Zul oes Sunterklaos wel kommen
€ 20,00
De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.
Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.
In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.
“Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter
“Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel
Gerelateerde boeken
-
Franse para’s in Drenthe
Op 8 april 1945 sprongen 702 Franse parachutisten boven Drenthe de donkere nacht in. Het was de start van operatie Amherst.
Het doel was om het Canadese leger te ondersteunen bij de langverwachte bevrijding van Noord-Nederland. De parachutisten kregen de opdracht om het opblazen van bruggen te verhinderen, zodat het Canadese leger snel zou kunnen oprukken, maar ook om verwarring te stichten onder de vijandelijke troepen en informatie te verzamelen. Vijf dagen lang deden zevenenveertig groepjes van ongeveer vijftien man met wisselend succes hun werk. Er sneuvelden drieëndertig parachutisten, maar ook meer dan negentig Nederlanders. Uit angst voor de opmars van de geallieerden besloten de Duitsers namelijk om in de nadagen van de oorlog (veelal onschuldige) Nederlanders te doden die zij verdachten van hulp aan de para’s.
Franse para’s in Drenthe beschrijft niet alleen de opzet van operatie Amherst maar bevat ook kaarten van de landingszones. Met het boek kan de lezer de locaties bezoeken en zo een goed beeld krijgen van de situatie toen en nu.
Hoewel er in Noord-Nederland 18 herdenkingsmonumenten staan die de locaties markeren waar de parachutisten om het leven zijn gekomen, is hun bijdrage aan de bevrijding van het noorden vrij onbekend. Dit boek is niet alleen een eerbetoon aan de Franse en Nederlandse gesneuvelden, maar levert ook een belangrijke bijdrage aan het vergroten van de kennis over de bevrijding van Nederland en Noord-Nederland in het bijzonder.
Harold de Jong (1963) is sinds 1981 beroepsmilitair en bedrijfskundige. Hij zag dat er nog ruimte in de informatievoorziening was voor het verhaal over de inzet van Franse parachutisten in de provincie Drenthe en de vele burgerslachtoffers tijdens WOII. Door zijn militaire inzicht wist hij nieuw licht te werpen op de indrukwekkende geschiedenis van operatie Amherst.
-
Oldengaerde
De eerste oplage van het boek ‘Oldengaerde, het verhaal van een havezate en zijn bewoners’ wordt uitgevoerd met een luxe omslag. Het bijzondere behang dat in Oldengaerde is aangetroffen wordt op het omslag met goudfolie en in reliëf geproduceerd. Verzeker je van een uniek exemplaar en reserveer op tijd, deze luxe editie is verkrijgbaar zolang de voorraad strekt.
Even buiten Dwingeloo ligt havezate Oldengaerde verscholen in het groen van het landgoed. Een statig huis met een prachtig geornamenteerde gevel. Het is gebouwd in dezelfde stijl als de herenhuizen die in de zeventiende eeuw langs de Amsterdamse grachtengordel verrezen.
Oldengaerde is beslist een boek waard, vond Het Drentse Landschap. Ze mag zich sinds een aantal jaren eigenaar van het landgoed noemen en heeft het huis inmiddels geheel in oude glorie hersteld.
Tot nu toe nog is er nog nooit een boek geweest dat het verhaal van Oldengaerde uitgebreid en terdege vertelt. Dit prachtig geïllustreerde boek doet recht aan het belang en de schoonheid van een waardevol Drents monument.
Oldengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners begint diep in de middeleeuwen. Op initiatief van de bisschop van Utrecht ontwikkelde zich in Zuidwest-Drenthe een uniek cultuurlandschap. Belangrijke families als de Van Echtens speelden er een belangrijke rol bij. In de vijftiende eeuw vestigde Reynolt van Echten zich op het familiebezit in Dwingeloo. Zoon Volker was de eerste die zich Van Echten tot Oldengaerde ging noemen.
Vier eeuwen lang woonden de families Van Echten en Van Dongen op Oldengaerde. Zij maakten in de zeventiende en achttiende eeuw van Oldengaerde het voorname huis dat het tot op de dag van vandaag gebleven is. In de negentiende eeuw kwam Oldengaerde via Aalt Willem van Holthe in eigendom van de familie Westra van Holthe.
Oldengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners is het gezamenlijk product van een groep auteurs die de verschillende hoofdstukken steeds vanuit hun eigen expertise benaderen. Samen brengen ze de markante eigenaren van Oldengaerde voor het voetlicht en nemen de lezer mee naar de tijd waarin ze leefden.
