Wanneer dieren dromen
€ 24,90
Dat dieren dromen is pas in 2020 voor het eerst in de wetenschappelijke literatuur beschreven. Dat is opmerkelijk, want je kunt vrij eenvoudig vaststellen dat dieren dromen: veel (huis)dieren vertonen immers de kenmerkende oogbewegingen van een REM-slaap. Octopussen verschieten tijdens een droom van kleur.
In dit boek beschrijft wetenschapsfilosoof David Penã-Guzmán het recente onderzoek. Hij staat ook stil bij de filosofische consequenties ervan. Waarschijnlijk dromen veel dieren om dezelfde redenen als wij: in een droom verwerken we informatie tot een coherent wereldbeeld. Daarmee bewijst het dromen dat dieren geen simpele input-outputmachines zijn. Ze hebben een actief nachtbewustzijn, waarin verlangens, angsten en morele gevoelens werkzaam zijn.
David M. Peña-Guzmán is universitair hoofddocent Geesteswetenschappen en Liberal Arts aan de San Francisco State University. Hij beweegt zich op het raakvlak van critical animal studies en wetenschapsfilosofie. Hij is co-auteur van Chimpanzee Rights: The Philosophers’ Brief en host van de Overthink podcast.
Gerelateerde boeken
-
Existentialisme is humanisme
‘De mens is ertoe veroordeeld vrij te zijn, want hij heeft zichzelf niet geschapen. Maar eenmaal in de wereld geworpen is hij verantwoordelijk voor alles wat hij doet.’ Met die woorden kondigde Jean-Paul Sartre in 1945 een nieuwe filosofie aan die de wereld stormenderhand zou veroveren: het existentialisme. Daarin heeft de mens geen doel, geen bestaansreden, geen essentie. Hij moet zijn existentie zelf vorm geven: ‘Je bent vrij, kies maar’, zegt Sartre tegen hem. Maar je kiest niet alleen voor jezelf. Je keuze laat zien welke wereld je eigenlijk wilt. Je vrijheid is daarmee tegelijk je opdracht: ‘een wereld waarin de mens bepaalt wat hij is en wat de anderen zijn,’ aldus Sartre. Driekwart eeuw later is Sartres filosofie nog even actueel. Het kleine en beroemde werk dat tal van mensen de grondgedachten van het existentialisme bijbracht, is nu opnieuw beschikbaar in een nieuwe vertaling van Ger Groot.
-
De vrije wil
Kan ik doen wat ik wil? En kan ik willen wat ik wil? Wie zichzelf
kent, weet het antwoord. Natuurlijk heb ik een vrije wil en kan
ik doen wat ik wil zolang niets of niemand mij dwingt.
Toch ontkennen tal van hedendaagse wetenschappers het
bestaan van een vrije wil omdat zij menen dat de natuurwetten
het menselijk gedrag determineren. Aan die ontkenning zijn
dramatische consequenties verbonden. Welke verantwoordelijkheid
draag ik nog als mijn handelingen alleen maar de effecten
van blinde moleculaire processen zijn? Hoe zouden we de
misdadiger nog iets kunnen verwijten? Hij handelde immers
onvrijwillig. Een humane samenleving op deze basis inrichten
is onmogelijk. In het dagelijks leven blijven we hoe dan ook
kiezen en beslissen.
Over deze kwestie woedt al eeuwenlang een discussie.
Gerard Bodifee verkent de cruciale momenten die het debat
blijvend inspireerden. Zo komen onder meer de opvattingen
van Spinoza, Kant, Schopenhauer en de moderne natuurkunde
aan bod.
Ondanks al deze wijsheid en wetenschap is het wonderlijk dat
het debat nog steeds niet is beëindigd. Hebben we een vrije wil?
Het antwoord vinden we in ons dagelijks leven.Gerard Bodifee is astrofysicus, filosoof en essayist. Hij richtte het
Huis voor Filosofi e op en organiseert cursussen en lezingen in
binnen- en buitenland. -
Landschap (be)leven
In de westerse wereld wordt een landschap voorgesteld als een schouwspel. Het doet zich aan ons voor. Wij, redelijke wezens, kijken er van een afstand naar. Die rationele blik heeft beperkingen. Want kunnen we daarmee het landschap ook beleven, kunnen we erin opgaan, er onderdeel van zijn, kunnen we het landschap ‘leven’? Deze vragen staan centraal in dit veel geroemde werk van de bekende Franse filosoof François Jullien. Hij vindt de sleutel tot een nieuw ‘landschapsdenken’ in de Chinese filosofie en nodigt ons uit tot een nieuw engagement met de natuur.
-