Vliegers op de vlucht
De crash van de Amerikaanse bommenwerper Seattle Sleeper op zondag morgen 26 november 1944 bij het Friese Haulerwijk staat diep in het lokale geheugen gegrift. Er zijn nog steeds ouderen die hierover kunnen vertellen. Latere generaties hebben zich via overlevering een beeld gevormd van de crash en de lotgevallen van de betrokken vliegers. In de loop van de tijd is dit beeld echter vervaagd. Voor Jan Slofstra en Jaap de Boer aanleiding om de geschiedenis van de Seattle Sleeper opnieuw te bestuderen aan de hand van nieuwegegevens afkomstig uit archieven, publicaties en interviews. Dit leidde tot de gedetailleerde reconstructie van de gebeurtenissen die is weergegeven in dit boek. Wat het boek bijzonder maakt is de plaatsing van het onderwerp in de brede context van de luchtoorlog en de oorlogsgeschiedenis is van het Fries-Gronings-Drentse grensgebied. Bij het volgen van het spoor van de vliegers van de Seattle Sleeper raakten de auteurs onder de indruk van de moed die veel gewone mannen en vrouwen hebben getoond bij de hulp aan geallieerdevliegers. Aan hen en hun nagedachtenis dragen zij dit boek op.
Gerelateerde boeken
-
Geschonden wereld
Midden in de Tweede Wereldoorlog schrijft historicus Johan Huizinga zijn laatste werk, een boek met een veelzeggende titel: De geschonden wereld. Door de opkomst van de massacultuur, het fascisme, en zeker het nazisme, ligt de beschaving onder vuur. De beschaving is niet alleen in de praktijk teloorgegaan, ook als idee ligt ze onder vuur. Huizinga vraagt zich af of het tij te keren is. Herstel van de beschaving is mogelijk, stelt hij, als we afstand nemen van massacultuur en materialisme. Zo scheppen we ruimte voor het individu en de geest.
Helaas weer actueel
Johan Huizinga (1872-1945) was Nederlands invloedrijkste historicus van de twintigste eeuw. Hij publiceerde onder meer het wereldberoemde Herfsttij der Middeleeuwen en het filosofisch getinte Homo Ludens.
-
De opgejaagden
Direct na de Tweede Wereldoorlog zette de joodse onderduiker Alfred ‘Ab’ van Dien zijn herinneringen over zijn onderduikperiode op papier. Deze herinneringen raakte hij jarenlang kwijt. Een medeonderduiker, die inmiddels in Israël woonde, bleek ze in bezit te hebben en stuurde ze aan hem terug. In 1982, bijna veertig jaar na de bevrijding, werden de herinneringen in een eenvoudig uitgevoerd boekje uitgegeven onder de titel: De Opgejaagden, herinneringen van een joodse onderduiker in het Valtherbos”.
Met zorgvuldig gekozen en indringende bewoordingen geeft Van Dien in De Opgejaagden een kijkje in het gevoelsleven van een onderduiker, niet schuwend om ook de gevaren waaraan ze vrijwel continue blootstonden te beschrijven. De titel geeft exact de lading van het boek aan. Zestien joodse onderduikers blijken, ondanks hun goed verscholen onderduikplaatsen, hun leven niet zeker en worden (door verraad) meermalen opgejaagd. Tijdens hun ondergrondse leven in kleine zolderkamertjes, een kippenhok en twee in taaie bosgrond uitgegraven bosholen, werden ze ondersteund door een aantal zeer sterke Drenten. Het verhaal leest als een waargebeurd, spannend jongensboek, maar wel één met een gitzwarte achtergrond. Wie begint met lezen, kan niet stoppen. De lezer wil weten hoe het verder gaat en hoe het afloopt.
Schrijver Johan Withaar heeft naar aanleiding van De Opgejaagden ruim tien jaar onderzoek gedaan naar de onbekend gebleven achtergronden, de vreselijke niet te bevatten historische feiten en het leven van de betrokkenen na de oorlog. Dit nieuwe boek, inclusief de herinneringen van Ab van Dien, bevat de resultaten van dit onderzoek in binnen- en buitenlandse (oorlogs)archieven, locatiebezoeken en interviews met de kinderen van direct betrokkenen, die Johan Withaar tot in de USA en Israël heeft weten te traceren.
Daarnaast heeft het onderzoek een drietal niet eerder gepubliceerde op schrift gestelde herinneringen van direct betrokkenen opgeleverd. Deze geven soms een verrassende wending aan hetgeen Van Dien zich in De Opgejaagden herinnerde.
-
De grens getrokken
In “De grens getrokken” staat de betekenis van de grens tussen Noord-Nederland en Noord-Duitsland in het leven van de grensbewoners centraal. Lange tijd was deze grens voor de lokale bevolking helemaal niet zo duidelijk afgebakend; de ‘grens’ tussen religies was veel sterker aanwezig in het dagelijks leven dan de staatsgrens. Maar onder invloed van de wereldoorlogen en de daaruit voortvloeiende spanningen tussen Nederland en Duitsland veranderde het leven in dit gebied.
Het boek schetst een beeld van het leven van de noordelijke grensbewoners van Beerta tot en met Coevorden. Het gaat in op de overeenkomsten (en verschillen) en de dynamiek tussen de bevolkingsgroepen aan weerszijden van de grens in verschillende tijdsperioden: tot 1914, de Eerste Wereldoorlog, het interbellum, de Tweede Wereldoorlog, en de naoorlogse periode tot 1964. Er wordt ingegaan op de bevolkingssamenstelling, sociale verbanden, grensverkeer, grensarbeid en grenseconomie, en de politiek-ideologische overtuigingen van de bevolking.
Dirkje Mulder-Boers (Groningen, 1950) doet veel onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog en publiceert over de betekenis van deze oorlog voor de (Joodse) Drentse en Duitse grensbewoners. Met haar proefschrift “De grens getrokken” promoveerde zij bij de Radboud Universiteit in Nijmegen.
-