Canadezen in Friesland
€ 29,90
Het kostte de Canadezen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog een week om het vasteland van Friesland te bevrijden. Grote veldslagen bleven uit, maar toch is op meerdere plaatsen in de provincie fel gevochten. Dit boek is de eerste gedocumenteerde reconstructie van de bevrijding van Friesland door Canadese militaire eenheden. Na onderzoek in vele tientallen Canadese war diaries en in Nederlands en Duits archiefmateriaal neemt Edwin Meinsma de lezer mee de geschiedenis in. Canadezen in Friesland beschrijft welke routes de bevrijders volgden en waarom, waar zij moesten vechten, welke bijdrage het verzet in Friesland leverde aan de bevrijdingsactie en wat de tactiek van de bezetter was.
Edwin Meinsma studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij doet sindsdien onderzoek naar de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog.
Gerelateerde boeken
-
Lege plekken
Van de grote Joodse gemeenschap die Groningen kende, keerde na de oorlog vrijwel niemand terug. De voormalige Joodse buurt in en rond de Folkingestraat was uitgestorven, de synagoge bood veel meer ruimte dan de kleine gemeenschap kon vullen en benadrukte zo de afwezigheid van velen. De titel ‘Lege plekken’ verwijst naar deze afwezigen, maar ook naar de leegte die zij achterlieten in bredere zin: in het straatbeeld en de herinnering.
In dit boek wordt de plaats van de Joodse gemeenschap in de niet-Joodse omgeving geanalyseerd; in het bijzonder de relatie tussen de gemeente Groningen en haar Joodse stadjers. Op welke wijze is er in en na de oorlog met Joods vastgoed omgesprongen en was daarbij sprake van rechtsherstel? Ook de rol die de Groningse politie had bij het arresteren en deporteren van Joden wordt belicht, evenals de criteria waarmee de naoorlogse zuivering binnen het politieapparaat plaatvond. En hoe verliep de terugkeer en opvang van Joodse repatrianten na de oorlog? Daarbij wordt nagegaan wie hen onderdak verleenden of hen voorzagen van de benodigde kleding en voeding. Het afsluitende hoofdstuk analyseert de ontwikkelingen in de naoorlogse herinneringscultuur. Aan de orde komen de monumenten en de verschillende wijzen waarop deze de ontstane leegte vertolken. Zo trachten verscheidene historici in dit boek de ontstane leegte te markeren en te duiden.
Stefan van der Poel is universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de Joodse en Midden-Europese geschiedenis. In 2004 promoveerde hij op Joodse stadjers. De joodse gemeenschap in de stad Groningen, 1796-1945.
-
Helmen vol verhalen
Helmen Vol Verhalen is een landelijk project waarin veteranen worden gekoppeld aan kunstenaars, die het persoonlijke missieverhaal van de veteraan vertalen in een kunstwerk waarin de ‘helm’ als metafoor voor het militaire beroep is verwerkt. In het boek Helmen Vol Verhalen worden de verhalen van de veteranen opgenomen en ook het verhaal van de kunstenaar achter het werk. Het vertelt waarom en hoe het kunstwerk tot stand is gekomen. Op de voorgrond staat het verhaal van de veteraan, over ‘op missie gaan’. Veel Nederlanders kunnen zich daar niets bij voorstellen. Deze verhalen geven een indrukwekkend inzicht in de werkelijkheid en de impact dat het heeft op de veteranen en hun thuisfront.
Als oud-matroos en veteraan leidt Amy van Son het project Helmen vol verhalen. ‘In vroegere tijden rukte het hele dorp uit om haar krijgers binnen te halen na een veldslag. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Zeker niet als het ‘jonge’ veteranen betreft. Om weer meer begrip en erkenning voor veteranen te krijgen, moeten burgers weten wat het betekent om naar een oorlog gestuurd te worden. Maar veel veteranen vinden het moeilijk hun ervaringen onder woorden te brengen. Daarom laten we veteranen hun verhaal vertellen aan een kunstenaar. Die vertaalt dat naar een kunstwerk. Het proces, het eindresultaat en de band die daaruit ontstaan, zijn helend.’
