Op Pieterpad
€ 19,90
Maarten en Nicolien, de twee literaire karakters die in de jaren zestig via het werk van J.J. Voskuil de Nederlandse literatuur binnenwandelden, zijn het lopen nog niet verleerd. Sterker nog, naarmate ze over meer vrije tijd beschikken, trekken ze er steeds vaker te voet opuit. Terloops kibbelend of mijmerend kiezen ze vooral hun eigen route, het liefst weg van de gebaande paden. Ondanks hun principiële stellingname zijn ze uiteindelijk ook kinderen van hun tijd. In Aan de wandel (2022) doorkruisen ze het ganse land, dit keer gaan ze Op Pieterpad.
Met de routegids in de hand vertrekken ze vanuit Pieterburen, ontspannen, maar tegelijk een beetje opgewonden. Het Pieterpad voert over de kleinste wegen en paden en is als het leven zelf. De tocht is geplaveid met gevoelige pijnpunten, verrassende ontmoetingen en diepe overpeinzingen. Eenmaal in het Achterhoekse Vorden blijken Maarten en Nicolien het over één ding eens te zijn: halverwege zijn ze nog op minder dan de helft.
Gerelateerde boeken
-
Het bewustzijn van de bij
Verrassend onderzoek naar de intelligentie van bijen€ 32,90E-book: € 25,99 -
Met een verrekijker het heelal in
Ben je graag buiten en kijk je graag naar de sterren, bijvoorbeeld tijdens vakanties, of gewoon thuis op een mooie zomeravond? Deze gids laat je met eigen ogen onbekende details van de maan zien en bijzonderheden als sterrenhopen, nevels en dubbelsterren. Ook melkwegstelsels, miljoenen lichtjaren ver, liggen binnen het bereik. Met een verrekijker het heelal in is een praktische, informatieve en rijk geïllustreerde gids, die helpt om zonder telescoop of andere ingewikkelde apparatuur diep het heelal in te kijken. Het waarnemen met een gewone verrekijker staat hierbij centraal.
-
De redding van het laatste grote natte heideveld van Nederland
Nederland heeft nog maar weinig natuur. Tenminste, volgens Europese begrippen. En toch – ons land had nog veel natuurarmer kunnen zijn. Rond 1900 maakte een groep landgenoten zich druk om de vele duizenden hectaren natuur, die jaarlijks werden ontgonnen en gecultiveerd voor economische activiteiten. Karakteristieke en cultuurhistorisch belangrijke landschappen gingen verloren, en de toen nog rijke flora en fauna kreeg klap na klap. Onder invloed van de honger naar grond voor onder meer landbouw en stadsuitbreiding ging Nederland op de schop, en veranderde onherkenbaar.
Dit boek beschrijft hoe de kaalslag van natuur, landschap en erfgoed voor een deel is voorkomen. Het is een eerbetoon aan de enorme inzet van natuurbeschermers zoals de in Nederland beroemde onderwijzer, schrijver en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse en vele gelijkgestemden. Dankzij hen telt Nederland nog enkele honderdduizenden hectaren natuur, karakteristiek landschap en erfgoed, voor altijd bewaakt en beheerd door diverse natuurbeschermingsorganisaties.
In dit boek wordt stilgestaan bij de moeite die het de natuurbeschermers kostte om te redden wat er te redden viel, in het hele land. Zo ook in Drenthe. Daar lukte het ruim 90 jaar geleden om – met grote moeite – heidegronden in het huidige Nationaal Park Dwingelderveld in Zuidwest-Drenthe te redden van ontginning. Zo werd het grootste aaneengesloten natte heideveld van Nederland gered, een karakteristiek landschap dat bijna verloren was gegaan
-
Vloeiend landschap
Geactualiseerde editie met extra hoofdstuk
In Nederland is er een groeiend onbehagen over de kwaliteit van het landschap. Dit geldt ook voor Friesland, volgens velen de mooiste provincie. De diversiteit en schoonheid van het Friese landschap brokkelt zienderogen af. Anonieme bedrijventerreinen, willekeurig geplaatste windturbines en een verschrompelend veenweidegebied zorgen voor ‘landschapspijn’.
Kan het tij gekeerd worden? Op een rondreis door de verschillende landschapstypen van Friesland laat Peter de Ruyter zien dat het nog niet te laat is. Door mee te bewegen met toekomstige veranderingen als een stijgende zeespiegel en een krimpende bevolking ontstaan er kansen. Dit boek is een pleidooi voor verbetering en visie.
Peter de Ruyter is landschapsarchitect. Van 2008 tot 2012 was hij directeur van Atelier Fryslân dat gevraagde en ongevraagde adviezen over het landschap gaf.