Solange der baum blüht. Eine kurze Geschichte der friesischen Literatur
€ 15,00
In der friesischen Literatur kommt die Eigenheit von Fryslân zum Ausdruck. Im Laufe der Jahrhunderte haben Schriftsteller und Dichter in ihrer eigenen Sprache geschrieben: Über sich selbst, ihre Sprache und über ihr Land. Die friesische Literatur hält viele verborgene Schätze bereit, die es zu entdecken lohnt. Solange der Baum blüht bildet einen guten Startpunkt dafür. Literaturwissenschaftlerin Joke Corporaal behandelt in sieben Kapiteln die wichtigsten Entwicklungen und Merkmale der friesischen Literatur und ihrer Geschichte. Im Anschluss daran werden deren Höhe- und Tiefpunkte mit treffenden Beispielen in kurzen „Fenster“- Texten erläutert.
Gerelateerde boeken
-
De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 – 1608
Spiegels van het dagelijks leven in de zestiende eeuw€ 75,00De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 – 1608
Met als stichtingsjaar 1534 is het Old Burger Weeshuis in Leeuwarden een van de oudste burgerweeshuizen in Nederland. Vrijwel vanaf het begin is een administratie bijgehouden van zijn inkomsten en uitgaven in rekenboeken en jaarrekeningen. Zij bevatten een schat aan informatie over aard, kwaliteit en prijs van voedingsmiddelen, kleding en schoeisel, bouwmaterialen en gereedschappen, over het boerenbedrijf, maar ook over verdere uiteenlopende zaken als de werkgelegenheid (ambacht en losse arbeid), huizen en landerijen, lonen, huren, renten en legaten, verkeer en vervoer, de inrichting van de stad, het weer en de relatie tussen Leeuwarden en zijn omgeving. Ze bieden zowel professionele onderzoekers als amateurs ‘elck wat wils’. De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541-1608 geeft als nagenoeg ononderbroken bron een beeld van het dagelijks leven in Leeuwarden en zijn omgeving gedurende het grootste deel van de zestiende eeuw zowel als de beginjaren van de zeventiende eeuw. Geograaf en historicus Meindert Schroor heeft met zijn transcriptie en inleiding op de rekeningen van de destijds als ‘Arme Weeshuys’ aangeduide instelling een van de belangrijkste historische bronnen voor de sociaaleconomische geschiedbeoefening van Friesland toegankelijk gemaakt.
With summary in English/Met Engelse samenvatting.
-
Friese kerken
Friesland is rijk aan middeleeuwse kerken. Gelegen op een terp, bepalen ze het landschap. Het bekendst zijn de romaanse dorpskerken met hun zadeldaktorens, maar ook de (romano-)gotiek en stijlen uit latere tijden hebben hun sporen achtergelaten. Veel van deze kerken bevatten ook nog een boeiend interieur, met typerende elementen als rouwborden en fraai versierde preekstoelen en herenbanken.
Dit boek van twee deskundigen op het gebied van de kerkbouw, besteedt aandacht aan al deze aspecten. In aanvulling op de tekst wordt het verhaal van de kerken geïllustreerd aan de hand van ca. 140 zeer fraaie fotos in kleur, elk met een uitvoerig bijschrift. -
Boerderijen van het Leeuwarder Sint Anthony Gasthuis (1400-1950)
Het ontstaan van een charitatief grootgrondbezit€ 49,90 -
Rijk, maar niet in geld
Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.
De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.
Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.
Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.
Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.