De Duiven van Temminck en Knip
€ 35,00
Verbluffende kleurenpracht!
In 1808 verscheen de eerste van in totaal vijftien katernen van alle tot dan toe bekende duivensoorten Histoire naturelle générale des Pigeons, van de beroemde Nederlandse zoöloog Coenraad Jacob Temminck en de getalenteerde Franse kunstenares Pauline Knip-de Courcelles. In dit letterlijk en figuurlijk grote boek gaf Temminck een wetenschappelijke beschrijving van de orde van de duifachtigen en van de individuele soorten, en verzorgde Knip-de Courcelles de levensgrote illustraties, die vooral opvielen vanwege de kleurenpracht. Als uitsmijter vernemen we hoe Knip Temminck bij de neus nam en er ook mee wegkwam …
De prachtige aquarellen zijn een mijlpaal in de geschiedenis van de vogelboeken. Ze zijn voorzien van aanstekelijke en informatieve inleidingen van Hay Wijnhoven over duiven en van Alexander Reeuwijk over de totstandkoming van de monografie zelf. Maar vooral met alle 87 afbeeldingen van de vogels.
Hay Wijnhoven schreef Mereldagboek en monografieën over de merel en de Turkse tortel, die hij ook zelf illustreerde.
Alexander Reeuwijk is schrijver en reiziger. Voor Sterck & De Vreese werkte hij mee aan het boek over de paradijsvogels van Richard Bowdler Sharpe.
Bij Naturalis Biodiversity Center bevinden zich originele aquarellen, geschilderd door Jean-Gabriel Prêtre (1768–1849), die Pauline de Courcelles als voorstudie gebruikt heeft voor 40 van de 87 afgebeelde duiven. De resterende 47 aquarellen schilderde zij naar voorbeeld van een opgezette duif.
Gerelateerde boeken
-
Orchideeën in Noord-Nederland
Deze tweede druk is uitgevoerd met een luxe, glanzende hardcover.
Dat er in Noord-Nederland wilde orchideeën voorkomen is niet algemeen bekend. In dit boek beschrijft Hans Dekker alle hier voorkomende soorten én de landschappen waarin deze prachtplanten leven.
Het boek bevat tientallen foto’s van orchideeën, waardoor het herkennen in het veld makkelijker wordt. Bovendien zijn er veel foto’s opgenomen van Noord-Nederlandse natuurgebieden waarin orchideeën voorkomen. Ook is er aandacht voor soorten die helaas zijn uitgestorven, soorten zijn die aangeplant en zelfs voor orchideeënsoorten die een stukje over de grens groeien. Bescherming en beheer
krijgen eveneens de nodige aandacht. Om het u gemakkelijk te maken staan achter in het boek tips om er zelf op uit te gaan en heerlijk te genieten van onze orchideeënrijke natuur.Hans Dekker (1957) werkt vanaf zijn achttiende in de wereld van natuur en landschap.
Hij heeft diverse publicaties over natuur op zijn naam staan. Op zoek naar wilde orchideeën reist hij door heel Europa, maar de orchideeën van Noord-Nederland hebben zijn grootste interesse. -
Friese Dijken
Het omvangrijke Friese dijksysteem, van zeedijk tot polderdijk, van zomer- en winterdijk, van dromer, waker tot slaper, is uniek in Nederland en vormt de ruggengraat van het Friese cultuurlandschap. De dijken hebben een belangrijke functie bij de bescherming tegen het water, zijn belangrijke lintvormige elementen in het landschap en vormen een samenhangende erfgoedstructuur met de terpen en middeleeuwse kerken en het watererfgoed van gemalen, molens en sluizen.
Op heldere wijze wordt de dijkenbouw en de complexe gelaagdheid van de vele honderden verschillende Friese dijken uiteengezet. In deze beschrijving wordt het accent gelegd tussen bredere geografische patronen en processen én het verbeeldende detail van de plek. Vernieuwend is de bewerking van het verhaal van de dijksystemen, zoals deze destijds door Rienks en Walther in kaart zijn gebracht. Hierin is op een fraaie wijze het Actueel Hoogtebestand Nederland als derde dimensie aan de handschetsen van Rienks en Walter toegevoegd. Tevens wordt een compleet overzicht gegeven van de verschillende Friese landschappen met de karakteristieke dijken, dijktypen en het watererfgoed en laten overtuigend zien dat de Friese dijken een archeologische archief van onschatbare internationale waarde zijn. Deze beschrijvingen zijn de basis voor het denken over de rol van de dijken in de toekomst. De betekenis van de dijken in het verleden, heden en de toekomst als gevolg van ingrijpende effecten van bijvoorbeeld verzilting en verzoeting, klimaatveranderingen en de zeespiegelrijzing is nu actueel.
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?
-