Andries Sternheim (1890-1944)

Vergeten binnen de Frankfurter Schule

 29,90

Let op! Verwacht rond 15-10-2025

De voormalige Amsterdamse diamantbewerker Andries Sternheim werd in 1931 door Max Horkheimer als ‘Mann der Praxis’ aangetrokken bij het Frankfurter Institut für Sozialforschung. Als Frankfurter Schule zou het Institut zich ontwikkelen tot een van de meest invloedrijke filosofische en sociologische stromingen. Sternheim werd de verbindingsman met de Internationale Arbeidsorganisatie ILO in Genève. Hij was eerder actief geweest in het Internationaal Verbond van
Vakverenigingen.

Dit boek beschrijft Sternheims rol binnen de Frankfurter Schule aan de hand van zijn correspondentie met Horkheimer. Belicht wordt de bijzondere bijdrage van Sternheim aan de klassieke studie Autorität und Familie. Sternheim ontwikkelt zich tot vrijetijdspecialist van het Institut, maar Horkheimer houdt de publicatie van Sternheims opus magnum Die moderne Freizeitgestaltung tegen. Het Institut für Sozialforschung zou geen geld hebben voor de publicatie. Horkheimer gebruikt geldgebrek ook als excuus om Sternheim in 1938 terug te sturen naar Amsterdam, van waaruit hij in Auschwitz terechtkwam.

Aan de hand van nieuw archiefmateriaal herwaardeert Bertus Mulder de rol van Sternheim binnen de Frankfurter Schule. Hij analyseert ook de financiële situatie van het Institut. Hoe ernstig was de situatie echt?

Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra en Fokje Pasma.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
384
Druk:
1
Datum verwacht:
15-10-2025
ISBN:
9789464714180
Bekijk meer informatie over de auteur(s) van deze titel:

Gerelateerde boeken

  • Communistisch verzet in Drenthe

    Communistisch verzet in Drenthe

    1935 - 1945
    Wim Ensing
     22,00

    Communistisch verzet in Drenthe

    Vanaf 1935 blijkt er bij de verkiezingen een steeds grotere rol weggelegd voor de Communistische Partij Nederland (CPN). Na de bezetting door de Duitsers in mei 1940 werd de partij verboden maar het communistisch verzet stopte niet.

    Communistisch verzet in Drenthe geeft de Drentse communisten die uiteindelijk in Nederlandse en Duitse kampen terechtkwamen ‘een gezicht’. Hun lot was zeer verschillend, zoals blijkt uit de brieven en documenten die zijn overgebleven uit die tijd en verhalen van familieleden.

    Het boek beschrijft de periode voorafgaand aan de arrestaties vaneen groot aantal verzetsmensen, zoals Geert Wolter Zuidhof en Kasper Kaspers. Vervolgens worden de individuele lotgevallen van de Drentse communisten tijdens hun gevangenschap beschreven. Zo werd Geert Wolter Zuidhof in Warschau gedwongen om te helpen bij de bouw van het getto en onderging Kasper Kaspers in het ziekenhuis van kamp Buchenwald een levensreddende operatie, om uiteindelijk toch nog voor de voor de bevrijding te overlijden. Er is ook aandacht voor Piet Beuker, want hoewel hij nooit werd opgepakt, hoort zijn verhaal van onderduiking en verzet zeker thuis in dit boek.

    Met dit boek wordt eer betoond aan een groep verzetsmensen waarvan de meerderheid de hoogste prijs betaalde. Degenen die terugkeerden waren allen in meer of mindere mate getraumatiseerd. Na hun thuiskomst werden ze aanvankelijk nog wel gewaardeerd, maar al heel snel werden communisten gewantrouwd en weggezet als gevaarlijk voor de stabiliteit van de samenleving.

    Over de auteur
    Wim Ensing (Peize 1959) studeerde geschiedenis aan de RUG en werkte 20 jaar als leraar geschiedenis. In 2014 verscheen van zijn hand Het drama van Justina Abelina, een boek over de dood van een adellijke dame in de eerste helft van de achttiende eeuw. Dit boek is bewerkt tot een historische talkshow waarmee meer dan 25 keer is opgetreden door de provincie Drenthe. De laatste jaren is de auteur actief als vrijwilliger bij het Drents Archief.

     22,00
  • 24 uur in het Oude Egypte

    24 uur in het Oude Egypte

    Het dagelijks leven van de Egyptenaren
    Donald P. Ryan
     21,90

    24 uur in het Oude Egypte

    In dit boek volgen we een etmaal lang 24 mensen tijdens hun dagelijkse bezigheden in Thebe, de politieke en religieuze hoofdstad tijdens het bewind van Amenhotep II. Zo krijg je een verrassend compleet beeld van hoe het was om te leven in het Egypte van ca. 1414 v. Chr. We kijken mee door de ogen van onder andere de farao, een soldaat, een vroedvrouw, een bakker, een hogepriesteres en een architect. De aanvullende informatie in de kaders brengt dit fascinerende tijdperk nog meer tot leven.

