De blui van ‘t leeven is maor zo kört van tied
€ 49,90
De Drentse schrijver, dichter en taalonderzoeker Jan Naarding (1903-1963) heeft veel bijgedragen aan de Drentse taal. Zijn streven was de Drentse taal, en dus ook het Nedersaksisch, levend te houden. Hij maakte snel carrière; begon als onderwijzer en leraar en na zijn promotie aan de Rijksuniversiteit Groningen in 1947 werd hij wetenschappelijk medewerker aan deze universiteit. Zijn hoofdwerk, het samenstellen van een Drens woordenboek, heeft hij door zijn vroegtijdig overlijden niet kunnen afronden. Naarding groeide uit tot een belangrijke cultuurdrager die de Drentse taal, geschiedenis en volkskunde nationaal en internationaal op de kaart zette. Zijn naam en invloed waren na 1945 niet weg te denken uit het literaire leven van Drenthe. Hij was alomtegenwoordig in boeken, openbare optredens, organisaties, symposia en commissies.
Toen in december 1987, als eerbetoon aan deze voorvechter van de Drentse taal, voor het project voor streektaal en culturele educatie de naam Jan Naardinginstituut werd gekozen, kwam er protest vanwege Naardings houding tijdens de oorlog. Ook werden er bressen geslagen in zijn wetenschappelijke verdiensten. Verder onderzoek bracht naar voren dat Naarding niet ‘fout’ was geweest, maar wel een vergaande vorm van Drenthomanie had gemanifesteerd. Zo werd hij uiteindelijk Drenthes omstreden heilige.
Literatuurhistoricus dr. Henk Nijkeuter (1956) deed onderzoek naar leven werk van Jan Naarding. Het eerste deel van deze studie is een biografie waarin Naarding midden in zijn tijd geplaatst wordt, in de samenleving en in de beweging waarvan hij deel uit maakte. Nijkeuter beschrijft de wordingsgang van Naarding, schetst de ware drijfveren van Naardings publicatiedrift en licht de achtergronden van de vergruising van deze taalemancipator toe. Uniek in dit boek is ook dat in het tweede deel voor het eerst alle in tijdschriften en boeken gepubliceerde gedichten van Naarding bijeengebracht zijn. Daartoe behoort ook een Drentse vertaling van het Middelnederlandse Reinaert-verhaal. Nijkeuter analyseert en verklaart in dit boek Naardings poëzie; hij vertaalde bovendien diens gedichten in de standaardtaal, zodat ook het archaïsche Drents van Naarding nu voor een breed toegankelijk is.
Gerelateerde boeken
-
Kamp Westerbork gefilmd
In 1944 werden in kamp Westerbork op uitgebreide schaal filmopnamen gemaakt. Dit materiaal is uniek; het zijn voor zover bekend de enige filmbeelden uit de nazi-kampen in oorlogstijd. Wereldberoemd zijn de fragmenten geworden van het angstig uit een wagon kijkende meisje of van de vertrekkende deportatietrein. Hoewel velen deze beelden kennen, was er decennialang weinig bekend over de film. Onderzoekers Koert Broersma en Gerard Rossing beschrijven in Kamp Westerbork gefilmd de resultaten van hun diepgaande research naar de achtergronden van deze film, die in 2017 werd opgenomen in het Unesco Memory of the World Register. Hiermee zijn de film en het bestaande filmscript officieel erkend als documentair werelderfgoed.
In dit boek worden eerdere conclusies tegen het licht gehouden en zijn alle recente ontwikkelingen en uitkomsten verwerkt. Bij het nieuwe onderzoek kwamen vele opmerkelijke feiten naar voren. Zo werden bijvoorbeeld tot voor kort onbekende personen op de filmbeelden geïdentificeerd. De analyse van de onlangs gerestaureerde (en gedeeltelijk ingekleurde) beelden gaf ook andere geheimen prijs. Deze leveren een boeiende reconstructie op van het hoe en waarom van de Westerbork-film en voegen een nieuwe dimensie toe aan één van de belangrijkste visuele getuigenissen uit de Tweede Wereldoorlog.
Koert Broersma (1955) schreef tot dusverre diverse boeken over uiteenlopende onderwerpen. Als vrijwillig onderzoekmedewerker was hij enkele jaren verbonden aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork. In 1993 zag zijn biografie Buigen onder de storm, over de Amsterdamse journalist Philip Mechanicus het licht. In 2019 verscheen hiervan een herziene en aangevulde druk. In 1997 publiceerden Gerard Rossing en hij de eerste editie van Kamp Westerbork gefilmd, gebaseerd op het onderzoek dat zij naar deze film verrichtten. In 2016 publiceerde Broersma een interviewbundel over de Drentse bluesband Cuby & the Blizzards (Somebody will know someday), dat een jaar later de Publieksprijs van de Drentse Historische Vereniging won.
Gerard Rossing (1959) werkt als documentalist bij Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Hij hielp Broersma bij de herziene versie van de Mechanicus-biografie Buigen onder de storm en was in de jaren negentig van de vorige eeuw intensief betrokken bij het oorspronkelijke onderzoek naar de Westerbork-films. Voor deze nieuwe, herziene uitgave werkten Rossing en Broersma wederom samen.
