Mijn 1000 soortentuin
€ 24,90
In tuinen leven veel meer soorten dieren en planten dan je denkt. Luc Hoogenstein ging de uitdaging aan om binnen een jaar 1000 soorten in zijn tuin waar te nemen. Deze zoektocht overtrof zijn stoutste verwachting; maar liefst 1500 soorten trof hij aan in zijn heel gewone stadstuin! Hoe? Mijn 1000 soortentuin is een praktische handleiding, waarin Luc beschrijft wat je nodig hebt om zoveel soorten in je eigen tuin te vinden – van boeken en websites tot loepjes, mobiele telefoon en apps – en geeft hij tips-and-tricks om planten, vogels, libellen, vlinders en nachtvlinders, bodemdieren, korstmossen, mossen en zoogdieren te vinden of in je tuin te ‘lokken’. Dit alles doorspekt hij met humorvolle anekdotes.
Ga zelf aan de slag met de zoekkaart die in het boek is opgenomen en vind de eerste 100 soorten in jouw eigen tuin of op je balkon! Dan smaakt het vanzelf naar meer.
Luc Hoogenstein is een bekende bioloog en prijswinnend natuurfotograaf. Hij publiceert in binnen- en buitenland.
Lees hier het interview met de auteur in de NRC.
Beluister op Radio 1 (België), NPO Radio 2 Spijkers met koppen
Gerelateerde boeken
-
Van landschap naar tuin
Toegankelijk, vooruitstrevend en herkenbaar Nederlands. Deze drie kenmerken hebben het Nederlandse ontwerp wereldfaam bezorgd en Dutch Design tot een wereldmerk gemaakt. Ook tuin- en landschapsontwerp maakt deel uit van dit wereldwijde merk.
Tuinen vormen vaak een reactie op het omringende landschap, dat ze temmen en idealiseren. Niet zelden is het een miniatuurversie van het landschap dat de tuinontwerper om zich heen ziet. In dit boek kijken we naar het tuin- en landschapsverleden van Nederland, belichten we het werk van hedendaagse tuinontwerpers, en laten ze zien hoe hun werk aansluit bij het lokale landschap.
We bekijken tuinontwerpen en hun makers in samenhang met drie verschillende aspecten: allereerst de Nederlandse cultuurlandschappen – resultaat van vele eeuwen interactie van de mens met wat de aanwezige natuur aanreikte – vervolgens de kunstmatige, zeer planmatig georganiseerde, maar altijd functionele landschapsvormen, en ten slotte de landschappen die werden ontworpen om ervan te genieten en leefruimte aan mensen te bieden. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de grote rol van ontwerpers als
Jac. P. Thijsse, Mien Ruys en Piet Oudolf.Wat voor ons normaal en zelfs doorsnee is, is voor Noel Kingsbury, als Brits tuinontwerper en plantenkenner, een verrassende ontdekkingstocht. Ondanks de vele overeenkomsten tussen de Engelse en Nederlandse tuin weet hij op bijzondere wijze de vinger te leggen op wat ons land uniek maakt en hoe de Nederlandse ontwerpers een moderne draai geven aan tuinontwerp, een draai die je niet snel zult vinden in het buitenland. De blik van Kingsbury en de overvloed aan schitterende foto’s van Maayke de Ridder, maken dit tot een puur Nederlands boek met internationale allure.
-
Glans op het wad
Dick Hoekstra schetst op toegankelijke wijze de geheel eigen geschiedenis van de vijf Nederlandse Waddeneilanden en
hun bewoners. Op zoek naar een ‘eilandidentiteit’ onderzocht hij de geografische, politieke en sociale ontwikkelingen op de eilanden, die een roeriger geschiedenis achter de rug hebben dan menig toerist (en bewoner!) vermoedt. Hij besteedt, ondersteund door honderden prachtige foto’s, veel aandacht aan de historische bebouwing, markante bewoners door de eeuwen heen en het belang van zeevaart en kloosters. -
Blommen
Oersetting en bewurking Sake P. Roodbergen
Yn dizze natoergids fine jo alles wat jo nedich hawwe om wylde planten te plak te bringen:
* In seleksje fan mear as twahûndert fan de bekendste en meast opfallende wylde planten yn ús lân, mei in ekstra aksint op Fryslân
* In ynformatyf oersjoch fan skaaimerken dy’t nedich binne foar korrekte determinaasje yn ien eachopslach
* Ynteressante ynformaasje oer de ekology fan de soart yn de begeliedende tekst
* Moaie foto’s as help by de determinaasje
* In tekening of detailfoto foar ferdúdlikingEkstra:
In Yndeks mei alle Hollânske en wittenskiplike nammen, en de Fryske nammen lykas dy troch de Fryske Akademy fêststeld binne yn septimber fan it jier 2009