Muizentanden en steunberen
€ 24,95
Hoe maak je eigenlijk een baksteen? En wat heb je nodig voor het vervaardigen van glas? Wie bepaalt hoe een gebouw eruitziet? En kan dat allemaal zomaar; bouwen?
Ook in de middeleeuwen wilden mensen een dak boven hun hoofd hebben. Maar je kon niet even naar de bouwmarkt, of dakpannen bestellen via internet. Toch bouwde men toen al kerken en kloosters, stadhuizen en markthallen, en ontelbare huizen. En veel daarvan staan er nog steeds!
Om te ontdekken hoe ze dat deden, gaan we in dit boeiende boek op reis langs bossen en bergen, rivieren en bouwplaatsen. Wat voor spullen had de middeleeuwer nodig? En wie hielpen er allemaal mee?
In Muizentanden en steunberen ontdek je alles over de vaak halsbrekende toeren die de middeleeuwers moesten uithalen om hun kerken, kastelen, torens en huizen te bouwen.
Gabri van Tussenbroek is specialist bouwhistorie bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en hoogleraar Bouwhistorie aan de Universiteit van Amsterdam.
Joris Snaet is doctor in de Kunstwetenschappen, illustrator en cartoonist.
Gerelateerde boeken
-
pake en beppe pluus in et Stellingwarfs
In pake en beppe pluus gaat Nijntje op ‘bezuuk’ bij opa en oma pluus. Opa heeft ‘veur nijn een autoped’ en Nijn breit ‘een mooie doek veur as et winter wodt’. Bij de thee eten ze ‘botterkoekies’. De Stellingwerfse vertaling is door Johan Veenstra. Veenstra schrijft romans, verhalen en gedichten in het Stellingwerfs. Ook is Veenstra columnist voor de Leeuwarder Courant.
-
-
Feest!
Is het een droom of is het echt? Jan Mankes is een bijzondere schilder, die het liefst dieren schildert. En als in een droom trekken al deze dieren – paard, kraai, haan, geit, putter uil en nog veel meer – in een gondelvaart aan hem voorbij. Op de boten speelt een vrolijk orkest, wat de optocht tot een waar festijn maakt. Maar was het nu echt of niet? Met Een muzikaal schilderij voor Jan Mankes leren kinderen op een speelse manier het geheel eigen oeuvre van Jan Mankes kennen.
-
d’r opa en de oma pluis in ‘t Kirchröads plat
Nijntje gaat op visite bij opa en oma pluis en ‘die hole vöal van ‘t nijn en d’r opa pluis han inne roller jemaad’. Bij de thee eten ze ‘bótterplets-jer’.