
Boek van de maand juli
Deze maand is het boek van de maand gekozen door onze nieuwe assistent-uitgever Stijn. Zijn keuze? Kleine filosofie van het ommetje.
Lees snel verder waarom juist dit boek hem zo aanspreekt…
1. Waarom moet je dit boek lezen?
Een bekend adagium (van K. Schippers) is dat poëzie, of kunst in het algemeen, het bijzondere gewoon maakt en het gewone bijzonder. Wat voor velen gewoon of alledaags is, wordt naar bijzondere proporties verheven. Dit alledaagse zoals onze straat, de stoep, het paadje of onze buurt is dan niet meer alleen een achtergrond, maar wordt toneel.
Niks is zo alledaags als het ommetje, het maken van een kleine wandeling door de buurt. Voor velen gaat het aan hen voorbij. Het is dan simpelweg een ruimte om van A naar B te komen. Een tussenruimte, zoals Pieter Hoexum het noemt. Met dit boek laat Hoexum ons nauwkeuriger kijken naar deze tussenruimtes. Het zijn niet alleen ruimtes om je naar de bestemming te brengen, maar essentiële ruimtes op zichzelf.
Als je dit boek leest, leer je meer over deze tussenruimtes. Maar bovenal leer je beter naar het gewone en alledaagse om ons heen te kijken. Zoals in het ommetje zelf neemt het boek geen standpunt in. Het blijft lopen, zwerven, mijmeren. Soms staat het stil, maar niks staat vast want men kan altijd weer verder lopen.
2. Wat vind je goed aan deze auteur?
Pieter Hoexum brengt op een eigenzinnige manier veel verschillende soorten bronnen bij elkaar. Hij trekt in zijn korte beschouwingen een rode draad door filosofische en stedenbouwkundige boeken evenals romans en gedichten. Het boek blijft overtuigend en verwonderend tegelijkertijd.
3. Wat is je favoriete passage/hoofdstuk uit het boek en waarom?
Het hoofdstuk ‘Tussen ontlopen en ontmoeten’ is een van mijn favoriete hoofdstukken van het boek. In dit hoofdstuk probeert Hoexum de vinger te leggen op wat een openbare ruimte leefbaar maakt. Er zijn veel stadsplanologen die pleiten voor een openbare ruimte die aanzet tot ontmoetingen. Hoe meer ontmoetingen, hoe beter. Toch is dit volgens Hoexum slechts één kleur in het hele spectrum. Ontmoetingen in het openbaar met vreemden zijn waardevol, maar ook zeldzaam. Het kunnen ontlopen van elkaar is net zo belangrijk en schept ruimte. Deze ruimte betekent dat er ook ruimte is voor verschillen tussen mensen. Ontmoeten komt namelijk neer op het uitvlakken van verschillen. Terwijl de openbare ruimte er juist is om het samenleven met verschillen mogelijk te maken. Hiermee maak je, in de woorden van Hoexum, paradoxaal genoeg juist ruimte voor ontmoetingen.
4. Welk(e) gelijksoortig(e) boek(en) zou je aanbevelen?
Boomtijd – Beitske Bouwman
Landschap (be)leven – François Jullien