Wat zwammen ervan zeggen
€ 19,90
Welkom in het duistere zwammenrijk, voor veel mensen een onbekend terrein! We moeten de rol van de duizenden soorten zwammen echter niet onderschatten, want ze doen van alles in de natuur. En ook voor mensen zijn ze belangrijk. Maar wat doen mensen voor zwammen? Stel dat ze kunnen denken, en dat is niet uit te sluiten, wat vinden zwammen dan van ons? In Wat zwammen ervan zeggen leidt een vliegenzwam de lezer rond door het zwammenrijk en vertelt honderduit over wat daar gaande is. Schokkend en interessant! Dit boek, met tekeningen van de auteur, verruimt de geest.
Arthur Oosterbaan is een bioloog met een groot observatievermogen én een rasverteller. Hij schreef meerdere boeken en was tot voor kort conservator bij Ecomare op Texel.
Gerelateerde boeken
-
Kleine orchideeëngids voor Nederland en omstreken
Dat er in Nederland wilde orchideeën voorkomen, is niet algemeen bekend. In De kleine orchideeëngids voor Nederland en omstreken beschrijft Hans Dekker op beknopte wijze alle voorkomende soorten die in ons land en buurgebieden voorkomen.
Omdat Nederland veel verschillende soorten landschappen kent is de orchideeënrijkdom voor een klein land als het onze groot. Hotspots voor orchideeën zijn bijvoorbeeld Zuid-Limburg met de prachtige kalkgraslanden en hellingbossen en de duinen zoals op onze Waddeneilanden. Maar eigenlijk komen in elk Nederlandse landschap wel orchideeën voor. Als je goed oplet tussen maart en september kun je ze vinden. De nieuwe orchideeëngids helpt daarbij. Zelfs als je een stukje over de grens gaat kun je de gids goed gebruiken.De nieuwe gids bevat talrijke gedetailleerde foto’s van orchideeën, waardoor het herkennen in het veld makkelijker wordt. Een bondige puntsgewijze omschrijving van de belangrijkste kenmerken completeert het boek. De gids is ideaal om mee te nemen op wandelingen om zo de orchideeën in hun natuurlijke omgeving te herkennen.
-
Van landschap naar tuin
Toegankelijk, vooruitstrevend en herkenbaar Nederlands. Deze drie kenmerken hebben het Nederlandse ontwerp wereldfaam bezorgd en Dutch Design tot een wereldmerk gemaakt. Ook tuin- en landschapsontwerp maakt deel uit van dit wereldwijde merk.
Tuinen vormen vaak een reactie op het omringende landschap, dat ze temmen en idealiseren. Niet zelden is het een miniatuurversie van het landschap dat de tuinontwerper om zich heen ziet. In dit boek kijken we naar het tuin- en landschapsverleden van Nederland, belichten we het werk van hedendaagse tuinontwerpers, en laten ze zien hoe hun werk aansluit bij het lokale landschap.
We bekijken tuinontwerpen en hun makers in samenhang met drie verschillende aspecten: allereerst de Nederlandse cultuurlandschappen – resultaat van vele eeuwen interactie van de mens met wat de aanwezige natuur aanreikte – vervolgens de kunstmatige, zeer planmatig georganiseerde, maar altijd functionele landschapsvormen, en ten slotte de landschappen die werden ontworpen om ervan te genieten en leefruimte aan mensen te bieden. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de grote rol van ontwerpers als
Jac. P. Thijsse, Mien Ruys en Piet Oudolf.Wat voor ons normaal en zelfs doorsnee is, is voor Noel Kingsbury, als Brits tuinontwerper en plantenkenner, een verrassende ontdekkingstocht. Ondanks de vele overeenkomsten tussen de Engelse en Nederlandse tuin weet hij op bijzondere wijze de vinger te leggen op wat ons land uniek maakt en hoe de Nederlandse ontwerpers een moderne draai geven aan tuinontwerp, een draai die je niet snel zult vinden in het buitenland. De blik van Kingsbury en de overvloed aan schitterende foto’s van Maayke de Ridder, maken dit tot een puur Nederlands boek met internationale allure.
-
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?