De Bonte Bentheimer
€ 17,90
Martin Woestenburg schreef met De Bonte Bentheimer een levendig portret van een zwartgevlekt, tegendraads varken dat wordt gehouden door tegendraadse mensen. Zij werken door de traditionele vormen van varkenshouderij in bos en weide aan de ontwikkeling en het behoud van oude varkensgenen. Deze varkens worden buiten in de natuur gehouden in plaats van in stallen en leveren uitzonderlijk smaakvol vlees – absoluut geen eenheidsworst. De Bonte Bentheimer is een zeldzaam varkensras dat niet past in de gangbare varkenshouderij, maar wel in dezelfde periode is ‘uitgevonden’ als het moderne varken. De geschiedenis van de Bonte Bentheimer loopt daarom opvallend synchroon met die van de varkens van de gangbare varkenshouderij in Nederland. Dat is inclusief de geschiedenis van de voorvader het wild zwijn, het jagen op varkens in het Bentheimer Wald, de liefhebbers van het rode, vette vlees, boerenvrouwen die van varkens met zwarte vlekken hielden, en de zoektocht naar een eigen varkensidentiteit en aparte genen. Dankzij deze auteur ga je van dit varken houden!
Martin Woestenburg (1960) is landschapsjournalist, gespecialiseerd in de cultuurhistorie van voedsel, natuur en landbouw. De foto’s in het boek zijn gemaakt door Norbert Mergen van de Tuinen van MergenMetz, houder van varkens van het ras Bonte Bentheimer.
Gerelateerde boeken
-
-
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.
-
-
Roofvogelgids
Met deze vernieuwde gids kan iedere natuur- en vogelliefhebber alle Europese roofvogels op naam brengen. De auteur heeft hiervoor meer dan 500 nieuwe, vaak unieke foto’s verzameld.
In de tekst beschrijft hij per soort een groot aantal handige kenmerken. Ter ondersteuning van een snelle en zekere determinatie heeft Lars Gejl voor het eerst vergelijkingsplaten samengesteld met foto’s van de vogels in vlucht.De uitvoerige soortbeschrijvingen bevatten de volgende onderdelen:
– De biologie van alle roofvogels
– Beschrijving van de verspreidingsgebieden en trek
– Tekeningen van de silhouetten en de jizz
– Rui en kleden
– Gelijkende soorten
– Vergelijkingsplaten met pijlaanwijzingen naar de typische kenmerken per soort
– QR-codes voor de geluiden van de roofvogelsLars Gejl is een van de beste natuurfotografen van de wereld en gespecialiseerd in vogelfotografie.