Afrikaanse filosofie
€ 34,90
De geschiedenis van de Afrikaanse filosofie voert terug op de oude beschavingen van Egypte, Ethiopië en Nubië. Daar ontstond een rijke en veelzijdige filosofische denktraditie, die in het Westen lang is veronachtzaamd maar veel te bieden heeft. De filosofen Pius Mosima (Kameroen) en Henk Haenen (Nederland) beschrijven de Afrikaanse denkwijzen en laten zien waarom juist het Westen daarvoor de ogen moet openen. Het boek bespreekt niet alleen Afrikaanse redeneringen op het terrein van politiek, ethiek, kennisleer en metafysica, maar geeft ook inzicht in allerlei waardevolle Afrikaanse levenswijzen. Zo nodigt Afrikaans filosofie ons uit om anders te gaan denken over onder meer emancipatie, sociale cohesie, democratie, wijsheid, geestelijke gezondheid en levenskunst.
Pius Mosima studeerde filosofie en politieke wetenschappen in Kameroen en behaalde zijn PhD aan de Universiteit van Tilburg. Hij is professor aan meerdere universiteiten in Nederland en hij publiceert academische artikelen over Afrikaanse filosofie.
Henk Haenen studeerde geschiedenis en filosofie aan de Vrije Universiteit’ in Amsterdam en werkte ruim veertig jaar in het voortgezet onderwijs. Hij publiceerde een aantal boeken en artikelen waarin Afrikaanse filosofie vanuit verschillende invalshoek voor het voetlicht wordt gebracht.
Gerelateerde boeken
-
-
Verhandeling over de aanleg van vrouwen voor de wetenschap
De begaafde Anna Maria van Schurman kreeg als eerste vrouw in Nederland toestemming om colleges te volgen. De Universiteit van Utrecht bouwde voor de gelegenheid een hokje met een gordijntje voor haar. Van Schurman kon van daaruit de colleges van theoloog Voetius bijwonen, zonder daarbij de mannelijke studenten af te leiden.
In dit korte essay uit 1641 legt Van Schurman uit waarom het logisch is om meer vrouwen toegang tot de
universiteit te verlenen. Het argumentatieve geschrift inspireerde Margaret Cavendish en Mary Wollstonecraft en gaf de aanzet tot de eerste feministische beweging. Het zeer invloedrijke essay verschijnt in een geactualiseerde vertaling van Renée Ter Haar, met een voorwoord van Angela Roothaan. Jacob Bouwman zorgde voor de selectie van relevante brieven.“Wat een genot om zo’n erudiet pleidooi te lezen van een moedige vrouw. In zijn opdracht noemt tijdgenoot Johan van Beverwijck haar ‘onsterfelijk sieraad onder de vrouwen’. Met recht.” – Trouw