Wat schaft de pot?
€ 21,90
Eten doen we allemaal. We hebben voedsel nodig om in leven te blijven, maar eten heeft ook een belangrijke sociale functie. Wie wat eet, met wie en wanneer speelt een rol in de vorming van onze identiteit en onderlinge relaties. Hier komt ook nationale identiteit om de hoek kijken. Waarom associëren mensen sommige voedingsmiddelen en eetgewoonten met Nederlandse identiteit, en andere niet? En kun je eigenlijk wel spreken van een Nederlandse eetcultuur?
De auteurs van Wat schaft de pot? brengen vanuit verschillende disciplines eetcultuur in Nederland en Nederlandse eetcultuur in het buitenland ter tafel. Ze duiken de geschiedenis in van de culinaire diplomatie, onderzoeken de koloniale sporen van ingrediënten en gerechten in archieven, en bieden historische bespiegelingen op hoe ‘typisch Nederlands’ bekende lekkernijen als drop en oliebollen eigenlijk zijn. Ze onderzoeken in hoeverre verschillen tussen Nederlandse en Vlaamse eetcultuur tot uiting komen in dialectspreekwoorden, en hoe het thema voedsel terugkomt in de taal- en cultuurcollecties van het Meertens Instituut.
Wat schaft de pot? brengt historische, culturele en taalkundige inzichten samen en biedt zo een rijk, smaakvol palet aan perspectieven op eetcultuur in Nederland.
Onder redactie van Irene van Renswoude, Judith Brouwer, Marieke Hendriksen, Marieke van Erp, Olga Leonhard, Rebeca Ibáñez Martín, met verdere bijdragen van:
Martine de Bruin, Jeroen van Craenenbroeck, Marijke van Faassen, Stef Grondelaers, Rik Hoekstra, Lidy Jansen, Nina Lamal, Caro Matulessya,
Milja van Tielhof
Gerelateerde boeken
-
-
Rentmeester van nature
Dankzij natuurbeschermers van het eerste uur zijn de belangrijkste natuurgebieden in Nederland behouden gebleven. Naast mensen als Heimans en Thijsse speelde ook Van Tienhoven, een van de eerste voorzitters van de Vereniging Natuurmonumenten, een cruciale rol. In Rentmeester van nature beschrijft Frank Saris hoe de ontplooiing van deze nieuwe rijke parallel liep met belangrijke ontwikkelingen binnen de natuurbescherming enerzijds en het (aristocratisch) al dan niet zelf verworven landgoederenbezit anderzijds.
De natuurbeschermingselite koos onder leiding van Van Tienhoven lange tijd voor een weg via de hoogste gezagsdragers, ten voordele van het eigen grootgrondbezit. De Tweede Wereldoorlog vormde voor hem een hoogtepunt en succesverhaal van deze neocorporatistische praktijk van ‘polderen van bovenaf’. De gevolgde strategie veranderde in de bezettingstijd niet wezenlijk; de machtspositie van de gesprekspartners wel, en daarmee de uitkomst. Van Tienhoven zat midden in de oorlog op het toppunt van zijn invloed en macht, iets dat hijzelf steeds nastreefde en dat hij met steun en in de geest van de bezetter sneller vorm kon geven.Frank J.A. Saris (1952) is natuurbeschermer, vogelonderzoeker en natuurontwikkelaar en werkte bij zelfstandige onderzoeksorganisaties. In 2018 verscheen zijn biografie Natuurbescherming als hartstocht, over Victor Westhoff (natuurbeschermer periode 1945-2000).
-
Martha’s labyrint
Een filmscenario waard!
‘Verschooris is een ongelooflijke speurneus die écht baanbrekend werk doet’ – Stefan Hertmans in Humo
Na de Anschluss van maart 1938 vlucht de Weens-joodse biologe Martha Geiringer, lid van de illegale Revolutionäre Sozialisten, naar België. In Gent maakt ze kennis met de arts Yvonne Fontaine, lid van de YWCA (Young Women Christian Association). De steun en opvang die Yvonne aan Martha biedt is uniek. Yvonne, talentvol en hoogopgeleid, en de vrijgevochten Martha, emancipatorisch en op zijn minst biseksueel. Een uitzonderlijk treffen, eigenzinnig en gepassioneerd.
Naar Londen, waar haar familie huist, wil Martha niet. De oorlog drijft haar naar de Filipijnen – een totale misrekening – maar het eindeloze verlangen naar onvoorwaardelijke steun brengt haar, na goede en minder goede tijden, snel bij de stormbestendige Yvonne terug. Aan de magie van het verbond komt echter een einde. Door verraad wordt Martha, nauwelijks dertig, naar Auschwitz gedeporteerd. Yvonne blijft achter, een bijzondere vrouw, een monument van dienstbaarheid.
Verzet, collaboratie, openlijk en verborgen antisemitisme, solidariteit en verklikking, vluchten en migreren, kolonisatie, pandemie en gender komen samen in deze vrouwengeschiedenis, te lezen als sensitieve non-fictie.
Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA.
-