Veldgids Paardenbloemen
€ 34,90
In het voorjaar kleuren de bermen en weilanden geel van de paardenbloemen. Deze cultuurvolger is niet alleen een van de meest algemene soorten van onze flora, maar ook een hele bijzondere. De paardenbloem roept emoties op (weg met dat onkruid!), wordt gegeten, geschilderd en er is veel discussie over taxonomie en ecologie. De ene ecoloog beschrijft de paardenbloem als één soort met veel verschijningsvormen, andere specialisten herkennen in heel Nederland tot meer dan duizend soorten!
Om tot een goede herkenning te komen, onderscheidt de auteur tien verschillende secties, waarbij de sectie Taraxacum (weidepaardenbloem) de meest algemene is en de sectie Palustria (moeraspaardenbloem) de meest bedreigde. Karst Meijer heeft overzichtelijke nieuwe determinatiesleutels gemaakt. Aan de hand van deze sleutels en vele foto’s van Erik van den Ham kan iedere natuurliefhebber de grote soortenrijkdom moeiteloos op naam brengen. Het boek is gemakkelijk te gebruiken in Nederland en aangrenzend Duitsland en België.
Karst Meijer is botanicus (gespecialiseerd in paardenbloemen en bramen), plantenjager en tuinontwerper. Hij beheert het Herbarium Frisicum, het grootste particuliere herbarium van Nederland.
Erik van den Ham is botanicus, fotograaf en kweker van bomen en planten. Hij zit in het bestuur van Stichting Herbarium Frisicum.
Gerelateerde boeken
-
De scharrelaar – 2021/1
Een nieuwe lente, een nieuwe Scharrelaar! De lente-editie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.
Voor vogelaars met liefde voor lezen, maar zeker ook voor lezers met liefde voor vogels! Een nieuwe lente, een nieuwe Scharrelaar! De lente-editie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland. De illustraties, als altijd in zwart-wit, zijn van beeldend kunstenaar O.C. Hooymeijer, bekend van De nieuwe gids voor de niet-bestaande vogels van Europa.
-
-
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?