Veroverd. Bezet. Gekoloniseerd. Congo 1876-1914
€ 39,90
Noodzakelijk boek over de geschiedenis van Congo dat iedereen moet lezen voor wie wil weten hoe het er echt aan toeging tijdens de vroege kolonisatie van Congo.
Is over de geschiedenis van de kolonisatie van Congo al niet alles gezegd en geschreven? Neen, zegt Zana Etambala. Veel dagboeken, brieven en andere documenten liggen te wachten op onderzoek. Hij dook zelf jarenlang in archieven en vond voor dit boek verrassend nieuw materiaal. Hij komt tot het besluit dat dé kolonisatie telkens anders verliep en de kolonisator zijn tactieken aanpaste naargelang de omstandigheden. In vijf verhalen schetst Etambala hoe Leopold II op verschillende tijdstippen andere methodes hanteerde om zijn doel te bereiken. Sleutelwoorden zijn geldgewin, nietsontziend machtsmisbruik en buitensporig geweld.
Zo kon de Compagnie du Kasaï in het Kuba-rijk probleemloos het rubber van de streek exploiteren. De katholieke missies lieten zich zonder moeite door deze concessiemaatschappij betalen. Ondanks de beperkte weerstand van de inheemse bevolking in de Evenaarstreek leidden de verplichte rubbertaksen er tot onbeschrijfelijke wreedheden. Het Mai Ndombe-meer, vroeger het Leopold II-meer, werd vanaf 1895 geëxploiteerd als een deel van het Kroondomein. Ook hier heerste een waar schrikbewind.
Zana Mathieu Etambala werd geboren in Congo en woont sinds 1962 in Vlaanderen. Hij is doctor in de geschiedenis. Hij doet voltijd historisch onderzoek in de Sectie Geschiedenis Hedendaagse Tijd van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren.
Gerelateerde boeken
-
-
Op reis met de NTM
In 1880 werd de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM) opgericht. Doel van het bedrijf was in Nederland trambanen aan te leggen en te exploiteren, te beginnen met paardentrams, al snel gevolgd door de stoomtram.
Busliefhebber Melle van der Goot schetst in dit boek de geschiedenis van de NTM; de uitbreiding van het bedrijf in Noord-Nederland tot 1920 en de concurrentie van en overstap naar autobussen in de jaren dertig. Vervolgens beschrijft de auteur de woelige oorlogsjaren en de bloei van het bedrijf in het eerste decennium na de bevrijding, totdat de NTM in 1971 opging in de FRAM. Op reis met de NTM is rijk geïllustreerd met uniek beeldmateriaal uit privéverzamelingen en bedrijfsarchieven. -
-
Prinsentuin Leeuwarden
In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.