Pop!
€ 19,90
Met veel humor neemt Nederlands bekendste popjournalist, Jan Vollaard, ons mee naar de kleed- en hotelkamers van beroemde popmuzikanten,waaronder Mick Jagger, LL Cool J, Neil Young, The Strokes, Bob Dylan, Nick Cave, Eddie Floyd, Dave Grohl, Lemmy (Motörhead) en Adele.
Ook treffen we hem in gesprek met Nederlandse helden als André Hazes en Sleeze Beez ‘Japan is rond’ en ook beroemdheden als Jantje Smit en K3 komen voorbij. Daarnaast lezen we vrolijke concertverslagen van Nirvana, de Levellers, Green Day, Arctic Monkeys en De Staat.
Jan Vollaard is muziekjournalist en schreef voor OOR, NRC, Varagids, HP/De Tijd en andere media. Hij zingt bij kerstband The Sleigh Shakers en speelt theremin, het magische instrument dat muziek voortbrengt zonder aanraking. Voor de band De Leidse Sleutelgaten schreef hij de hit ‘Joke Stop toch met Koken’.
Gerelateerde boeken
-
Folkpioniers
Van roots en folk naar folkrock en singer-songwriters
De hoogtijdagen van de folkrevivals waren in de jaren ‘60 en ’70 in Amerika en Engeland. Geïnspireerd door de vroege folkpioniers Lead Belly en Woody Guthrie kregen in de V.S. singer-songwriters Bob Dylan, Joan Baez en Joni Mitchell grote populariteit.
Ook in het Verenigd Koninkrijk veroorzaakte de folkrevival een golf van folkgroepen die experimenteerden met folkrock zoals Fairport Convention en Steeleye Span. Jonge folkzangers groeiden uit tot de iconische singer-songwriters Richard Thompson, Sandy Denny en Nick Drake. De Nederlandse folkrevival volgde met groepen als Fungus, Wargaren, Irolt en Flairck.Folkpioniers schetst de ontwikkeling van roots en folk naar folkrock en singer-songwriters. Rijk geïllustreerd met meer dan 300 afbeeldingen is Folkpioniers meer dan alleen een overzicht van een periode. Het boek is een ode aan de prachtige folkmuziek en de legendarische artiesten uit de jaren ’60 en ’70 die een voorbeeld zijn voor de huidige generatie singer-songwriters.
Tom Steenbergen was ooggetuige van de opkomst van de folk, folkrock en singer-songwriters als organisator van concerten, festivals en tournees en als programmeur van poppodium De Toverbal in Maassluis en theater De Lantaren in Rotterdam. Ook was hij manager van folkgroepen Fungus en Deirdre en later platenbaas bij Polydor en Polygram International in Londen, nu Universal Music. Van zijn hand verschenen ook de boeken ‘Poppioniers’ (2017), ‘Popparadijs Nederland’ (2020) en ‘50 jaar Toppop’ (2020). Ook werkte hij mee aan de Oor Pop-Encyclopedie.
-
Final Blues
Wat de Rolling Stones voor de blues deden in Engeland, deden Cuby and the Blizzards in Nederland: de van oorsprong zwarte muziek populair maken. Beide bands ontstonden in 1962.
Harry Muskee en Eelco Gelling waren de kern van de groep uit Drenthe die heel het land op zijn kop ging zetten. Hun eerste LP Desolation kreeg in 1968 een Edison. Hij werd gevolgd door legendarische platen als Groeten uit Grollo en Appleknockers Flophouse. De bezetting van de band wisselde nogal eens, met fenomenen als Hans Waterman, Hans La Faille, Herman Deinum, Helmig van der Vegt en Herman Brood.C + B gaf in 1974 een afscheidsconcert. Harry Muskee ging door met andere bands. In 1995 kreeg Muskees oude vriend Johan Derksen het idee om Cuby and the Blizzards nieuw leven in te blazen. Toen kwam er een nieuwe stergitarist bij: Erwin Java. Het werd weer een fascinerende tijd, vol ups en downs. In juni 2011 ging het C + B Museum open, in de voormalige boerderij van Harry Muskee in Grolloo. Het was vlak voor zijn 70-ste verjaardag. Op 26 september 2011 overleed Harry.