     21,90
  • De taal van recht en vrijheid

    De taal van recht en vrijheid

    Studies over middeleeuws Friesland
    Oebele Vries
     25,00

    De taal van recht en vrijheid

    In de middeleeuwen besloeg Friesland een veel groter gebied dan tegenwoordig.Langs een groot deel van de
    huidige Nederlandse en Duitse Noordzeekust werd Fries gesproken en geschreven. Middeleeuws Friesland
    was echter geen bestuurlijke eenheid, maar eerder een verzameling losse ‘republiekjes’, onderling verbonden door het idee van een Friese ‘vrijheid’. Daarmee vormde dit gebied een uniek geval in middeleeuws West-Europa.

    De historicus en oudfrisist Oebele Vries is een van de belangrijkste autoriteiten op het gebied van de Friese
    middeleeuwen. Voor dit boek zijn, ter gelegenheid van Vries’ 65ste verjaardag,achttien van zijn artikelen geselecteerd die van blijvende invloed op de Friese historiografie zijn. Deze stukken zijn ingedeeld aan de hand van
    wat als hoofdthema’s binnen Vries’ oeuvre gelden: politieke geschiedenis, vetewezen, en recht en de Oudfriese rechtsterminologie van middeleeuws Friesland. Het boek opent met een uitgebreid interview met de auteur.

    Fries – Nederlands – Duits

     25,00
  • De eerste mensen

    De eerste mensen

    In de Lage Landen
    Gerrit Dusseldorp, Yannick Raczynski-Henk
     25,00

    De eerste mensen

    Nederland ligt in de periferie van het verhaal van menswording. De evolutie van onze familie vindt lang exclusief in Afrika plaats. En, als Europa eenmaal bewoond wordt door mensachtigen, ligt het zwaartepunt ten zuiden van onze streken. Toch heeft ons land een aantal interessante vindplaatsen en vondsten opgeleverd. Ook in Nederland hebben de zogenaamde ‘oermensen’ rondgelopen.

    Toegankelijk geschreven voor een breed publiek put het boek uit nieuwste theorieën en het geheel is rijk geïllustreerd met vondsten uit binnen- en buitenland geeft dit boek een toegankelijk overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de tenminste 800.000-jaar-durende bewoningsgeschiedenis van Nederland. En het maakt ook meteen korte metten met een aantal stereotypische beelden, zoals het welbekende plaatje van de aap die langzaam rechtop gaat lopen (want zo is het niet gegaan) of het beeld van de moeilijk kijkende neanderthaler in een berenvel die op een besneeuwde berghelling staat. Uitgangspunt van dit boek is wat we nu over neanderthalers weten: intelligente mensen die zich een paar honderdduizend jaar prima hebben weten te redden.

    Gerrit Dusseldorp is een expert op het gebied van het gedrag van jager-verzamelaars in zowel Noordwest-Europa als Zuid-Afrika. Hij leidt een door NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek) gefinancierd onderzoeksproject naar de ontwikkeling van de moderne mens in Zuidelijk Afrika en doet ook onderzoek naar het gedrag van Neanderthalers en de redenen voor hun verdwijning. Hij promoveerde aan de Universiteit Leiden (2009) op Neanderthaler voedselvoorziening. Hij bestudeerde ook de ecologische relaties tussen Neanderthalers en andere carnivoren uit de ijstijd, zoals gevlekte hyena’s. Na het afronden van zijn doctoraat richtte hij zijn vervolgonderzoek op Homo sapiens in Afrika. Hij deed dat in Zuid-Afrika aan de University of the Witwatersrand (2009 – 2012) en vervolgens de University of Johannesburg (2013 – 2016).

    Yannick Raczynski-Henk is aan de Universiteit van Leiden afgestudeerd als prehistorisch archeoloog met een brede interesse in de Werdegang van de Homininae, ethologie, het Oud- en Midden-Paleolithicum en (löss-)geologie. Daarnaast heeft hij zich geoefend in het analyseren en tekenen van vuurstenen artefacten en hij heeft hiervoor een handleiding geschreven.
    Sinds 2009 is hij betrokken bij onderzoek in Armenië en Georgië naar de allervroegste geschiedenis van de mens. De Kaukasus vormt één van de routes die de allereerste hominiden nemen als ze Afrika verlaten om de rest van de wereld te verkennen. Het is dus ook een van de plekken waar je moet zijn om het begin van onze geschiedenis te onderzoeken. De vindplaats Nor Geghi is in 2014 gepubliceerd in Science.

    Beide auteurs zijn verbonden aan de Universiteit Leiden.

     25,00