Solange der baum blüht. Eine kurze Geschichte der friesischen Literatur

Joke Corporaal

 15,00

    Dit boek is niet via onze winkelmand te bestellen. U kunt het bestellen door hieronder uw gegevens in te vullen. Wij nemen contact met u op!

    In der friesischen Literatur kommt die Eigenheit von Fryslân zum Ausdruck. Im Laufe der Jahrhunderte haben Schriftsteller und Dichter in ihrer eigenen Sprache geschrieben: Über sich selbst, ihre Sprache und über ihr Land. Die friesische Literatur hält viele verborgene Schätze bereit, die es zu entdecken lohnt. Solange der Baum blüht bildet einen guten Startpunkt dafür. Literaturwissenschaftlerin Joke Corporaal behandelt in sieben Kapiteln die wichtigsten Entwicklungen und Merkmale der friesischen Literatur und ihrer Geschichte. Im Anschluss daran werden deren Höhe- und Tiefpunkte mit treffenden Beispielen in kurzen „Fenster“- Texten erläutert.

    Gerelateerde boeken

    • Exit Fryslân

      Plaats, taal en verbeelding in Friesland (1800-2022)
      Goffe Jensma
       27,50

      Exit Fryslân

      In de afgelopen tweeëneenhalve eeuw vond Friesland zichzelf uit als de meest eigenzinnige provincie van Nederland. Met een eigen taal, een langere geschiedenis dan die van Nederland zelf en bewoond door een vrijheidslievend volk dat zich voortdurend aan vreemde dwang ontworstelde. Hoe vergaat het die cultuur in onze tijd van globalisering en van globale crises? Welke kansen heeft ze nog, welke hoop kan ze nog bieden? En wat kan in een periode van groeiende wereldgelijkvormigheid überhaupt de betekenis van een plaats – een eigen plek – nog zijn? De essays en artikelen in dit boek vormen een zoektocht naar een antwoord.

      Goffe Jensma (1956) is emeritus hoogleraar Friese taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

       27,50
    • De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 - 1608

      De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 – 1608

      Spiegels van het dagelijks leven in de zestiende eeuw
      Meindert Schroor
       75,00

      De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 – 1608

      Met als stichtingsjaar 1534 is het Old Burger Weeshuis in Leeuwarden een van de oudste burgerweeshuizen in Nederland. Vrijwel vanaf het begin is een administratie bijgehouden van zijn inkomsten en uitgaven in rekenboeken en jaarrekeningen. Zij bevatten een schat aan informatie over aard, kwaliteit en prijs van voedingsmiddelen, kleding en schoeisel, bouwmaterialen en gereedschappen, over het boerenbedrijf, maar ook over verdere uiteenlopende zaken als de werkgelegenheid (ambacht en losse arbeid), huizen en landerijen, lonen, huren, renten en legaten, verkeer en vervoer, de inrichting van de stad, het weer en de relatie tussen Leeuwarden en zijn omgeving. Ze bieden zowel professionele onderzoekers als amateurs ‘elck wat wils’. De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541-1608 geeft als nagenoeg ononderbroken bron een beeld van het dagelijks leven in Leeuwarden en zijn omgeving gedurende het grootste deel van de zestiende eeuw zowel als de beginjaren van de zeventiende eeuw. Geograaf en historicus Meindert Schroor heeft met zijn transcriptie en inleiding op de rekeningen van de destijds als ‘Arme Weeshuys’ aangeduide instelling een van de belangrijkste historische bronnen voor de sociaaleconomische geschiedbeoefening van Friesland toegankelijk gemaakt.

      With summary in English/Met Engelse samenvatting.

       75,00
    • Eene quaestie van vraag en aanbod

      Eene quaestie van vraag en aanbod

      Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
      Reitze Jonkman
       19,50

      Eene quaestie van vraag en aanbod

      Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

      Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

       19,50