Rijk, maar niet in geld
€ 49,95
Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.
De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.
Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.
Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.
Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.
Gerelateerde boeken
-
24 uur in het oude Athene
€ 21,90Welkom in het Athene van 416 v. Chr. De stad heeft op dat moment ongeveer 30.000 inwoners, met meer genieën per vierkante meter dan ooit in de geschiedenis van de mensheid. Terwijl de stad op de rand van de rampzalige oorlog zweeft die het einde van haar gouden tijdperk zal betekenen, brengen wij vierentwintig uur met gewone Atheners door. Aan het woord komen
onder andere een tempelbewaker, een slavin, een dokter en een priesteres. Hun verhalen scheppen een levendig beeld van hoe het was om in die tijd te leven. De kaderteksten met citaten uit de klassieke literatuur en aanvullende informatie schetsen een beeld van een tijd die nog altijd enorm tot de verbeelding spreekt.Philip Matsyzak studeerde geschiedenis en is docent aan het Madingley Hall, Cambridge. Hij heeft een groot aantal boeken
op zijn naam, waaronder het vorig jaar verschenen 24 uur in het oude Rome. -
-
Ferdban
€ 49,90De Oudfriese oorkonden in Ferdban weerspiegelen het dagelijkse leven van gewone mensen en van de allerrijksten en allermachtigsten in Friesland. Ze gaan ook over zaken als vete en vrijheidsstrijd, de veelzijdige activiteiten van kloosters, de groeiende invloed van steden en de bijzondere positie van Ameland. Ze laten bovendien de transformatie van Friesland zien in de jaren kort na 1500, toen de roemruchte, maar in crisis verkerende Friese vrijheid werd afgelost door een strakke, maar tegelijk vernieuwende vorstenheerschappij. Een veelzijdiger inkijk in de Friese maatschappij in het herfsttij van de middeleeuwen en het prille begin van de nieuwe tijd is nauwelijks voorstelbaar.
Oebele Vries is historicus en gezaghebbend kenner van het Oudfries. Hij was universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en is nu gastonderzoeker bij de Fryske Akademy. Van zijn hand verscheen eerder Asega, is het dingtijd?, waarin hoogtepunten uit de Oudfriese wetsteksten centraal staan.
-
Franse para’s in Drenthe
€ 22,95Op 8 april 1945 sprongen 702 Franse parachutisten boven Drenthe de donkere nacht in. Het was de start van operatie Amherst.
Het doel was om het Canadese leger te ondersteunen bij de langverwachte bevrijding van Noord-Nederland. De parachutisten kregen de opdracht om het opblazen van bruggen te verhinderen, zodat het Canadese leger snel zou kunnen oprukken, maar ook om verwarring te stichten onder de vijandelijke troepen en informatie te verzamelen. Vijf dagen lang deden zevenenveertig groepjes van ongeveer vijftien man met wisselend succes hun werk. Er sneuvelden drieëndertig parachutisten, maar ook meer dan negentig Nederlanders. Uit angst voor de opmars van de geallieerden besloten de Duitsers namelijk om in de nadagen van de oorlog (veelal onschuldige) Nederlanders te doden die zij verdachten van hulp aan de para’s.
Franse para’s in Drenthe beschrijft niet alleen de opzet van operatie Amherst maar bevat ook kaarten van de landingszones. Met het boek kan de lezer de locaties bezoeken en zo een goed beeld krijgen van de situatie toen en nu.
Hoewel er in Noord-Nederland 18 herdenkingsmonumenten staan die de locaties markeren waar de parachutisten om het leven zijn gekomen, is hun bijdrage aan de bevrijding van het noorden vrij onbekend. Dit boek is niet alleen een eerbetoon aan de Franse en Nederlandse gesneuvelden, maar levert ook een belangrijke bijdrage aan het vergroten van de kennis over de bevrijding van Nederland en Noord-Nederland in het bijzonder.
Harold de Jong (1963) is sinds 1981 beroepsmilitair en bedrijfskundige. Hij zag dat er nog ruimte in de informatievoorziening was voor het verhaal over de inzet van Franse parachutisten in de provincie Drenthe en de vele burgerslachtoffers tijdens WOII. Door zijn militaire inzicht wist hij nieuw licht te werpen op de indrukwekkende geschiedenis van operatie Amherst.





