Wat is eigen aan eigendom?
€ 19,90
Sinds de oudheid zijn filosofen op zoek naar een werkbare definitie van het begrip ‘eigendom’. Die definitie is belangrijk omdat ze bepaalt hoe we met eigendom omgaan. Zonder eigendom geen samenleving. Toch bevat ons Burgerlijk Wetboek er nog altijd geen definitie van. Er staat alleen dat eigendom het meest omvattende recht van een persoon op een zaak is.
Op grond van theoretisch en praktisch onderzoek concludeert de auteur dat de definitie in het Burgerlijk Wetboek goed werkt voor huis-, tuin- en keukenvoorwerpen. Maar voor andere zaken is de wet volstrekt achterhaald. De wet geeft de eigenaar namelijk te veel macht, terwijl die macht ook bij de gebruiker van een object zou moeten liggen. Zo moet een projectontwikkelaar zich voegen naar de voorwaarden van omwonenden en zijn project klimaatproof maken. De invloed van de gebruiker is belangrijk bij alle dure zaken, zoals schepen, vliegtuigen, vrachtwagens.
Evert-Jan Rotshuizen (1947) studeerde in Amsterdam aan de Vrije Universiteit en aan de Universiteit van Amsterdam, en in Parijs aan de Sorbonne. Hij heeft gewerkt als advocaat en was veertien jaar actief als raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof Amsterdam.
Gerelateerde boeken
-
De romantische leugen en de romaneske waarheid
Hét standaardwerk over de mimetisch begeerte in een herziene vertaling.
‘Je kunt zelf bepalen wie je wilt zijn!’ Nou, nee dus. Het idee van authentieke zelfbepaling is een romantische leugen. De waarheid is namelijk dat we in relaties leven en grotendeels onbewust maar diepgaand beïnvloed worden door de ander (mimesis). Tot in onze begeertes aan toe. We begeren wat de ander begeert.
Alle grote romanciers lijken deze waarheid te hebben onderkend. Cervantes, Stendhal, Flaubert, Proust, Dostojewski, allemaal beschrijven ze driehoeksverhoudingen en de daaruit voortkomende gevoelens van afgunst, jaloezie en impotente haat. Hoe pijnlijker deze gevoelens worden, hoe meer we geneigd zijn ons aan de romantische illusie vast te klampen. Is er ontsnapping mogelijk aan de romaneske leugen? In dit meesterwerk uit de mens- en literatuurwetenschappen houdt de Franse cultuurfilosoof René Girard die optie open. Misschien wel. De grote romanciers wijzen een weg.René Girard (1923-2015) wordt beschouwd als een van de grootste vernieuwers in de hedendaagse menswetenschappen. Als Frans filosoof, historicus en literatuurwetenschapper doceerde hij onder meer aan Stanford University en was hij lid van de prestigieuze Académie française.
-
-
Een alomvattende filosofie
Abraham Johannes Cuffeler (1637-1694) was nauw bevriend met Spinoza en raakte in de ban van diens ideeën. In zijn driedelig boek Principia Pantosophiae (Beginselen van alwijsheid) poogt Cuffeler alle beschikbare kennis van zijn tijd samen te brengen. Daarmee is zijn boek een voorloper van de latere Encyclopedie. Cuffelers verlangen naar wiskundig samenhangende, universele en allesomvattende kennis, maakt zijn Principia Pantosophiae tot een wetenschappelijke utopie. Het eerste deel, hier integraal vertaald, behandelt de logica. De andere delen – over mathematica (inclusief astronomie) en fysica – behandelen onder meer de ‘conatus’ van Hobbes en Spinoza. Dit betreft de kracht die beweging veroorzaakt. Cuffelers boek, hier voor het eerst in vertaling, biedt ons een uniek inkijkje in het denken van de Radicale Verlichting.
-
Bekentenissen en banvloeken
‘Cioran is zwart en cynisch, maar nooit grauw. Zijn stijl is lucide, geestig, scherpzinnig. In zijn werk komt geen saaie zin voor.’ — Jan Siebelink
Na het schrijven van dit even navrante als geestige slotstuk besloot de Roemeense denker Emil Cioran (1911-1995) dat hij ‘het heelal genoeg belasterd had’. Hij schreef niet verder. Bekentenissen en banvloeken is een boek met bijtende aforismen over verveling, erfzonde, orgasme, Stalin, Keats, Heidegger, Bach, de kerkvaders, islamitische mystici, begraafplaatsen en veel meer.
De alomtegenwoordigheid van het lijden, de irrealiteit van het bestaan, de futiliteit van elk handelen en terugkerende slapeloosheid vormen de basso continuo van dit meesterwerk, want: ‘Het is terecht dat men in elk tijdperk gelooft dat men het verdwijnen van de laatste sporen van het aardse Paradijs bijwoont.’Emil Cioran was van Roemeense komaf, studeerde filosofie en schreef vanaf 1949 uitsluitend nog in het Frans. Dagenlang at hij soms niets dan aardappelen; alle arbeid noemde hij ‘hoererij’, al erkende hij ‘graden van prostitutie’. Hij las en schreef, geplaagd door slapeloosheid en depressies. Elk nieuw boek was ‘een uitgestelde zelfmoord’. De slotzin van dit boek typeert Cioran. ‘Ook ik heb mij, net als iedereen, onledig gehouden in dit abnormale universum.’