-
Oldengaerde
De eerste oplage van het boek ‘Oldengaerde, het verhaal van een havezate en zijn bewoners’ wordt uitgevoerd met een luxe omslag. Het bijzondere behang dat in Oldengaerde is aangetroffen wordt op het omslag met goudfolie en in reliëf geproduceerd. Verzeker je van een uniek exemplaar en reserveer op tijd, deze luxe editie is verkrijgbaar zolang de voorraad strekt.
Even buiten Dwingeloo ligt havezate Oldengaerde verscholen in het groen van het landgoed. Een statig huis met een prachtig geornamenteerde gevel. Het is gebouwd in dezelfde stijl als de herenhuizen die in de zeventiende eeuw langs de Amsterdamse grachtengordel verrezen.
Oldengaerde is beslist een boek waard, vond Het Drentse Landschap. Ze mag zich sinds een aantal jaren eigenaar van het landgoed noemen en heeft het huis inmiddels geheel in oude glorie hersteld.
Tot nu toe nog is er nog nooit een boek geweest dat het verhaal van Oldengaerde uitgebreid en terdege vertelt. Dit prachtig geïllustreerde boek doet recht aan het belang en de schoonheid van een waardevol Drents monument.
Oldengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners begint diep in de middeleeuwen. Op initiatief van de bisschop van Utrecht ontwikkelde zich in Zuidwest-Drenthe een uniek cultuurlandschap. Belangrijke families als de Van Echtens speelden er een belangrijke rol bij. In de vijftiende eeuw vestigde Reynolt van Echten zich op het familiebezit in Dwingeloo. Zoon Volker was de eerste die zich Van Echten tot Oldengaerde ging noemen.
Vier eeuwen lang woonden de families Van Echten en Van Dongen op Oldengaerde. Zij maakten in de zeventiende en achttiende eeuw van Oldengaerde het voorname huis dat het tot op de dag van vandaag gebleven is. In de negentiende eeuw kwam Oldengaerde via Aalt Willem van Holthe in eigendom van de familie Westra van Holthe.
Oldengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners is het gezamenlijk product van een groep auteurs die de verschillende hoofdstukken steeds vanuit hun eigen expertise benaderen. Samen brengen ze de markante eigenaren van Oldengaerde voor het voetlicht en nemen de lezer mee naar de tijd waarin ze leefden.
Deze bijzondere invalshoek geeft het boek een veel breder perspectief en kan het verhaal van Oldengaerde laten zien hoe de Drentse samenleving zich de afgelopen eeuwen ontwikkelde.Rijk geïllustreerd en toegankelijk geschreven is OIdengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners een boek voor een breed publiek met interesse in de prachtige geschiedenis van de landgoederen van Drenthe en Nederland.
Het boek is een samenwerkingsproject van Het Drentse Landschap en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum. Het plan is dat het boek in mei 2023 zal verschijnen.
-
Nieuwe Drentse Volksalmanak 2023
De Nieuwe Drents(ch)e Volksalmanak, opvolger van de Drentsche Volksalmanak (1837-1851), verschijnt sinds 1883. In de loop van de jaren is de almanak uitgegroeid tot historisch en archeologisch jaarboek van Drenthe. Het is hét podium voor zowel professionele onderzoekers als amateurhistorici en -archeologen die de resultaten van hun onderzoek op wetenschappelijk verantwoorde wijze aan een breed publiek willen presenteren.
In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 2023 staan de volgende bijdragen:
Geschiedenis in Drenthe
Onder redactie van Mark Goslinga, Fred Sieders, Gerben de Vries, Ellen de Vries-Heijboer, Joke Wolff en Jan van ZijverdenFeminisme in Drenthe in de jaren ‘70 en ‘80
Maarten C. Hoff en Henriette Meppelink
Familie Hiddingh
Sybrand van Haersma Buma
Promotie van de Maatschappij van Weldadigheid
Alfred Geerts
Fotografie meets Van Gogh
Mark Goslinga
Islamitische Molukkers in Kamp Schattenberg
Ghani van den BergArcheologie in Drenthe
Onder redactie van Floor Huisman, Mans Schepers, Jelke Take, Vincent van Vilsteren en
Karen de VriesPotkleibossen in Noord- en Oost-Drenthe ─ ondergrond, cultuurgeschiedenis en ecologie
Theo Spek, Nanda Berben en Mike Jaroch
Artefacten van Lanaye-vuursteen ofwel vuursteen van het type Rijckholt uit Drenthe
Jaap R. Beuker, Erik Drenth en Hans de Kruyk
Rituelen bij het Zwegler Veen ─ Drie vuurstenen bijlen en hun relatie met andere sporen van de Trechterbekercultuur bij Hooghalen
Jaap R. Beuker
Karolingische muntschatten in Drenthe I ─ ‘Assen vóór 1818’, ‘Ter Apel 1822’ en ‘Balloo 1855’
Wijnand A.B. van der Sanden
Een hefboom des belangs ─ Geschiedenis van de Oudheidkamer ‘De Hondsrug’ te Emmen
Hans van Westing
Hendrikus van der Laan, dienstweigeraar, strijder voor een betere tewerkstelling van gewetensbezwaarden en opgraver van twee steentijdvindplaatsen
Dion L. Stoop en Wietske PrummelWie geïnteresseerd is in het lange en rijkgeschakeerde verleden van Drenthe – van vuistbijl tot veenkolonie – mag de Nieuwe Drentse Volksalmanak niet missen.
-
Geschiedenis van Drenthe
Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.
Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.