Aesopus

Op de slavenmarkt in de oudheid
Christian Laes

 27,90

Let op! Verwacht rond 29-08-2025

In de eerste of tweede eeuw schreef een anonieme auteur Het Leven van Aesopus: een schalkse schelmenroman over het leven van een Griekse slaaf, antiheld en fabelschrijver. Zijn tekst behoort tot de meest bijzondere en sprankelende producten van de Oudgriekse literatuur, maar bleef tot nu grotendeels onbekend.
Met deze roman als vertrekpunt neemt Christian Laes de lezers mee naar het dagelijks leven in die tijd. Er komen slaven aan het woord die zich beklagen over hun lot en creatief op zoek gaan naar manieren om een beter bestaan te kunnen leiden. Lijf en lust, lichamelijkheid en seks, zijn ook opvallende thema’s, net als voeding en culinaire genoegens. Intellectuelen en hun eigendunk passeren ongegeneerd de revue. De man-vrouwrelatie in een vooraanstaand huishouden mag natuurlijk niet ontbreken.
Christian Laes brengt in dit boek als eerste een Nederlandse vertaling van de roman, en laat aan de hand daarvan zien hoe het slavenleven in de oudheid er werkelijk uitzag. Een les in mentaliteitsgeschiedenis die boeit en beklijft.

— Christian Laes, classicus en oudhistoricus, is gewoon hoogleraar Oude Geschiedenis aan de Universiteit van Manchester en tevens verbonden aan de Universiteit Antwerpen.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Aantal pagina's:
256
Druk:
1
ISBN:
9789464713541
Datum verwacht:
29-08-2025

Gerelateerde boeken

  • Geschiedenis van Drenthe

    Geschiedenis van Drenthe

    Een archeologisch perspectief
    Wijnand van der Sanden
     39,50

    Geschiedenis van Drenthe

    Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
    De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.

    Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.

    Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.

     39,50
  • De vergeten prinsessen van Thorn (1700-1794)

    Het stift van Thorn is in de achttiende eeuw the place to
    be voor de hoogadellijke dochters van de Europese rijksvorsten
    en -graven. Ze worden hier klaargestoomd voor
    een huwelijk met een man van stand, leren zich uitdrukken
    in het Frans, krijgen zanglessen en organiseren
    dansfeesten. Hun japonnen naar de laatste mode uit Parijs
    zijn exclusief en de exquise gerechten eten ze met zilveren
    bestek. In de glazen kooi waarin ze leven dienen ze voortdurend
    het bij hun stand passende gedrag te vertonen,
    één enkele misstap kan fataal zijn.
    Historicus dr. Joost Welten kon de hand leggen op een
    gigantische hoeveelheid nooit eerder geraadpleegde
    bronnen en geeft in De vergeten prinsessen van Thorn een
    inkijk in de leefwereld van dit voormalige rijk der hoogadellijke
    vrouwen. Vorstelijk geïllustreerd met meer dan
    150 afbeeldingen – vaak nooit eerder gepubliceerd.
    We volgen de adellijke dames op hun reizen door Europa,
    tijdens jachtpartijen, maar ook wanneer ze vertwijfeld op
    zoek zijn naar geld om hun schulden te betalen. Hoe gaan
    zij om met de speelruimte die hun wordt toebedeeld?
    Schikken zij zich in een dienstbare rol of zien ze kans om
    een eigen kleur te geven aan het leven en daarin iets uit te
    drukken van hun idealen en ambities?

     39,90
  • Nijhuizum. Frieslands kleine kerk

    Nijhuizum. Frieslands kleine kerk

    Albert Reinstra, Hidde Feenstra
  • Fryslân yn de Gouden Iuw

    Fryslân yn de Gouden Iuw

    Opfettingen, ideeën, ferbylding
    Philippus Breuker
     49,90

    Fryslân yn de Gouden Iuw

    Hoe seach Fryslân der yn de Gouden Iuw út? Wat hat tusken 1585 en 1685 it ûnderskiedende west fan Fryslân binnen de Republyk? Fryslân ûnderskiede him fan de oare gewesten troch in eigen steedhâlder, in bloeiende akademy en troch in taal.
    Lju út de boargerij koenen foar it earst in foarnaam plak fine yn de maatskippij en waarden sa diel fan de regintemacht. In nije, ûnôfhinklike steatsfoarm koe opboud wurde. Mar om 1620-1630 hinne waard yn reginterûnten eigenbelang boppe publyk belang steld en de ekonomyske efterútgong fan 1650 ôf makke dat doe in iuwen duorjende statyske stannemaatskippij ûntstie.
    De Gouden Iuw wie foar Fryslân in bloeiperioade dy’t noait mear neifolging krige.

    Philippus Breuker (1939) hat meiwurker fan de Fryske Akademy west en heechlearaar oan de universiteiten fan Leiden en Amsterdam. Hy publisearret oer skiednis, letterkunde en lânskip fan Fryslân.

     49,90