Andries Sternheim (1890-1944)
€ 29,90
De voormalige Amsterdamse diamantbewerker Andries Sternheim werd in 1931 door Max Horkheimer als ‘Mann der Praxis’ aangetrokken bij het Frankfurter Institut für Sozialforschung. Als Frankfurter Schule zou het Institut zich ontwikkelen tot een van de meest invloedrijke filosofische en sociologische stromingen. Sternheim werd de verbindingsman met de Internationale Arbeidsorganisatie ILO in Genève. Hij was eerder actief geweest in het Internationaal Verbond van
Vakverenigingen.
Dit boek beschrijft Sternheims rol binnen de Frankfurter Schule aan de hand van zijn correspondentie met Horkheimer. Belicht wordt de bijzondere bijdrage van Sternheim aan de klassieke studie Autorität und Familie. Sternheim ontwikkelt zich tot vrijetijdspecialist van het Institut, maar Horkheimer houdt de publicatie van Sternheims opus magnum Die moderne Freizeitgestaltung tegen. Het Institut für Sozialforschung zou geen geld hebben voor de publicatie. Horkheimer gebruikt geldgebrek ook als excuus om Sternheim in 1938 terug te sturen naar Amsterdam, van waaruit hij in Auschwitz terechtkwam.
Aan de hand van nieuw archiefmateriaal herwaardeert Bertus Mulder de rol van Sternheim binnen de Frankfurter Schule. Hij analyseert ook de financiële situatie van het Institut. Hoe ernstig was de situatie echt?
Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra en Fokje Pasma.
Gerelateerde boeken
-
De opgejaagden
Direct na de Tweede Wereldoorlog zette de joodse onderduiker Alfred ‘Ab’ van Dien zijn herinneringen over zijn onderduikperiode op papier. Deze herinneringen raakte hij jarenlang kwijt. Een medeonderduiker, die inmiddels in Israël woonde, bleek ze in bezit te hebben en stuurde ze aan hem terug. In 1982, bijna veertig jaar na de bevrijding, werden de herinneringen in een eenvoudig uitgevoerd boekje uitgegeven onder de titel: De Opgejaagden, herinneringen van een joodse onderduiker in het Valtherbos”.
Met zorgvuldig gekozen en indringende bewoordingen geeft Van Dien in De Opgejaagden een kijkje in het gevoelsleven van een onderduiker, niet schuwend om ook de gevaren waaraan ze vrijwel continue blootstonden te beschrijven. De titel geeft exact de lading van het boek aan. Zestien joodse onderduikers blijken, ondanks hun goed verscholen onderduikplaatsen, hun leven niet zeker en worden (door verraad) meermalen opgejaagd. Tijdens hun ondergrondse leven in kleine zolderkamertjes, een kippenhok en twee in taaie bosgrond uitgegraven bosholen, werden ze ondersteund door een aantal zeer sterke Drenten. Het verhaal leest als een waargebeurd, spannend jongensboek, maar wel één met een gitzwarte achtergrond. Wie begint met lezen, kan niet stoppen. De lezer wil weten hoe het verder gaat en hoe het afloopt.
Schrijver Johan Withaar heeft naar aanleiding van De Opgejaagden ruim tien jaar onderzoek gedaan naar de onbekend gebleven achtergronden, de vreselijke niet te bevatten historische feiten en het leven van de betrokkenen na de oorlog. Dit nieuwe boek, inclusief de herinneringen van Ab van Dien, bevat de resultaten van dit onderzoek in binnen- en buitenlandse (oorlogs)archieven, locatiebezoeken en interviews met de kinderen van direct betrokkenen, die Johan Withaar tot in de USA en Israël heeft weten te traceren.
Daarnaast heeft het onderzoek een drietal niet eerder gepubliceerde op schrift gestelde herinneringen van direct betrokkenen opgeleverd. Deze geven soms een verrassende wending aan hetgeen Van Dien zich in De Opgejaagden herinnerde.
-
-
De Romeinse heerbaan
Van west naar oost, dwars door Vlaanderen, liep vroeger de Romeinse heerbaan van Kassel naar Tongeren. Hij verbond de kuststad Boulogne-sur-Mer met de Rijnstad Keulen en maakte deel uit van een groot en complex netwerk van (water)wegen dat Rome verbond met de verste uithoeken van het Romeinse Rijk. Men spreekt in dat verband trouwens terecht van militaire wegen, De Romeinen slaagden erin om uiteindelijk een voor die tijd schitterend wegennet te realiseren van nagenoeg 120.000 kilometer.
Hoe werden die wegen aangelegd? En hoe bouwden ze bruggen over rivieren en beken? Wie stapten of reden met hun karren over die wegen? Hoe ontstonden de steden? Hoe verliep de bevoorrading? Van de Romeinse weg Maastricht-Tongeren-Tienen-Kassel zijn maar weinig stuken in hun ‘oorspronkelijke’ landschappelijke toestand bewaard gebleven. De mooist bewaarde segmenten liggen tussen Tienen en Maastricht. Zij vormen samen een min om meer aaneensluitend archeologisch relict. Daarom is dit boek specifiek aan de geschiedenis van dit stuk van de heerbaan gewijd.
-
Meent van der Sluis
Meent van der Sluis was een markante Drent. Een klokkenluider die vooral bekend is geworden door zijn niet aflatende, solistische strijd tegen de NAM. Hij wordt geprezen vanwege zijn moed en doorzettingsvermogen, maar ook vernederd, weggezet als een charlatan en belachelijk gemaakt. Jarenlang heeft hij geprobeerd aan te tonen dat de aardbevingen in Groningen en Drenthe zijn veroorzaakt door de gaswinning. Uiteindelijk krijgt hij gelijk. De NAM biedt excuses aan.
De strijd tegen onrecht loopt als een rode draad door zijn leven. Hij komt op voor de ‘gewone man’. Dompelt zich onder in het leven van de veenarbeiders en wil niet dat hun armoede wordt gebagatelliseerd. Het levert nieuwe conflicten op.
Hij is bijna twaalf jaar voor de PvdA actief in de Provinciale Staten van Drenthe, maar staat ook in zijn eigen fractie geregeld alleen. Zo stemt hij als enige tegen de komst van de vuilverbrander in Wijster. Hij verzet zich ook tot het uiterste tegen de gasopslag in Langelo. Ook met het Van Gogh Huis in Veenoord/Nieuw-Amsterdam heeft hij zich nadrukkelijk bemoeid.
Meent van der Sluis heeft een boeiend en strijdbaar leven geleid. Hij houdt vol in zijn strijd tegen wat hij als onrecht ervaart, ook al is het verzet tegen hem nog zo massief. Hij overlijdt op 13 juli 2000, nog maar 56 jaar oud. In dit boek vraagt auteur Lukas Koops zich af waar de sterke betrokkenheid van Meent van der Sluis op is gebaseerd. Waarom bijt hij zich zo vast in deze thema’s? Welke rol speelt zijn eigen achtergrond daarbij en wat doet dit alles met hemzelf en zijn gezin?
Lukas Koops (1952) werkte als leraar Nederlands en Frans in het voortgezet onderwijs en daarna in verschillende functies bij RTV-Drenthe. Tussen 1987 en 1995 was hij voor GroenLinks actief in de Provinciale Staten van Drenthe. Hij publiceert fictie en non-fictie in het Drents en in het Nederlands. De laatste jaren schreef hij onder meer biografieën van Relus ter Beek en Gerard Nijenhuis.