Uitgestorven
€ 59,90
Botanici Maarten Christenhusz en Rafaël Govaerts nemen u mee op een reis rond de wereld en presenteren in ware detective-stijl hoe plantenjagers soorten ontdekken waarvan men aannam dat ze niet meer voorkwamen. Vaak verdwenen planten van het toneel door introductie van grazers, bouwwoede, klimaatverandering, toerisme, te vaak maaien van weiden.
De auteurs benadrukken dat kritisch bedreigde soorten weer kunnen opleven wanneer de omstandigheden ten goede keren. Zaden kunnen immers vele jaren in de grond liggen ‘wachten’. Ook tuinen spelen een belangrijke rol en kunnen
herintroducties faciliteren wanneer een soort plaatselijk of wereldwijd is verdwenen.
Dit boek laat de diversiteit aan planten zien die we zijn kwijtgeraakt, maar inspireert ook om er iets aan te doen.
MAARTEN J.M. CHRISTENHUSZ, natuurhistoricus, reist de wereld rond om nieuwe en lang verloren gegane soorten te ontdekken. Zo heeft hij 37 nieuwe soorten, acht nieuwe geslachten en drie nieuwe plantenfamilies ontdekt.
RAFAËL H.A. GOVAERTS probeert sinds zijn tienerjaren uitgestorven planten terug te vinden. Momenteel werkt hij in de Royal Botanic Gardens, Kew in Londen.
Gerelateerde boeken
-
Zwaluwen van Gaast
Tweede, geheel herziene, druk, oktober 2017
Theunis Piersma is hoogleraar trekvogelecologie in Groningen en waddenonderzoeker bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel. Hij is een internationale autoriteit op het gebied van (trek)vogels. In zijn vrije tijd doet hij in zijn woonplaats, het Friese Gaast, onderzoek naar huiszwaluwen. Een dorpsgenoot vroeg hem eens: ‘Waar blijven onze zwaluwen in de winter, Theunis?’ Die vraag was aanleiding voor een zoektocht: hoe overleven huiszwaluwen en waar overwinteren ze?
Piersma is een geboren verteller en verstaat de kunst om ingewikkelde, wetenschappelijke materie op een begrijpelijke en onderhoudende manier over te dragen. Een literair verslag van een persoonlijke zoektocht, een ode aan de huiszwaluw. -
-
De kanoet
De kanoet is een reislustige vogel. In Nederland overwintert de kanoet in de Waddenzee en de Delta of hij tankt daar bij, op weg van Siberië naar West-Afrika en terug.
Door die reislust is de kanoet ook een goede verhalenverteller. De kanoet is als de kanarie in de kolenmijn, en wijst ons in dit geval genadeloos op de aantasting van het milieu. De vogel blijkt zelfs een soort thermometer te zijn: door van generatie op generatie een beetje te krimpen, waardoor hij relatief een steeds langere snavel krijgt, laat de kanoet zien dat ook het klimaat langzaam aan het veranderen is.
Al deze verhalen zijn opgetekend uit de mond van mensen die deze vogel al vele jaren onderzoeken, met schitterende foto’s van een fotograaf die deze vogels ook al bijna zijn hele leven op de hielen zit.Rob Buiter (1966) is freelance wetenschapsjournalist. Hij is verslaggever voor Trouw en Vroege Vogels en hoofdredacteur van het oudste natuurtijdschrift van Nederland, De Levende Natuur. De foto’s zijn gemaakt door Jan van de Kam.
-