In 2003 verscheen zijn biografie De Missie. Het boek werd bekroond in 2006. In 2008 kwam er een aangevulde heruitgave. Tien jaar na Harry’s dood besloot Jeroen Wielaert om de biografie af te ronden door het boek aan te vullen met alles wat er sinds 2008 rondom Harry Muskee gebeurd is.. Het werd Final Blues.
Final Blues beschrijft het erfgoed van Harry en de band. Die legacy blijft springlevend. Dat bleek ook uit de rondgang langs voormalige bandleden, vrienden en nabestaanden van Harry Muskee waaronder Daniël Lohues, Willy Middel, Hans La Faille, Herman Deinum, Helmig van der Vegt, Erwin Java, Eelco Gelling, Johan Derksen en Douwien Oosterhof-Muskee. Alles bij elkaar geeft dat dieper inzicht in zijn en hun leven en werken. Het boek is daarmee uitgegroeid tot popgeschiedenis tegen de achtergrond van veel grote maatschappelijke ontwikkelingen.
Huub ‘Huby’ van der Lubbe: ‘Hij had dat underdoggevoel en daarom ook een hart voor andere underdogs.’
Kaz Lux: ‘Een charismatische figuur.’
Ralph de Jongh: ‘Hij noemde zich ‘my angry uncle’.
Ben Jolink (Normaal): ‘ Hij was toch niet altijd somber en in wezen een goed en vriendelijk mens.’
Tineke Schoemaker (Barrelhouse): ‘Cuby was de held, by far de grootste.’ -
Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
Hoe progressieve popmuziek in de jaren zeventig alle conventies doorbrak€ 25,00Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
Met de doorbraak van Spotify en het gebruik van rocksongs in commercials en Netflix-series staat de geschiedenis van de popmuziek volop in de belangstelling – óók de bombastische en ondansbare progrock van de jaren 1970.
Fred de Vries en Siebe Thissen waren jonge muziekliefhebbers in de jaren 1970. Het was de tijd waarin popmuziek zichzelf serieus begon te nemen, een kunstvorm werd. Musici koketteerden met filosofen, schrijvers, kunstenaars en goeroes. Ze verzonnen groteske namen voor hun bands, maakten artistieke klaphoezen en lapten alle conventies aan hun laars. Grenzen werden opgezocht en overschreden. Experimenteren was het parool. Virtuositeit een voorwaarde. En als je geen noten kon lezen of een gitaarsolo van dertien minuten kon spelen, dan was een dosis ongebreideld enthousiasme mooi meegenomen. Met of zonder drugs.
Ook jonge platenkopers en concertbezoekers werden meegesleept in dat uitdijende universum. Ze maakten kennis met nieuwe ideeën, beelden, boeken, kunstwerken en vooral die weergaloze muziek die nooit eerder was gehoord. Aan de hand van achtentwintig platen die een belangrijke rol in hun jeugd hebben gespeeld, brengen de auteurs een intrigerend landschap in kaart: radioshows en televisieprogramma’s, kantines en schoolpleinen, jongerencentra en platenwinkels, tijdschriften en platenhoezen creëerden een pre-digitaal informatieplatform voor nerds en muziekgeeks. Dat platform kreeg vorm in de stad én in de provincie, zoals de auteurs aan de hand van jeugdherinneringen laten zien.
De lezer krijgt een caleidoscopisch beeld van een interessante, maar nog weinig gedocumenteerde periode uit de popgeschiedenis: de jaren 1970, waarin niet alleen de Angelsaksische wereld maar ook het Europese continent een hoofdrol opeiste. Uiteraard, iconen als Yes, Pink Floyd, King Crimson en Genesis passeren de revue. Maar er is ook aandacht voor Nederlandse, Duitse, Franse, Italiaanse en Zuid-Afrikaanse muziek. Tevens rekenen de auteurs af met de mythe dat punk een einde maakte aan progressieve rock. Het genre blijkt vitaal, innovatief en neemt steeds weer nieuwe gedaantes aan – van avantprog tot postrock, van postpunk tot neoprog. Ten slotte is er aandacht voor zwarte rockbands en voor vrouwen in dit door mannen gedomineerde popdomein.
-