Ook voor Amy zelf. ‘De onthulling van elk kunstwerk – tweeëntwintig tot nu toe – emotioneert me telkens weer. Want door iets te betekenen voor anderen, erken ik ook mezelf.’Amy van Son brengt met Helmen vol verhalen een eerbetoon aan degenen die hun leven gewijd hebben aan de bescherming van vrijheid en vrede. Dit boek is een diepgaande en aangrijpende ervaring die je kijk op oorlog, moed en menselijkheid zal veranderen.
-
Wat komt er van dit schrift terecht
En ik kreeg een vreselijke haat voor alles wat ‘mens’ heette.
Benno, januari 1941Benno ter Berg.
15 jaar.
Geboren en getogen in Assen.
Hbs-leerling.
Natuurliefhebber.
Zoon, broer, neef, vriend.
En Joods.Leef mee met een Joodse Asser tiener in de bijzondere jaren 1939 tot 1942. Verbaas je over de manier hoe hij de oorlog beschrijft en wat dat met hem en zijn omgeving doet. Benno begint neutraal met een opsomming van de oorlogshandelingen, maar beetje bij beetje wordt zijn verhaal persoonlijker als de anti-Joodse maatregelen toenemen.
Als Benno schrijft dat hij niet meer naar de hbs in Assen mag, zet hij daar vijf uitroeptekens bij. Het is helemaal gedaan met de min of meer neutrale beschouwingen als eerst zijn vader en daarna hijzelf naar een werkkamp moet. De beschrijving van zijn vaders vertrek is hartverscheurend, zelfs als de lezer nog niet doorheeft dat vader en zoon elkaar nooit meer zullen zien. Ondanks alles probeert Benno positief en optimistisch te blijven. Hij is al tevreden als hij de oorlog overleeft.
Voordat Benno in augustus 1942 naar werkkamp Ruinen vertrekt, geeft hij zijn schriften met herinneringen in bewaring bij zijn vriend en klasgenoot Marten van der Meulen. Hij komt ze nooit meer ophalen, want al voor oktober 1942 is hij in Auschwitz vermoord.
Pas na vijftig jaar verbreekt Marten van der Meulen de verzegeling van Benno’s schriften en begint erin te lezen. Nu worden ze bewaard in het Drents Archief. Dit boek geeft een volledig overzicht van Benno en zijn belevenissen: een complete, letterlijke weergave van alles wat Benno heeft geschreven, een moderne en prettig leesbare ‘hertaling’ en enkele teksten die de herinneringen van Benno in historisch perspectief plaatsen.
Wat komt er van dit schrift terecht? is het vijfde deel in de Nieuwe Asser Historische Reeks. -
Rentmeester van nature
Dankzij natuurbeschermers van het eerste uur zijn de belangrijkste natuurgebieden in Nederland behouden gebleven. Naast mensen als Heimans en Thijsse speelde ook Van Tienhoven, een van de eerste voorzitters van de Vereniging Natuurmonumenten, een cruciale rol. In Rentmeester van nature beschrijft Frank Saris hoe de ontplooiing van deze nieuwe rijke parallel liep met belangrijke ontwikkelingen binnen de natuurbescherming enerzijds en het (aristocratisch) al dan niet zelf verworven landgoederenbezit anderzijds.
De natuurbeschermingselite koos onder leiding van Van Tienhoven lange tijd voor een weg via de hoogste gezagsdragers, ten voordele van het eigen grootgrondbezit. De Tweede Wereldoorlog vormde voor hem een hoogtepunt en succesverhaal van deze neocorporatistische praktijk van ‘polderen van bovenaf’. De gevolgde strategie veranderde in de bezettingstijd niet wezenlijk; de machtspositie van de gesprekspartners wel, en daarmee de uitkomst. Van Tienhoven zat midden in de oorlog op het toppunt van zijn invloed en macht, iets dat hijzelf steeds nastreefde en dat hij met steun en in de geest van de bezetter sneller vorm kon geven.Frank J.A. Saris (1952) is natuurbeschermer, vogelonderzoeker en natuurontwikkelaar en werkte bij zelfstandige onderzoeksorganisaties. In 2018 verscheen zijn biografie Natuurbescherming als hartstocht, over Victor Westhoff (natuurbeschermer periode 1945-2000).