Deze bijzondere invalshoek geeft het boek een veel breder perspectief en kan het verhaal van Oldengaerde laten zien hoe de Drentse samenleving zich de afgelopen eeuwen ontwikkelde.Rijk geïllustreerd en toegankelijk geschreven is OIdengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners een boek voor een breed publiek met interesse in de prachtige geschiedenis van de landgoederen van Drenthe en Nederland.
Het boek is een samenwerkingsproject van Het Drentse Landschap en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum. Het plan is dat het boek in mei 2023 zal verschijnen.
-
Kijk verder dan vandaag en weet…
Deze bundel bevat gedichten en korte verhalen over oorlog, vervolging, dood, vrijheid. Deze thema’s komen veelvuldig terug in de literatuur in Drenthe. De meeste bijdragen zijn van schrijvers met ‘oorlogservaringen’ uit de tweede hand. Een enkeling weet uit eigen ondervinding verschrikkingen te beschrijven. Ieder laat zien dat we, of we willen of niet, het collectieve geheugen van oorlog, bevrijding en leven in vrijheid met ons meedragen.
‘Kijk verder dan vandaag en weet…’ is één van de vele stenen als het gaat om 75 jaar vrijheid. Deze meertalige bundel bouwt mee aan de herinnering en roept tegelijkertijd op om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.
Meer dan twintig dichters en schrijvers uit Drenthe blikken naar het verleden om vooruit te kunnen kijken. Ze laten ervaringen en gevoelens zien over onderdrukking, bevrijding en vrijheid.
In deze bundel staan bijdragen van Aagje Blink, Jannie Boerema, Rob Boudestein, Annije Maria Brans, Delia Bremer, Cécile Evers, Gijsje Gramsma, Willem Haandrikman, Ben Hoogland, Mischa van Huijstee, Jelte van der Kooi, Marga Kool, Klaas Koops, Sacha Landkroon, Nicolette Leenstra, Gerard Nijenhuis, Gezienus Omvlee, Ton Peters, Ruth Post, Suze Sanders, Tonko Ufkes, Peter Veen, Jan Veenstra, John Vorenkamp, Atze van der Wijk en Ria Westerhuis.
-
Gedwongen reis
In Gedwongen reis, mijn vader dominee S. Metiarij vertelt Mellie Metiarij over het leven van haar vader en wat het betekende om op te groeien als de dochter van dominee Metiarij.
In 1951 kwamen bijna 4000 – vooral Zuid-Molukse – KNIL-militairen met hun familie (in totaal ongeveer 12.500 personen) naar Nederland voor wat bedoeld was als een tijdelijk verblijf. Daartoe behoorde ook de tweede luitenant en legerpredikant Semuel Metiarij, die met zijn vrouw en vier kinderen op 7 maart 1951 vanuit de haven van Tandjung Priok vertrok en op 8 april aankwam in Rotterdam.
Door de grote woningnood in Nederland en omdat het om tijdelijke vestiging van een half jaar zou gaan, werden deze families ondergebracht in woonoorden zoals de voormalige concentratiekampen Vught en Westerbork. In dit laatste kamp, dat verderging als woonoord Schattenberg, was dominee Metiarij predikant. Dominee Metiarij werd landelijk bekend toen hij als bemiddelaar optrad bij de bezetting van de woning van de Indonesische ambassadeur in Wassenaar (1970) en bij de treinkapingen bij Wijster (1975) en De Punt (1977).
Als voorzitter van de Badan Persatuan (BP; de Molukse Eenheidspartij) onderhandelde Metiarij in de jaren 1980 met de Nederlandse overheid. Op 21 april 1986 resulteerde dat in de Gezamenlijke Verklaring van de Nederlandse regering en het Hoofdbestuur van de Badan Persatuan. De afspraken behelsden onder andere een uitkering voor de eerste generatie Molukkers in Nederland, hulp bij werkgelegenheid en huisvesting en de oprichting van een Moluks museum. De BP bleef lange tijd de gesprekspartner van de Nederlandse regering.
Mellie Metiarij heeft voor het boek vele gesprekken gevoerd met mensen die haar vader gekend hebben zodat een compleet beeld ontstaat van dominee Metiarij. Aangevuld met foto’s uit de privécollectie van de familie Metiarij zorgt dit voor een uniek portret van een bijzonder mens. Metiarij bouwde bruggen in roerige tijden en werd een boegbeeld van de Molukse gemeenschap.