uit de late middeleeuwen en de vroegmoderne tijd overgeleverd. Zij zijn goed ingepast in het Groninger recht, en geven tevens een beeld van hun Oudfriese bronnen. In deze studie wordt een belangrijk tekstcorpus daaruit ontsloten.
Henk Meijering is emeritus hoogleraar Fries en Duits aan de Vrije Universiteit en verbonden als gastonderzoeker aan de Fryske Akademy in Leeuwarden.
Han Nijdam is onderzoeker op het terrein van het Oudfries en het Oudfriese recht aan de Fryske Akademy in Leeuwarden.
Gerelateerde boeken
Martha’s labyrint
€ 27,50Een filmscenario waard!
‘Verschooris is een ongelooflijke speurneus die écht baanbrekend werk doet’ – Stefan Hertmans in Humo
Na de Anschluss van maart 1938 vlucht de Weens-joodse biologe Martha Geiringer, lid van de illegale Revolutionäre Sozialisten, naar België. In Gent maakt ze kennis met de arts Yvonne Fontaine, lid van de YWCA (Young Women Christian Association). De steun en opvang die Yvonne aan Martha biedt is uniek. Yvonne, talentvol en hoogopgeleid, en de vrijgevochten Martha, emancipatorisch en op zijn minst biseksueel. Een uitzonderlijk treffen, eigenzinnig en gepassioneerd.
Naar Londen, waar haar familie huist, wil Martha niet. De oorlog drijft haar naar de Filipijnen – een totale misrekening – maar het eindeloze verlangen naar onvoorwaardelijke steun brengt haar, na goede en minder goede tijden, snel bij de stormbestendige Yvonne terug. Aan de magie van het verbond komt echter een einde. Door verraad wordt Martha, nauwelijks dertig, naar Auschwitz gedeporteerd. Yvonne blijft achter, een bijzondere vrouw, een monument van dienstbaarheid.
Verzet, collaboratie, openlijk en verborgen antisemitisme, solidariteit en verklikking, vluchten en migreren, kolonisatie, pandemie en gender komen samen in deze vrouwengeschiedenis, te lezen als sensitieve non-fictie.
Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA.
Boer Tammens Houzee
€ 27,50‘Moeilijkheden zullen mij niet doen wijken’, sprak de landbouwer Pé Tammens (1898-1986) bij zijn inhuldiging als burgemeester, ‘maar slechts meer vastberaden mijn weg bepalen’. De inwoners van Groningen zouden snel merken wat dat inhield. Voor de oorlog had Tammens zich jarenlang ingezet om de positie van de mensen in zijn omgeving te verbeteren, maar toen Mussert hem halverwege de bezettingstijd van zijn boerderij haalde om met tegenzin burgemeester te worden ging het vreselijk mis. Tammens bleek een meedogenloze nationaalsocialist die kameraden bevoordeelde en namen van tegenstanders doorgaf aan de gevreesde Sicherheitsdienst. Gewapend wachtte hij de komst van de Canadezen af.
Christiaan Gevers is geboren en getogen in de stad Groningen. Als historicus en zoon van een oorlogsveteraan is hij erg geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog. Eerder verschenen van zijn hand de boeken ‘Tussen brekers en bommen’ en ‘De Suikergastarbeiders’.
De academie van Vriesland
Geschiedenis van de academie en het athenaeum te Franeker, 1585-18432015-08-06€ 16,90De academie van Vriesland
€ 16,90Geschiedenis van de Academie en het Athenaeum te Franeker, 1585-1843
Opgericht in 1585 bestond er in het provinciestadje Franeker ruim 250 jaar lang een instelling voor academisch onderwijs, eerst als universiteit en later als athenaeum. Dit boek beschrijft deze geschiedenis: waarom opgericht, waarom juist hier, en waarom weer gesloten, over de professoren en hun studenten, over het onderwijs inhoudelijk en naar methode. Uitgebreid wordt de bibliotheek belicht: beleid, doelgroep, en de collectie als spiegel van onderwijs en van wetenschapsgeschiedenis. De rode draad is het grote verschil tussen een instelling voor hoger onderwijs toen en een moderne universiteit als centrum voor fundamenteel onderzoek.